De voorste kruisband zorgt samen met andere banden, spieren en beide meniscussen voor de stabiliteit van de knie, het is een van de belangrijkste banden van de knie (figuur 1).
Tijdens sporten of een ongelukkige beweging kan de voorste kruisband beschadigd raken. Dit wordt ervaren als ‘door de knie gaan’. Na het incident wordt de knie meestal dik als gevolg van een bloeding.
De knie is een scharniergewricht. Het bestaat uit twee botdelen: het scheenbeen en het dijbeen. De uiteinden zijn bedekt met een laagje kraakbeen. Deze gladde glijlaag is elastisch en vangt schokken en stoten op. Tussen de ronde vlakken van het bovenbeen en het platte vlak van het onderbeen is er zowel aan de binnen- als buitenzijde een meniscus: een soort stootkussen.
De voorste kruisband bevindt zich in het midden van het kniegewricht. Deze voorkomt een verschuiving van het onderbeen tijdens het lopen en het maken van draaibewegingen. Aan de voorzijde van het kniegewricht is er ten slotte nog de knieschijf.
In deze folder leest u over de mogelijkheden van een behandeling van een voorste kruisbandletsel en wat dit voor u betekent.
Klachten
Tijdens het sporten of een ongelukkige draaibeweging kan de kruisband scheuren. Hierna kan me een gevoel van instabiliteit van de knie hebben en bij zware belasting lijkt het alsof je ‘door de knie gaat’.
Een gescheurde kruisband herstelt niet vanzelf.
In sommige gevallen kan de stabiliteit van de knie echter verbeteren door training van de bovenbeenspieren. Een operatie is dan niet noodzakelijk.
Als de training geen verbetering geeft van de instabiliteitsklachten, kan worden gekozen voor een operatieve behandeling. Voor actieve contactsporters zoals voetballers, basketballers, hockeyers, volleyballers en handballers is er tevens een verhoogd risico op beschadiging van een meniscus of van het kraakbeen.
Hetzelfde geldt voor mensen die in hun beroep lichamelijk actief zijn zoals politiemensen, bouwvakkers en mensen in verzorgende beroepen. Er kan dan worden gekozen om een via een operatie een “nieuwe voorste kruisband” te plaatsen. De instabiliteit wordt dan verbeterd en hiermee wordt de kans op beschadigen van de rest knie in de toekomst mogelijk ook verminderd.
Diagnose stellen
De ontstaanswijze van het letsel en een goed lichamelijk onderzoek zijn vaak al voldoende om de diagnose voorste kruisband letsel te kunnen stellen. Een zwelling van de knie binnen 2 uur na het ongeval is vaak ook kenmerkend voor een voorste kruisband.
Ter bevestiging van de diagnose wordt soms een MRI gemaakt die bovendien een begeleidend meniscusletsel kan aantonen.
Als u met de orthopedisch chirurg besluit om de voorste kruisband te laten reconstrueren, dan zal u voor de operatie naar de afdeling fysiotherapie worden gestuurd in ziekenhuis St Jansdal, waar met behulp van een testapparaat de pré-operatieve stabiliteit wordt getest. Na de operatie zal deze test worden herhaald 3, 6 en 12 maanden na de operatie. De verdere revalidatie kan geschieden bij de fysiotherapeut in de buurt, mits hij/ zij het gestandaardiseerde nabehandelingsprotocol uitvoert.
De operatie
De operatie kan plaatsvinden onder algehele of plaatselijke verdoving (ruggenprik) en kan worden gecombineerd met een slaapmiddel waardoor u weinig van de operatie merkt . Dit wordt voorafgaand aan de operatie op de polikliniek anesthesiologie met u besproken door de anesthesist.
Om de kruisband te vervangen wordt meestal gebruik gemaakt van de hamstrings. Een alternatief voor deze pezen is het middelste 1/3e van de knieschijfpees (patellees).
Hamstring pezen techniek
Er wordt een snede van ongeveer 5 cm juist onder de knie gemaakt. De pezen worden opgezocht en met behulp van een peesstripper worden de pezen uit de spierbuik gehaald en verder bewerkt zodat een stevige gebundelde pees van de juiste lengte en dikte wordt gemaakt.
Nadat het peesmateriaal is verkregen wordt de rest van de operatie via een kijkoperatie verricht. De oude resten van de beschadigde voorste kruisband worden verwijderd en er worden twee tunnels in bot geboord: een in het bovenbeen en een in het onderbeen, beiden eindigend in de knie. De uiteinden van de boortunnels in de knie staan op de plaats van de aanhechting van de oorspronkelijke kruisband aan het boven- en onderbeen.
Het peesmateriaal wordt in de boortunnels in de knie gebracht op de plaats van de oorspronkelijke kruisband en verankerd in het bovenbeen en in het onderbeen.
Soms wordt er nog een extra krammetje in het onderbeen geplaatst.
De snede waarlangs het peesmateriaal is gewonnen, wordt gesloten en de patiënt krijgt een drukverband.
Patellapees techniek
Er loopt een brede kniepees van de knieschijf naar het onderbeen (de patellapees), hierin wordt een snede gemaakt van ongeveer 10 cm. Het peesmateriaal wordt uitgesneden waarbij aan beide uiteinden een stukje bot wordt meegenomen: een stukje van de knieschijf en een stukje van het onderbeen.
Nadat het peesmateriaal is verkregen wordt de rest van de operatie via een kijkoperatie verricht. De oude resten van de beschadigde voorste kruisband worden verwijderd en er worden twee tunnels in bot geboord: een in het bovenbeen en een in het onderbeen, beiden eindigend in de knie. De uiteinden van de boortunnels in de knie staan op de plaats van de aanhechting van de oorspronkelijke kruisband aan het boven- en onderbeen.
Het peesmateriaal wordt in de boortunnels in de knie gebracht op de plaats van de oorspronkelijke kruisband en verankerd door middel van een speciale schroef in het bovenbeen en een schroef in het onderbeen.
De incisie waarlangs het peesmateriaal is gewonnen, wordt gesloten en de patiënt krijgt een drukverband.
Na de operatie
In totaal blijven de patiënten twee dagen in het ziekenhuis. De fysiotherapeut komt de ochtend na de operatie bij het bed en legt de eerst oefeningen uit. Indien het goed gaat met de patiënt kan hij/zij de dag na de operatie naar huis. De fysiotherapeut maakt een overdracht voor de fysiotherapeut in de thuis situatie.
De fysiotherapeuten hebben een bepaald protocol van nabehandeling die u intensief zult volgen in de maanden na de operatie. U zult twee weken Fraxiparine moeten toedienen om trombose te voorkomen. U krijgt afspraken voor controlebezoek bij de specialist en bij de fysiotherapie in het ziekenhuis om te voortgang te controleren.
Ontslag
Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u een ontslagbrief mee voor de huisarts. U krijgt instructies over wat u wel en niet mag doen. U mag in ieder geval niet zelf autorijden. Er wordt met u een controleafspraak gemaakt, die ongeveer twee weken na de operatie plaatsvindt op de polikliniek orthopedie van het ziekenhuis.
Leefregels bij thuiskomst
De eerste twee weken na de operatie is het gebruik van krukken verstandig om een geleidelijk opvoeren van de belasting te vergemakkelijken. De eerste 6 weken mag u niet autorijden. De eerste twee maanden na de operatie is een te zware belasting van de knie, door bijvoorbeeld draaien en springen, niet toegestaan. U zult onder begeleiding van de fysiotherapeut de belasting van de knie steeds verder opvoeren. De totale revalidatie kan tussen de 6 tot 9 maanden duren.
Complicaties
Een stijve knie
Dit risico is het grootst als direct na het letsel van de voorste kruisband een hersteloperatie plaatsvindt. Beter is het te wachten totdat de zwelling van de knie is afgenomen en de functie weer is hersteld. Meestal kan 6 weken na het ongeval een reconstructie worden uitgevoerd.
Infectie
Andere complicaties, die minder vaak voorkomen, zijn nabloedingen en infecties van de knie direct na de operatie. Meestal kunnen deze complicaties zonder restklachten behandeld worden.
Trombose
Het risico hierop is klein door het gebruik van de Fraxiparine na de operatie.
Nieuw letsel
Een nieuw letsel aan de herstelde kruisband of aan andere delen van de knie kan verantwoordelijk zijn voor een terugkerende instabiliteit van de knie.
Contact
Heeft u na uw bezoek aan het ziekenhuis vragen?
- De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact met ons opnemen via het algemene nummer van het ziekenhuis: 0341-463911. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen.
-
Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van ziekenhuis St Jansdal.