Uw internist heeft in overleg met u een vastenproef afgesproken. De vastenproef is een proef om te onderzoeken of uw alvleesklier te veel insuline aanmaakt.

Achtergrond

Glucose (suiker) zit in bijna al onze voedingsmiddelen en is een belangrijke energiebron voor het lichaam. Insuline zorgt ervoor dat het lichaam glucose kan opnemen en de energie hieruit kan gebruiken. Insuline wordt aangemaakt in de alvleesklier. Normaalgesproken maakt de alvleesklier de juiste hoeveelheid insuline aan om de bloedglucose stabiel te houden. Als de alvleesklier teveel insuline aanmaakt wordt de bloedglucose te laag, dit noemen wij een hypoglykemie (hypo).

Deze test wordt gedaan omdat er bij u lage bloedglucoses (hypoglykemie) optreden, waarvan de oorzaak onduidelijk is. Met de vastenproef wordt onderzocht of deze lage bloedglucoses worden veroorzaakt doordat uw alvleesklier te veel insuline aanmaakt.

Door te vasten, dus door niets te eten, wordt er minder glucose opgenomen in het lichaam en daalt de bloedglucose. Met de vastenproef wordt gekeken of de alvleesklier normaal reageert. Normaalgesproken zou de alvleesklier minder insuline moeten aanmaken tijdens vasten, om te voorkomen dat er een hypoglykemie optreedt.

De test

De vastenproef start altijd in de ochtend op een maandag of dinsdag, op de afdeling interne geneeskunde. Tijdens het onderzoek mag u de afdeling niet verlaten.

U meldt zich om 9 uur op afdeling interne geneeskunde. U hoeft voor dit onderzoek niet nuchter naar het ziekenhuis te komen. U mag dus thuis ontbijten voordat u naar het ziekenhuis komt.

De verpleegkundige prikt bij u eerst een infuusnaald. Om 12 uur start de test, u mag vanaf dat moment niet meer eten. Alleen water, koffie en thee zonder suiker, melk en andere smaakmakers zijn toegestaan. Elke 3 uur wordt met een vingerprik een bloedglucose bepaald. De verpleegkundige zal overdag elk uur, en in de nacht elke 3 uur controleren of u klachten heeft passend bij een lage bloedglucose (hypoglykemie). Een analist van het laboratorium zal elke 6 uur bloed bij u prikken (hierin wordt de glucosewaarde en insulinewaarde bepaald).

Als u klachten heeft die kunnen passen bij een lage bloedglucose wordt er extra bloed geprikt. Is de bloedglucose dan daadwerkelijk lager dan 3 mmol/l, dan wordt de test beëindigd en mag u wat eten. Indien noodzakelijk krijgt u glucose toegediend via het infuus.

U mag uw medicijnen gebruiken zoals u gewend bent tot opname. Vanaf de start van het onderzoek moeten sommige medicijnen tijdelijk gestopt worden. Uw arts informeert u hierover.

Duur van het onderzoek

De test wordt beëindigd als er bij u een lage bloedglucose (hypoglykemie) wordt gemeten, dit is een glucose onder de 3 mmol/l. De test duurt maximaal 3 dagen (72 uur). Houdt er dus rekening mee dat u ruim 3 dagen opgenomen kunt zijn, maar dat dit ook korter kan zijn als er op een eerder tijdstip een hypoglykemie wordt gemeten.

Risico’s en bijwerkingen

Als u zich niet goed voelt is het belangrijk om dit direct bij uw verpleegkundige of arts aan te geven. Het kan zijn dat uw bloedsuiker te laag is, dit zal dan ook direct worden gecontroleerd.

Bijwerkingen waar u last van kunt krijgen zijn klachten van een lage bloedglucose: verminderde aandacht (bewustzijn), verwardheid, wazig zien, transpireren (zweten), onduidelijke spraak en trillen.

De test mag niet worden uitgevoerd als u zwanger bent.

De uitslag

De uitslag van de test volgt na enkele weken, en krijgt u te horen van uw internist via de polikliniek. De afspraak krijgt u mee van de verpleegkundige bij ontslag.

Telefoonnummers

Polikliniek interne geneeskunde: 0341-46 3747 (maandag t/m vrijdag 08.30 – 16.30 uur)

Afdeling interne geneeskunde: 0341-46 37 82.