Urethratomie volgens Sachse of Otis
U heeft een vernauwing in uw plasbuis. Dit betekent dat de plasbuis van binnen op één of meerdere plekken smaller is. Hierdoor ontstaan problemen met plassen. Een vernauwing in de plasbuis heet ook wel urethrastrictuur.
Oorzaken
Een vernauwing in de plasbuis komt vrijwel altijd door een beschadiging aan de plasbuis bijvoorbeeld door;
- Plaatselijke beschadiging na een ongeluk. Bijvoorbeeld door een val op de fietsstang of letsel aan de plasbuis door een botbreuk in het bekken.
- Na het inbrengen van een katheter (een dun slangetje via de plasbuis naar de blaas).
- Na een eerdere urologische operatie via de plasbuis (bijv prostaat of blaasoperaties) of een besnijdenis.
- Een ontsteking van de plasbuis, een geslachtsziekte of huidaandoening (lichen sclerosis).
Door deze oorzaken kan er littekenweefsel ontstaan. Dit littekenweefsel zorgt voor de vernauwing. Soms is er geen duidelijke oorzaak voor het ontstaan van de vernauwing.
De operatie
Afhankelijk van de plek, lengte en ernst van de vernauwing van de plasbuis kan voor verschillende operatietechnieken worden gekozen.
Bij een Sachse en Otis urethratomie wordt het littekenweefsel in de plasbuis ingesneden, zodat de plasbuis weer wijder wordt.
Soms worden beide technieken gebruikt binnen één operatie.
Sachse urethratomie
Deze manier van opereren wordt gebruikt als het om een korte vernauwing op één of twee plekken in de plasbuis gaat. De vernauwing wordt dan gericht op die plek(ken) verholpen. Via de plasbuis brengt de uroloog een kijkinstrument in, tot aan de vernauwing. Via het kijkinstrument wordt met een speciaal mesje of met een laser de vernauwing ingesneden (dit noemen we ook wel klieven).
Otis urethratomie
Deze manier van opereren wordt vaak gebruikt als er een vernauwing bij de opening van de plasbuis zit. Bij deze operatie wordt de plasbuis opgerekt voor zover de vernauwing dat toelaat. Met een klein mesje wordt de vernauwing ingesneden (gekliefd).
Voorbereiding op de operatie
- De uroloog vertelt u wat u moet doen als u bloedverdunners gebruikt. Bent u na uw bezoek aan de uroloog begonnen met (andere) bloedverdunners? Laat dit dan zo snel mogelijk weten aan de polikliniek urologie.
- U heeft voor de operatie een afspraak met de anesthesist. Met de anesthesist bespreekt u de vorm van verdoving. Zie ook de folder: Anesthesie, algehele en regionale ofwel narcose en plaatselijke verdoving.
- U ontvangt twee werkdagen voorafgaand aan de operatie via MijnStJansdal of per post extra informatie. Hierin leest u hoe laat u zich moet melden, waar u wordt verwacht en vanaf welk tijdstip u nuchter moet blijven.
-
Voor deze operatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling.
Na de operatie
- U gaat naar de recovery (uitslaapkamer). Hier blijft u tot u goed wakker bent en de hartslag en bloeddruk goed zijn. Ook wordt gekeken of de urine goed van kleur is (er niet teveel bloed bij de urine zit).
- U heeft in de plasbuis een katheter. Deze katheter is nodig om de wond rust te geven. Via deze katheter wordt de blaas geleegd. De katheter wordt een dag na de operatie verwijderd.
- Gebruikt u bloedverdunners? De arts bespreekt wanneer u weer mag starten met bloedverdunners.
-
De dag na de operatie mag u naar huis. Wij adviseren u niet zelf naar huis te rijden.
Leefregels
De eerste twee weken na de operatie:
- Niet zwaar tillen
- Niet fietsen
- Geen seksueel contact
- Drink minimaal twee liter per dag
- Bij pijn mag u paracetamol gebruiken. Vier keer op een dag twee tabletten van 500 milligram.
Klachten na de operatie
- De plasbuis kan wat geïrriteerd of gezwollen zijn. Hierdoor kunt u last hebben van meer aandrang, pijn bij het plassen of moeite met uitplassen.
-
Ook kunt u de eerste dagen na de operatie bloed bij de urine hebben. Dit kan donker (rood/bruin) zijn van kleur. Het is dan belangrijk om goed te drinken, minimaal twee liter op een dag.
Wanneer contact opnemen?
- Als u het gevoel heeft niet goed uit te kunnen plassen.
- Als u koorts krijgt boven de 38,5°C.
- Als de urine donker (rood/bruin) van kleur blijft, ondanks dat u genoeg drinkt.
- Als u behalve bloed ook flinke bloedstolsels plast.
- Als u pijn krijgt die niet verdwijnt na het innemen van pijnstillers.
Risico’s en complicaties
Complicaties die kunnen optreden kort na de ingreep zijn :
- Infectie (blaasontsteking).
- Tijdelijk niet goed kunnen plassen door irritatie/zwelling of teveel bloed in de urine (zelden).
Op langere termijn bestaat er een kans dat het littekenweefsel in de plasbuis terugkomt en opnieuw voor klachten zorgt.
De kans dat de vernauwing weg blijft is na een eerste (Sachse) operatie ongeveer 60%. Als u voor een tweede of derde keer wordt geopereerd, wordt de kans op succes kleiner.
Soms wordt er voor gekozen de operatie te combineren met het zelf regelmatig thuis oprekken van de plasbuis met een katheter (zelfdilatatie) om de kans op terugkeer van de vernauwing kleiner te maken.
Controle
U krijgt een afspraak voor controle bij de uroloog. Heeft u geen afspraak ontvangen? Neem dan contact op met de poli urologie.
Telefoonnummers
Maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur, poli urologie: 0341-46 35 58.
In avond, nacht en weekend, spoedeisende hulp: 0341-46 39 11.
Tot slot
Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw uroloog. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Bel dan met de poli urologie.
Voor meer informatie op het gebied van urologie kunt u terecht op onze website: www.urologie.nl en www.allesoverurologie.nl.