Wat is een TIA?
Een TIA is een voorbijgaande beroerte. Het kan iemand zomaar overkomen. We spreken van een TIA bij de volgende verschijnselen:
- Ineens wordt een arm min of meer krachteloos, of een arm en een been aan dezelfde kant van het lichaam. Het duurt gelukkig maar even.
- Of plotseling trekt iemands mond scheef.
- Of het zicht wordt wazig en langzaam trekt de mist weer op.
- Of iemand kan plotseling niet meer uit zijn woorden komen. Hij spreekt wartaal. Gelukkig spreekt hij na een kwartiertje weer normaal.
- Of het gezichtsveld aan één kant valt weg (van één oog of van beide ogen). Enkele minuten later is de vreemde gewaarwording voorbij.
Deze verschijnselen kunnen optreden als de bloedstroom naar de hersenen tijdelijk is verstoord. De medische term ervoor is Transient Ischaemic Attack, meestal afgekort tot TIA. Een TIA is een voorbijgaande beroerte. We spreken van een TIA als alle verschijnselen binnen 24 uur volledig over zijn. Meestal zijn de verschijnselen binnen enkele minuten verdwenen.
Een enkele keer duren de verschijnselen wat langer, bijvoorbeeld twee dagen.
Gelukkig gaan de verschijnselen bij een TIA weer over. Toch is het belangrijk om na een TIA onderzoek te laten doen naar de oorzaak ervan. Soms vindt men een oorzaak die goed te behandelen is. Behandeling kan nieuwe TIA’s of een beroerte met ernstiger gevolgen voorkomen. Soms vindt men helemaal geen oorzaak. Dan is het toch mogelijk om de kans op nieuwe TIA’s of een beroerte te verkleinen, bijvoorbeeld met medicijnen die de bloedstolling beïnvloeden.
Onderzoek en behandeling TIA
Als de huisarts vermoedt dat iemand een TIA heeft gehad (soms zijn er al méér geweest), dan roept hij vaak de hulp van de neuroloog (hersenspecialist) in. Het onderzoek en de behandeling van een TIA zijn bedoeld om de kans op een beroerte met blijvende gevolgen te verminderen. De neuroloog zoekt naar de oorzaak van de TIA. Misschien schakelt hij nog andere specialisten in, zoals de cardioloog (hartspecialist). Meestal krijgt iemand na een TIA een behandeling voorgeschreven met medicijnen die de vorming van bloedstolsels tegengaan. Iemand met een verhoogde bloeddruk krijgt bloeddrukverlagende medicijnen. Soms krijgt iemand cholesterolverlagende medicijnen. Het risico van nieuwe TIA’s en vooral van een beroerte met blijvende gevolgen, kan zo meestal sterk worden verkleind. Bij uitzondering zal de behandeling van TIA’s bestaan uit een operatie door de vaatchirurg. Als de oorzaak van de TIA ernstige slagaderverkalking in de halsslagader is, kan de slagaderverkalking soms met een operatie worden verwijderd.
TIA Service Traject binnen het ziekenhuis
U wordt doorverwezen door uw huisarts naar een neuroloog. Deze regelt voor u de afspraken voor verschillende onderzoeken. Gedurende de middag ondergaat u de volgende onderzoeken:
- CT-scan
- Bloedonderzoek
- Bloeddrukmetingen
- ECG
- Duplex
U meldt zich bij poli neurologie in Harderwijk, looproute 1.22 en in Lelystad, looproute 1.72
. Hier krijgt u een informatiepakket en wordt u verder verwezen naar het afname laboratorium in de afdeling radiologie.
CT-scan
Het CT-onderzoek wordt door de radiodiagnostisch laborant(e) en radioloog uitgevoerd. Bij het uitvoeren van de CT-scan wordt er gebruikt gemaakt van röntgenstraling.
- Wanneer u zwanger bent, of denkt te zijn, moet u dit ons vóór aanvang van het onderzoek melden. Dit is in belang van uw ongeboren baby.
- Wanneer u bekend bent met allergie voor jodium of contrastmiddel, wilt u dit dan vóór aanvang van het onderzoek aan de laborant(e) melden!
Bloedonderzoek
Het bloedonderzoek vindt plaats voordat u naar de poli neurologie gaat.
Werking multislice CT-scan
CT-scan staat voor computertomografie. Met behulp van dit zeer moderne apparaat worden fotografisch dunne dwarsdoorsneden van het menselijk lichaam gemaakt. U wordt met het te onderzoeken lichaamsdeel in een ring geplaatst. Deze ring draait om u heen. U ligt zelf stil op een tafelblad, dat gelijkmatig door de ring schuift. De computer meet constant de hoeveelheid röntgenstraling aan de andere kant van het lichaam en reconstrueert middels die meetgegevens de gedetailleerde röntgenbeelden. De stralingsdosis is meestal wel hoger dan van veel andere röntgenonderzoeken. Echter, de laborant en radioloog zullen de stralendosis zo beperkt mogelijk proberen te houden.
CT-onderzoek hoofd
Voor het CT-onderzoek van het hoofd is geen speciale voorbereiding nodig. Wel kunt u eventuele oorbellen, haarspelden en/of piercings beter thuis vast uit doen.
Soms wordt door de radioloog tijdens het onderzoek contrastvloeistof in een ader in uw arm gespoten. Dit is om weefsels anders zichtbaar te maken op de beelden.
Het onderzoek duurt ongeveer een kwartier.
Bloeddrukmetingen
Na de CT-scan op de afdeling radiologie en de bloedafname bij het laboratorium gaat u naar de poli neurologie. Hier zal de assistente uw bloeddruk meten.
ECG
Doel van het ECG-onderzoek
Bij het ECG-onderzoek wordt er een electrocardiogram van u gemaakt. Dat wil zeggen dat de electrische impulsen van uw hart worden geregistreerd. Op deze manier kan men bepalen hoe uw hartfunctie is en of er afwijkingen zijn.
Wie verricht het onderzoek?
Het onderzoek wordt meestal uitgevoerd door een medewerker van de functieafdeling.
Opzet en duur van het onderzoek
Het onderzoek neemt weinig tijd:
Voorbereiding: ± 5 minuten
Registratie: ± 2 minuten
Het totale onderzoek duurt dus nog geen 10 minuten.
Voorbereiding
Nadat u uw bovenkleding hebt opgehangen, neemt u plaats op de onderzoekstafel. Er wordt een aantal electrodes bevestigd op uw borst, armen en benen. Dit zijn dopjes die via een snoer in verbinding staan met het meetinstrument. De dopjes worden met een pasta op de huid vastgezet. De pasta geleidt de te meten stroompjes, die bij iedereen in het lichaam voorkomen.
Registratie
Vervolgens wordt u verzocht stil te liggen, dus niet te bewegen. De spieren zijn dan slap. Gedurende ongeveer een minuut zullen de stroompjes van uw hart geregistreerd worden. U voelt hier helemaal niets van. Het onderzoek is volkomen pijnloos. Het resultaat is een grafiek van uw hartslag: het electrocardiogram (ECG).
Schoonmaken
Na afloop van de registratie worden de dopjes weggehaald en zal men de pasta van uw lichaam verwijderen.
Duplex hals
Nu volgt een globaal overzicht van de gang van zaken rond een Duplex onderzoek in de halsvaten. Het is goed u te realiseren dat de situatie voor iedereen weer anders kan zijn.
Doel van het onderzoek
Duplexonderzoek is een onderzoek dat plaatsvindt met behulp van hoogfrequente geluidsgolven (ultrageluid). Deze methode maakt gebruik van het feit dat sommige weefsels, zoals vaten, de op hen gericht geluidsgolven sterker weerkaatsen dan andere weefsels. Op deze wijze wordt informatie verkregen over de structuur van de vaten. De weerkaatsing van het ultrageluid op de bloedstroom geeft informatie over de snelheid van het bloed dat door de vaten stroomt. Het onderzoek bij halsvaten heeft tot doel na te gaan of zich hier onregelmatigheden voordoen, die uw klachten kunnen verklaren.
Opzet en duur van het onderzoek
Het onderzoek duurt ongeveer een half uur.
Wie verricht het onderzoek?
Het onderzoek wordt uitgevoerd door één van de daarin gespecialiseerde laboranten van de functieafdeling.
Voorbereiding
Nadat u uw kleren hebt opgehangen neemt u plaats op de behandeltafel. Hier krijgt u op het te onderzoeken gebied een soort gel gesmeerd. Dit vlekt niet, omdat het op waterbasis is vervaardigd.
Onderzoek
Vervolgens zal men met de zogenaamde ‘taster’ over uw hals gaan. De taster zendt geluid uit naar het onderliggende gebied. Dit geluid wordt onder andere door de bloedvaten teruggekaatst en door de taster weer opgevangen. Op deze wijze ontstaat een beeld van uw vaten dat op een TV-scherm zichtbaar gemaakt wordt. Zonodig kan het beeld met video of foto’s worden vastgelegd. Het onderzoek is volkomen pijnloos.
Bloeddrukmetingen
Er wordt rond 15.00 uur opnieuw een bloeddrukmeting verricht op poli neurologie.
Poli neurologie
Aan het eind van de middag krijgt u van de neuroloog de uitslagen van de onderzoeken. Vooraf wordt nog eenmaal de bloeddruk gemeten door de assistente.
Vragen
Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben, dan kunt u die stellen aan uw huisarts of aan de poli neurologie, telefoon (0341) 463544.