Deze folder geeft u informatie over de procedure rond het aanleggen van een darmstoma (een kunstmatige uitgang). Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.
Een stoma
U heeft van uw arts gehoord dat er bij u een stoma moet worden aangelegd of dat de kans op een stoma bij uw operatie aanwezig is.
Een stoma is een kunstmatige uitgang voor ontlasting of urine. In deze folder zal alleen de stoma voor de ontlasting aan de orde komen. Een darmstoma is een kunstmatige opening van de darm die vastgehecht wordt in de huid van de buikwand. Een stoma wordt aangelegd wanneer de ontlasting het lichaam niet langs de natuurlijke weg kan verlaten. Ook kan een stoma nodig zijn om een deel van de darm rust te geven.
Onder normale omstandigheden is het mogelijk de ontlasting op te houden dankzij de kringspier van de anus. Met een stoma kan dat niet meer. De ontlasting die de stoma verlaat, moet worden opgevangen. Daar zijn speciale opvangmaterialen voor en methoden om het opvangen van de ontlasting te regelen.
Een stoma kan:
- aangelegd worden op de dunne darm (ileostoma) of op de dikke darm (colostoma).
- tijdelijk of blijvend zijn. Een tijdelijk stoma wordt bijvoorbeeld aangelegd om een darmdeel rust te geven, een blijvend stoma wordt aangelegd bijvoorbeeld wanneer de hele dikke darm verwijderd wordt.
- eindstanding zijn of dubbelloops. Een eindstanding stoma heeft één opening, een dubbelloops stoma heeft twee openingen naast of onder elkaar. Uit de ene opening komt de ontlasting, uit de andere alleen slijm (afkomstig van het slijmvlies van de darm). Een tijdelijk stoma is vaak dubbelloops.
Wanneer een deel van de darm wordt uitgeschakeld - er komt dan tijdelijk of blijvend geen ontlasting meer langs. Het slijmvlies van dat darmdeel kan nog wel steeds slijm produceren.
De plaats van de stoma
De plaats waar de stoma aangelegd zal worden, hangt af van een aantal factoren. Voor de operatie krijgt u een afspraak bij de stomaverpleegkundige.
Deze gespecialiseerde verpleegkundige geeft u voorlichting over de stoma en de gevolgen daarvan.Tevens bepaalt deze verpleegkundige, in overleg met u, de voorkeursplaats voor de stoma.
De plaatsbepaling hangt af van de vorm en de plooien van de buik en van de kleding die gedragen wordt. Toch zal dit slechts een aanduiding kunnen zijn. De operateur kan tijdens de operatie namelijk besluiten om de stoma op een andere locatie aan te leggen, omdat de gemarkeerde plaats technisch niet mogelijk is.
In geval van een spoedoperatie is die plaatsbepaling veel moeilijker. De plaats hangt dan helemaal af van de bevindingen tijdens de operatie. De meest voorkomende plaats voor een stoma is de rechter bovenbuik
Bloedverdunners
Het gebruik van bloedverdunnende medicijnen moet vaak één dag of een aantal dagen voor de operatie gestaakt worden. Dit moet echter altijd gebeuren in overleg met een arts. Meldt daarom het gebruik van bloedverdunners altijd aan degene die de operatie uitvoert. Indien u op aanraden van uw arts moet stoppen met de bloedverdunners en u bent onder behandeling bij een trombosedienst, dient u contact op te nemen met de trombosedienst binnen uw regio.
De operatie
Voor het aanleggen van een stoma is een opname in het ziekenhuis noodzakelijk. De operatie vindt plaats onder algehele anesthesie (narcose). De anesthesist geeft u hierover nadere informatie. De duur van de operatie is sterk afhankelijk van het soort operatie waarbij de stoma wordt aangelegd.
Bij het aanleggen van de stoma brengt de arts het darmdeel dat de stoma moet gaan vormen door een opening ter grootte van een euro door de buikwand naar buiten. De darm wordt vervolgens vastgehecht aan de huid. De binnenzijde van de darm (het slijmvlies) vormt dus het zichtbare stoma. Na de operatie wordt er een opvangzakje geplaatst over de stoma.
Voor een beeldverslag over een stoma op de dikke darm en een stoma op de dunne darm kunt u terecht op www.heelmeester.nl
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties aanwezig die bij een operatie altijd bestaan, zoals nabloeding, wondinfectie, trombose of longontsteking.
Wanneer de stoma verkleurd is, donkerrood of juist bleek, neem dan contact op met de stomaverpleegkundige.
Er zijn ook complicaties op langere termijn mogelijk:
- Er kan door de opening in de buikwand een zwelling naast de stoma ontstaan. Dat is dan waarschijnlijk een buikwandbreuk (hernia). Door het gat in de buikwand komt dan meer buikinhoud naar voren dan alleen het darmdeel dat de stoma vormt. Geeft dit veel klachten dan wordt deze breuk operatief hersteld als het technisch mogelijk is. Het kan zijn dat de stoma dan verplaatst moet worden.
- Soms treedt er op de lange duur een vernauwing op van de stoma. Oprekken kan dan nog wel eens helpen, soms is een nieuwe operatie nodig.
- Ook kan er een uitpuiling van het slijmvlies ontstaan (prolaps). Het gebruik van koude kompressen (10 x 10 gazen) doet de stoma vaak slinken. Bij klachten kan een nieuwe operatie nodig zijn. Dit probleem komt het meest voor na een acute operatie.
Na de behandeling
Na de operatie zal de aandacht gericht zijn op uw herstel en het leren omgaan met de stoma. Hierbij zal de stomaverpleegkundige een steun zijn.
Ook zal er aandacht zijn voor de voeding. Bepaalde voedingstoffen kunnen dunnere ontlasting geven, waardoor een snellere darmpassage of meer gasvorming optreedt. Dat kan bij een stoma hinderlijk zijn.
Na een ileostoma verliest u in het begin veel vocht en zout, eventuele tekorten zullen moeten worden aangevuld.
Ontslag uit het ziekenhuis
Als alles goed gaat, kunt u in het algemeen binnen enkele dagen na de operatie het ziekenhuis verlaten. Dit is afhankelijk van de soort operatie. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor de poliklinische controle. Wanneer speciale thuishulp (gezinszorg of wijkverpleging) nodig is, wordt die vanuit het ziekenhuis geregeld. Wanneer u weer helemaal van de operatie hersteld zal zijn, is moeilijk aan te geven. Dat zal afhangen van de grootte van de operatie, de aard van de aandoening en hoe u zich op dat moment voelt.
Meer informatie
Het zal duidelijk zijn dat een stoma altijd een grote verandering in het leven geeft, die met veel vragen en onzekerheden gepaard gaat. Dit boekje kan u daarbij van nut zijn, maar u heeft wellicht behoefte aan meer informatie.
Bij de Nederlandse Stomavereniging ‘Harry Bacon’ , telefoonnummer (0346) 26 22 86, kunt u terecht voor lotgenotencontact en informatie over bijvoorbeeld voeding, seksualiteit en sporten.
Vragen
Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend arts of huisarts.
Bij dringende vragen of problemen vóór uw behandeling kunt u zich het beste wenden tot de afdeling waar de behandeling plaats moet vinden. Wanneer zich thuis na de operatie problemen voordoen, neem dan contact op met de huisarts of het ziekenhuis.
- De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact met ons opnemen via het algemene nummer van het ziekenhuis: 0341-463911. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen.
-
Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van ziekenhuis St Jansdal.
Tot slot
Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan vernemen wij dat graag van u.