Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo).
Inleiding
Spirometrie
Binnenkort komt u naar het ziekenhuis voor een spirometrie. Een spirometrie is een longfunctie onderzoek. Met een spirometrie wordt gekeken hoeveel lucht u maximaal in en uit kunt ademen. Dat noemen we de longinhoud. Hier krijgt u meer informatie over de spirometrie en hoe u zich hierop kunt voorbereiden.
Voorbereiding
Bent u ziek of heeft u koorts?
Bel bij ziekte of koorts de polikliniek longgeneeskunde: 0341 - 46 37 43.
Medicatie stoppen
U moet uw longmedicatie tijdelijk stoppen. Alle andere medicatie moet u op de dag van het onderzoek gewoon doorgebruiken. Gebruikt u antibiotica of prednison? Neem dan contact op met de functieafdeling. Lees in de folder Longfunctieonderzoek, medicatielijst op de website van ziekenhuis St Jansdal hoe lang u van tevoren moet stoppen met uw longmedicatie.
Voorbereiding voor het onderzoek
-
Vermijd inspanningen voor het onderzoek. Doe op de dag van het onderzoek geen dingen waar u vermoeid door raakt. Denk hierbij aan sporten of zwaar lichamelijk werk.
-
U mag tenminste 4 uur voor het onderzoek niet roken.
-
U mag tenminste 12 uur voor het onderzoek geen alcohol drinken.
-
Voor het onderzoek hoeft u niet nuchter te zijn. Dat betekent dat u voor het onderzoek gewoon mag eten en drinken. Eet vlak voor het onderzoek geen zware maaltijd.
Wat neemt u mee?
-
Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort);
-
Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt. Dit wordt in sommige ziekenhuizen ook wel een AMO (Actueel Medicatie Overzicht) genoemd.
Het onderzoek
Spirometrie
Tekst video:
Met een spirometrie wordt er onderzoek gedaan naar de inhoud van uw longen. Voordat het onderzoek begint neemt u plaats op een stoel. Daarna neemt u het mondstuk in uw mond. Dit mondstuk is verbonden met een longfunctieapparaat, de spirometer.
Daarna krijgt u een klem op uw neus. Zo kan er geen lucht via uw neus ontsnappen als u in- of uitademt. Door het mondstuk ademt u diep in en daarna met kracht uit. Dit mag u een aantal keer herhalen. Vervolgens wordt het mondstuk uit uw mond gehaald en mag de knijper van uw neus. Daarna is het onderzoek klaar.
Het onderzoek duurt ongeveer 45 minuten.
Het onderzoek met een medicijnpufje
U krijgt een spirometrie om het effect van medicijnen te onderzoeken. U krijgt dan na de spirometrie een medicijnpufje. Na het innemen van de medicijnen wacht u 15 minuten en wordt de spirometrie herhaald.
Na het onderzoek
Na het onderzoek kunt u vermoeid zijn door de inspanning van het blazen. Dit trekt na even wachten weer weg.
De uitslag
Meestal heeft u een afspraak met een longarts voor de uitslag. Soms krijgt u de uitslag van de huisarts of een andere (behandelend) arts uit het ziekenhuis.
Mogelijke bijwerking na medicijnpufje
Als u een medicijnpufje hebt gehad kunt u zich wat gejaagd en trillerig voelen. Soms voelt u een versnelde hartslag.
Meer informatie
Het ademhalingsstelsel
Tekst video:
Ons ademhalingsstelsel ook wel het respiratoire systeem genoemd, bestaat uit verschillende onderdelen. We onderscheiden de bovenste luchtwegen: de neus, mondholte- en keelholte en de onderste luchtwegen: de grote- en kleine luchtwegen en de longblaasjes. Deze vormen samen de rechter en linker long. De longen bevinden zich in de borstkas die aan de binnenkant met het borstvlies bekleed is. Ook om onze longen bevindt zich een vlies, het longvlies. Dit vlies verdeeld onze linkerlong in 2 en de rechterlong in 3 kwabben. Tussen het borsten longvlies bevindt zich een vacuüm.
Onze longen hebben een spons-achtige structuur. Dit komt door de grote hoeveelheid longblaasjes, ook wel de alveoli genoemd. De longblaasjes worden omgeven door een netwerk van dunne bloedvaatjes: de haarvaten van de long. Onder onze longen bevindt zich het middenrif. Dit is een belangrijke spier met peesplaat die de longen en de buik van elkaar scheidt. Als we inademen trekt ons middenrif, naar beneden en gaat de ribbenkast omhoog en naar buiten. Inademen is een actief proces.
Door het vacuüm tussen het borstvlies en het longvlies beweegt de long met de ribbenkast mee naar buiten en met het middenrif mee naar beneden, waardoor de inhoud van de long toeneemt. Door de toenemende inhoud ontstaat er een onderdruk in de longen, waardoor er verse lucht, met daarin zuurstof, gaat stromen door de bovenste luchtwegen, richting de longblaasjes. In deze longblaasjes vindt de gas-wisseling plaats. De ingeademde zuurstof wordt via de longblaasjes afgegeven aan het bloed en naar onze organen getransporteerd. Het afvalgas dat onze organen produceren, koolzuur, wordt door ons bloed naar de longen gebracht om via de longblaasjes en de luchtwegen uitgeademd te worden. Tijdens het uitademen ontspant ons middenrif en komt deze omhoog. De ribbenkast zakt weer naar beneden waardoor de inhoud van de borst afneemt en er een overdruk in de longen ontstaat. Door deze overdruk gaat er lucht stromen vanuit de longblaasjes richting de mond en de neus. Uitademen is een passief proces.
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.