Wat is een pneumodilatatie van de slokdarm?
Pneumodilatatie van de slokdarm is het oprekken (dilateren) van de onderste sluitspier van de slokdarm met behulp van een met lucht (pneumo) gevulde ballon.
Voorbereiding
Om de behandeling goed te kunnen uitvoeren, moeten uw slokdarm en maag goed leeg zijn.
Eten en drinken
-
Tot 6 uur voor het onderzoek mag u een licht ontbijt eten. Bijvoorbeeld 2 beschuiten, 2 crackers of 1 boterham met een beetje jam.
-
Tot 2 uur voor het onderzoek mag u alleen heldere dranken drinken. Dit kan koffie zonder melk, thee, water of appelsap zijn.
-
Daarna mag u niets meer drinken tot het onderzoek.
-
Als u medicijnen gebruikt, mag u die innemen met een klein beetje water.
Voorbeeld:
Heeft u om 11.00 uur het onderzoek? Dan mag u vanaf 5.00 uur niets meer eten. Vanaf 9.00 uur mag u niets meer drinken.
Omdat deze behandeling juist vooral wordt toegepast bij mensen met een stoornis in de slokdarmfunctie wordt zo nodig met u afgesproken om al langer voor de behandeling geen vast voedsel meer te gebruiken.
Als u pufjes gebruikt voor de luchtwegen kunt u deze doorgebruiken.
Hoe verloopt het onderzoek?
De behandeling vindt plaats op de röntgenafdeling. In de röntgenkamer wordt een infuusnaald in uw hand of arm ingebracht. Hierna wordt u verzocht om op uw linkerzij te gaan liggen en krijgt u een bijtring in de mond om uw gebit en de gastroscoop te beschermen. Als u losse gebitsdelen heeft, wordt u verzocht deze uit te doen.
De sedationist (medewerker van de afdeling anesthesie) geeft u via het infuus de slaapmedicatie.
De gastroscoop wordt via de mond en keelholte ingebracht en vervolgens via de slokdarm naar de maag geleid. Aan het eind van de scoop bevindt zich een cameraatje, waarmee de maag-darm-leverarts de binnenkant van de slokdarm kan bekijken en de juiste plaats van de sluitspier kan bepalen. Vervolgens wordt een ballon ter hoogte van de onderste sluitspier ingebracht en daar opgeblazen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van röntgendoorlichting om de juiste plaats te bepalen en te controleren.
Na de behandeling wordt u teruggebracht naar de uitslaapkamer en als u voldoende wakker bent en de controles zijn goed, kunt u weer naar huis.
Hoe lang duurt het onderzoek?
U bent in totaal ongeveer 30 minuten in de behandelkamer. Het onderzoek/behandeling zelf neemt ongeveer 15 minuten in beslag. Na afloop verblijft u nog enige tijd op de uitslaapkamer. Van u wordt verwacht dat uw begeleider na uitslaaptijd direct aanwezig is om u naar huis te begeleiden. Bij uitzondering kan het verstandig blijken dat u na de behandeling opgenomen moet blijven in het ziekenhuis.
Na het onderzoek
Na het onderzoek kunt u uw normale eetpatroon hervatten. U kunt nog enige tijd last hebben van een gevoelige keel en iets boeren ten gevolge van de lucht die tijdens het onderzoek is ingeblazen. Eventuele medicatie kunt u weer volgens voorschrift innemen.
Wat zijn de risico’s?
Een pneumodilatatie is over het algemeen een veilige ingreep. Complicaties die kunnen optreden zijn een bloeding of incidenteel een perforatie.
Contact
Neem in onderstaande gevallen contact op met het ziekenhuis:
- Als u na de behandeling bloed braakt of zwarte of teerachtige ontlasting heeft.
- Als u aanhoudende heftige pijn in de bovenbuik of achter het borstbeen en hoge koorts heeft.
- Als het eten de slokdarm veel slechter wil passeren.
U kunt ons bereiken op de volgende telefoonnummers:
-
Endoscopie afdeling 0341 - 46 35 38 (vragen over de planning), maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 16.30 uur.
-
Poli MDL 0341 - 46 38 99 keuze 2 (medisch inhoudelijke vragen), maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 16.30 uur.
-
Buiten kantooruren via SEH: telefoon 0341 - 46 38 55.
Heeft u na uw bezoek aan het ziekenhuis vragen?
De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact met ons opnemen via het algemene nummer van het ziekenhuis: 0341 - 46 39 11. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen. Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van ziekenhuis St Jansdal. U zult sowieso nog een afspraak op de polikliniek van uw behandelend specialist gaan krijgen enige tijd ná de behandeling.
Aandachtspunten
- Bent u bekend met diabetes mellitus, leest u dan de folder: Diabetes mellitus en nuchter voor onderzoek (uitgezonderd coloscopie) instructie bloedsuikerverlagende medicijnen.
- Sieraden en andere kostbaarheden kunt u beter thuislaten.
- U kunt tijdens het onderzoek uw “gewone” kleding aanhouden. Vermijdt u echter strak zittende of knellende kleding.
-
Vlak voor het onderzoek krijgt u een slaapmiddel toegediend. Dit beïnvloedt uw reactievermogen. Daarom mag u 24 uur na het onderzoek niet deelnemen aan het verkeer en is het noodzakelijk dat u begeleiding meeneemt. U mag niet alleen naar huis, ook niet met het openbaar vervoer of de taxi. Wanneer u niet begeleid of opgehaald kunt worden, is het niet mogelijk dat u slaapmedicatie krijgt.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
-
Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort).
-
Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt.
-
De medicijnen die u gebruikt.
-
Uw gebittenbakje en brillenkoker.
Aanwijzingen bloedverdunners
(N.B. onderstaande informatie is alleen van toepassing als u bloedverdunners gebruikt)
Soms moeten bloedverdunners een aantal dagen voor het onderzoek gestopt worden.
Dit moet echter altijd gebeuren in overleg met een arts. Neemt u daarom contact op met de arts die het onderzoek aanvraagt. Hieronder volgt een globale richtlijn:
Niet stoppen:
Trombocytenaggregatieremmer zoals: Acetylsalicylzuur, Carbasalaatcalcium (Ascal),
Dipyridamol (Persantin), Clopidogrel (Plavix), Prasugrel (Efient) en Ticargrelor (Brilique)
Overleg Trombosedienst:
Acenocoumarol of Fenprocoumon (Marcoumar)
Overleg arts:
DOAC (Direct werkende Orale AntiCoagulantia) zoals: Rivaroxaban (Xarelto), Dabigatran, (Pradaxa), Apixaban (Eliquis), Edoxaban (Lixiana
Indien nodig geeft de arts die de behandeling verricht u na afloop daarvan aanvullend advies over het herstarten van de medicatie.