Waarom een sigmoïdoscopie?
Een sigmoïdoscopie kan worden verricht bij klachten over een verandering in het ontlastingspatroon, bloedverlies, buikpijn of als controle na een eerdere scopie. Met dit onderzoek kunnen afwijkingen als aambeien, (chronische) ontsteking, poliepen, uitstulpinkjes (divertikels) en kanker worden vastgesteld. In principe worden poliepen tijdens het onderzoek direct verwijderd. In sommige gevallen kan een poliep niet (ineens) verwijderd worden en is een vervolgonderzoek noodzakelijk.
Wat is een sigmoïdoscopie?
Het sigmoïd is het S-vormige gedeelte van de dikke darm direct boven de endeldarm. Een sigmoïdoscopie is een inwendig onderzoek waarbij de endeldarm en het onderste gedeelte van de dikke darm (tot en met het sigmoïd) bekeken worden. Het onderzoek wordt verricht met behulp van een endoscoop; een flexibele, bestuurbare slang waarin een camera bevestigd is. Deze wordt via de anus ingebracht. De endoscoop en camera zijn verbonden met een beeldscherm, zodat de arts uw darmen nauwkeurig kan bekijken.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door een maag-darm-leverarts (MDL-arts). Deze wordt tijdens het onderzoek bijgestaan door twee endoscopieverpleegkundigen. Zij zullen u vlak voor en tijdens het onderzoek zoveel mogelijk toelichting en aanwijzingen geven.
Hoe verloopt het onderzoek?
Indien u tijdens de scopie een "roesje" krijgt toegediend, krijgt u van de verpleegkundige op de scopieafdeling een infuus. Vervolgens wordt u naar de onderzoekkamer gebracht en maakt u kennis met de zorgverleners die het onderzoek bij u zullen uitvoeren. Hierna wordt u verzocht om op uw linkerzij te gaan liggen en uw knieën op te trekken. Indien nodig wordt via het infuus de medicatie voor het “roesje” toegediend. Daarna wordt de scoop via de anus ingebracht en vervolgens opgevoerd tot en met het sigmoïd. Hierbij wordt koolzuurgas (CO2) ingeblazen om de darmen te ontplooien. Dit geeft een vol, soms pijnlijk gevoel. Nadat de arts het hele gebied nauwkeurig heeft onderzocht, wordt de endoscoop verwijderd en is het onderzoek klaar. U wordt teruggebracht naar de dagopname.
Wat zijn de risico’s?
Een sigmoïdoscopie is een veilig onderzoek. Toch kan er een enkele keer een complicatie optreden. Dit kunnen een nabloeding en een perforatie zijn. Dit risico is zeer laag, maar in zeldzame gevallen kan er hierdoor een operatie nodig zijn.
Hoe lang duurt het onderzoek?
U bent in totaal ongeveer 45 minuten in de behandelkamer. Het onderzoek zelf duurt ongeveer 15-30 minuten. Na afloop verblijft u nog enige tijd op de dagopname. Van u wordt verwacht dat uw begeleider na uitslaaptijd direct aanwezig is om u naar huis te begeleiden.
Na het onderzoek
Als u geen roesje heeft gehad, kunt u bij terugkomst op de dagopname weer naar huis.
Indien u een roesje heeft gehad, meten verpleegkundigen regelmatig uw bloeddruk en controleren zij het zuurstofgehalte in uw bloed. Vlak voordat u naar huis gaat, wordt het infuus verwijderd.
U kunt uw normale eetpatroon hervatten. Eventuele medicatie kunt u weer volgens voorschrift innemen.
Wanneer is de uitslag bekend?
Meteen na het onderzoek geeft de arts een eerste indruk aan de verpleegkundigen van de verpleegafdeling door. Tevens wordt er direct een verslag gestuurd naar de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Indien nodig krijgt u een controleafspraak bij de MDL-arts mee.
Eten en drinken
Als u geen roesje krijgt:
- U mag tot 2 uur voor het onderzoek gewoon eten en drinken.
- Daarna mag u niets meer eten en drinken tot het onderzoek.
Als u wel een roesje krijgt:
- U mag tot 6 uur voor het onderzoek een licht ontbijt eten. Bijvoorbeeld 2 beschuiten, 2 crackers of 1 boterham met een beetje jam.
- Tot 2 uur voor het onderzoek mag u alleen heldere dranken drinken. Bijvoorbeeld koffie (zonder melk), thee, water of appelsap.
- Daarna mag u niets meer drinken tot het onderzoek.
- Als u medicijnen gebruikt mag u deze innemen met een klein beetje water.
Voorbeeld:
Heeft u om 11.00 uur het onderzoek? Dan mag u vanaf 5.00 uur niets meer eten. Vanaf 9.00 uur mag u niets meer drinken.
Uw darmen schoonmaken
Voor het onderzoek is het belangrijk dat het onderste gedeelte van uw darm goed schoon is.
1 dag voor het onderzoek:
- De avond voor het onderzoek neemt u om 21.00 uur 2 tabletten Bisacodyl 5 mg.
Dag van het onderzoek:
- Op de afdeling krijgt u voorafgaande aan het onderzoek 1 of 2 klysma’s.
Contact
Neem contact op wanneer u na het onderzoek last heeft van de volgende klachten:
-
Koorts boven de 38.5° C.
- Aanhoudende buikpijn die uiterlijk drie dagen na de scopie begonnen is.
- Bloedverlies en/of zwarte ontlasting tot uiterlijk tien dagen na de scopie begonnen.
U kunt ons bereiken op de volgende telefoonnummers:
Planning Endoscopie 0341 - 46 35 38 (vragen over de planning en voorbereiding, maandag t/m vrijdag 08.30-16.30 uur).
Poli MDL 0341 - 46 38 99 -keuze 2 (medisch inhoudelijke vragen, maandag t/m vrijdag 08.30-16.30 uur).
Heeft u na uw bezoek aan het ziekenhuis vragen?
De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact met ons opnemen via het algemene nummer van het ziekenhuis: 0341 - 46 39 11. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen. Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van ziekenhuis St Jansdal.
Aandachtspunten
- Als u vlak voor het onderzoek een roesje krijgt toegediend, is het noodzakelijk dat u begeleiding meeneemt. U mag niet alleen naar huis, ook niet met het openbaar vervoer of met de taxi. Wanneer u niet begeleid of opgehaald kunt worden, is het niet mogelijk dat u een roesje krijgt.
Gerelateerde folder: Sedatie tijdens onderzoek.
- Uw medicatie moet u op de dag van het onderzoek gewoon blijven gebruiken (tabletten mogen met een slokje water tot uiterlijk twee uur vóór het onderzoek ingenomen worden of anders na het onderzoek) tenzij uw arts andere instructies heeft gegeven.
- Indien u pufjes gebruikt voor de luchtwegen kunt u deze doorgebruiken.
- Lees indien van toepassing ook de aanwijzingen voor gebruik bloedverdunners verderop in deze folder.
- Heeft u diabetes? Lees dan de gerelateerde folder: Diabetes mellitus en nuchter voor onderzoek (uitgezonderd coloscopie), instructie bloedsuikerverlagende medicijnen.
- Tijdens het onderzoek kunt u uw 'gewone' kleding aanhouden. Vermijdt u echter strak zittende of knellende kleding.
Sieraden en andere kostbaarheden kunt u beter thuislaten.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort).
Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt.
De medicijnen die u gebruikt.
- Extra ondergoed
Aanwijzingen voor gebruik bloedverdunners
(N.B. onderstaande informatie is alleen van toepassing als u bloedverdunners gebruikt)
Soms moeten bloedverdunners een aantal dagen voor het onderzoek gestopt worden. Dit moet altijd gebeuren in overleg met een arts. Neemt u daarom contact op met de arts die het onderzoek aanvraagt. Hieronder volgt een globale richtlijn:
Niet stoppen:
Trombocytenaggregatieremmer zoals: Acetylsalicylzuur, Carbasalaatcalcium (Ascal), Dipyridamol (Persantin), Clopidogrel (Plavix), Prasugrel (Efient) en Ticargrelor (Brilique)
Overleg Trombosedienst:
Acenocoumarol (Sintrom) of Fenprocoumon (Marcoumar)
Overleg arts:
DOAC (Direct werkende Orale Anti Coagulantia) zoals: Rivaroxaban (Xarelto), Dabigatran (Pradaxa), Apixaban (Eliquis), Edoxaban (Lixiana)
Indien nodig geeft de arts die het onderzoek verricht u na het onderzoek aanvullend advies over het herstarten van de medicatie, mede afhankelijk van de uitkomsten van de scopie.