Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo) .
Cytologische punctie
U heeft een afspraak voor een cytologische punctie. We halen dan met een dunne, holle naald cellen en/of vocht weg voor verder onderzoek. Uw arts heeft u verteld waarom deze punctie nodig is en op welk lichaamsdeel de punctie plaatsvindt.
Voorbereiding
Bloedverdunners (antistollingsmiddelen)
Als u bloedverdunnende middelen gebruikt, moet u mogelijk tijdelijk stoppen met het gebruik daarvan. Uw arts bespreekt dit met u.
Zwanger
Meld het aan uw arts wanneer u zwanger bent of zwanger denkt te zijn.
Verdere voorbereiding
Er is verder geen speciale voorbereiding nodig. U mag gewoon eten en drinken voor uw afspraak.
Wat moet ik meenemen?
- De pas van uw ziektekostenverzekering.
- Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort).
- Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt. Dit wordt in sommige ziekenhuizen ook wel een AMO (Actueel Medicatie Overzicht) genoemd.
De punctie
In deze animatie wordt de patiënt in de hals geprikt. De punctie kan echter ook op andere lichaamsdelen gedaan worden.
Tekst video:
Bij een cytologische punctie wordt met een dunne naald cellen en vocht uit het lichaam gehaald. De cellen en het vocht worden daarna in het laboratorium verder onderzocht. Voordat de punctie begint, neemt u plaats op de onderzoekstafel. Afhankelijk van de plaats van de punctie ligt u op uw rug, buik of zij. De plek van de punctie wordt schoongemaakt. Daarna wordt de plek afgedekt met een steriele doek. Meestal wordt er bij de punctie gebruik gemaakt van een echoapparaat. Met het echoapparaat zoekt de zorgverlener de plaats waar de punctie genomen moet worden. De zorgverlener brengt daarna de naald in. Dit kan even gevoelig zijn. Als de naald op de juiste plek zit, beweegt de zorgverlener deze heen en weer. Er wordt een kleine hoeveelheid vocht met cellen opgezogen. Wanneer er voldoende vocht en cellen zijn afgenomen, verwijdert de arts de naald. Het wondje wordt afgedekt. Daarna is de punctie klaar.
Punctie met een CT
In sommige gevallen wordt er tijdens het onderzoek gebruik gemaakt van een CT-scan om de plaats van de punctie te bepalen.
De punctie duurt ongeveer 15 minuten.
Nazorg
Na de punctie
In sommige gevallen moet u na de punctie nog even in het ziekenhuis blijven. Dit hangt af van de plaats van de punctie. Een zorgverlener geeft u informatie over eventuele bedrust en andere regels waar u zich aan moet houden.
Pleister
De pleister die gebruikt wordt, mag dezelfde dag verwijderd worden. Het wondje moet droog zijn.
Uitslag van het onderzoek
De uitslag van het onderzoek krijgt u op een later moment van de specialist die het onderzoek heeft aangevraagd.
Risico op complicaties
De kans op complicaties is erg klein. Er is een kleine kans op een bloeding (blauwe plek) op de prikplaats. Als u klachten krijgt waarvan u denkt dat ze met de punctie te maken hebben, neem dan contact op met uw behandelend specialist. Bijvoorbeeld als u ernstige pijn krijgt, duizelig wordt, een grote bloeduitstorting krijgt, als u zich niet goed voelt of het benauwd krijgt.
Meer weten?
Celonderzoek bij cytologie
Tekst video:
Artsen doen hun uiterste best om te onderzoeken wat er precies met u als patiënt aan de hand is en welke behandeling het best bij u past. Dit doen ze niet alleen, maar samen met verschillende specialisten. De klinisch pathologen en analisten in het laboratorium vormen een belangrijke groep experts die de arts helpen om tot een diagnose en een goed behandelplan te komen. Tijdens een onderzoek of behandeling kan er lichaamsmateriaal worden afgenomen om op celniveau verder te onderzoeken. Dit kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld door een punctie, een uitstrijkje of een spoeling. Maar ook urine of opgehoest longslijm kan worden onderzocht
Eenmaal in het laboratorium wordt het lichaamsmateriaal voorzien van een uniek nummer dat gekoppeld is aan uw naam, zodat het exact te volgen is tijdens het onderzoeksproces. Om het materiaal op celniveau te onderzoeken gaat het naar de afdeling Cytologie. Op deze afdeling wordt het meeste materiaal allereerst in een centrifuge gedaan om de cellen en het vocht van elkaar te scheiden. Door het centrifugeren klonteren de cellen samen op de bodem en kunnen deze worden aangebracht op een objectglaasje. Sommige machines kunnen de cellen zonder tussenkomst van een medewerker op een glaasje aanbrengen.
De glaasjes met cellen worden eerst gekleurd. Deze cel- en kernkleuring zorgen ervoor dat afwijkingen in cellen beter zichtbaar worden. Naast een basiskleuring zijn er aanvullende kleuringen mogelijk om cellen verder te onderzoeken. Vervolgens worden de glaasjes afgedekt. Na het kleuren worden de objectglaasjes onder een microscoop bekeken door een cytologisch analist. Cytologisch analisten zijn gespecialiseerd in het herkennen van normale- en afwijkende cellen.
Als alles er normaal uit ziet maakt de analist een rapport dat in samenspraak met een klinisch patholoog wordt doorgestuurd naar de behandelend arts. Mochten er wel afwijkingen worden waargenomen, dan zullen een tweede cytologisch analist en een klinisch patholoog betrokken worden bij het stellen van een diagnose. Na deze zorgvuldige beoordeling wordt de behandeld arts hierover geïnformeerd. Het onderzoeken van cytologisch materiaal is een nauwkeurig proces en duurt gemiddeld 3 tot 5 werkdagen. In spoedsituaties kan het cytologisch onderzoek versneld worden en kan de uitslag binnen 1 werkdag bekend zijn.
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.