Wat is een pneumodilatatie van de slokdarm?
Pneumodilatatie van de slokdarm is het oprekken (dilateren) van de onderste sluitspier van de slokdarm met behulp van een met lucht (pneumo) gevulde ballon.
Voorbereiding
Om de behandeling goed te kunnen uitvoeren, moeten uw slokdarm en maag goed leeg zijn.
Daarom blijft u de avond vóór het onderzoek vanaf 22.00 uur helemaal nuchter (niets meer eten en/of drinken). Tabletten die u van uw arts door moet gebruiken kunt u indien nodig met een slokje water tot uiterlijk twee uur vóór het onderzoek innemen of anders na het onderzoek. Indien u pufjes gebruikt voor de luchtwegen kunt u deze doorgebruiken.
Omdat deze behandeling juist vooral wordt toegepast bij mensen met een ernstige stoornis in de slokdarmfunctie wordt zo nodig met u afgesproken om al langer voor de behandeling geen vast voedsel meer te gebruiken.
Hoe verloopt het onderzoek?
De behandeling vindt plaats op de röntgenafdeling. Op de röntgenkamer wordt een infuusnaald in uw hand of arm ingebracht. Hierna wordt u verzocht om op uw linkerzij te gaan liggen en krijgt u een bijtring in de mond om uw gebit en de gastroscoop te beschermen. Als u losse gebitsdelen heeft, wordt u verzocht deze uit te doen.
De sedationist (medewerker van de afdeling anesthesie) geeft u via het infuus de slaapmedicatie.
De gastroscoop wordt via de mond en keelholte ingebracht en vervolgens via de slokdarm naar de maag geleid. Aan het eind van de scoop bevindt zich een cameraatje, waarmee de maag-darm-leverarts de binnenkant van de slokdarm kan bekijken en de juiste plaats van de sluitspier kan bepalen. Vervolgens wordt een ballon ter hoogte van de onderste sluitspier ingebracht en daar opgeblazen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van röntgendoorlichting om de juiste plaats te bepalen en te controleren.
Na de behandeling wordt u teruggebracht naar de uitslaapkamer en als u voldoende wakker bent en de controles zijn goed, kunt u weer naar huis.
Hoe lang duurt het onderzoek?
U bent in totaal ongeveer 30 minuten in de behandelkamer. Het onderzoek/behandeling zelf neemt ongeveer 15 minuten in beslag. Na afloop verblijft u nog enige tijd op de uitslaapkamer. Van u wordt verwacht dat uw begeleider na uitslaaptijd direct aanwezig is om u naar huis te begeleiden. Bij uitzondering (tekenen van complicatie, zie onder) kan het verstandig blijken dat u na de behandeling opgenomen moet blijven in het ziekenhuis.
Na het onderzoek
Na het onderzoek kunt u uw normale eetpatroon hervatten. U kunt nog enige tijd last hebben van een gevoelige keel en iets boeren ten gevolge van de lucht die tijdens het onderzoek is ingeblazen. Eventuele medicatie kunt u weer volgens voorschrift innemen.
Wat zijn de risico’s?
Een pneumodilatatie is over het algemeen een veilige ingreep. Complicaties die kunnen optreden zijn een bloeding of incidenteel een perforatie.
Contact
Neem in onderstaande gevallen contact op met het ziekenhuis:
- Als u na de behandeling bloed braakt of zwarte of teerachtige ontlasting heeft.
- Als u aanhoudende heftige pijn in de bovenbuik of achter het borstbeen en hoge koorts heeft.
- Als het eten de slokdarm veel slechter wil passeren.
U kunt ons bereiken op de volgende telefoonnummers:
Endoscopie afdeling 0341-463538 (vragen over de planning), maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 16.30 uur.
Poli MDL 0341-463899 keuze 2 (medisch inhoudelijke vragen), maandag t/m vrijdag van 08.30 uur tot 16.30 uur.
Buiten kantooruren via SEH: telefoon 0341-463855.
Heeft u na uw bezoek aan het ziekenhuis vragen?
De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact met ons opnemen via het algemene nummer van het ziekenhuis: 0341-463911. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen. Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van ziekenhuis St Jansdal. U zult sowieso nog een afspraak op de polikliniek van uw behandelend specialist gaan krijgen enige tijd ná de behandeling.
Aandachtspunten
- Uw medicatie moet u op de dag van het onderzoek gewoon blijven gebruiken (tabletten mogen met een slokje water tot uiterlijk twee uur vóór het onderzoek ingenomen worden of anders na het onderzoek) tenzij uw arts andere instructies heeft gegeven. Uitzondering hierop zijn sommige bloedverdunners (zie verderop).
- Bent u bekend met diabetes mellitus, leest u dan de folder: Diabetes mellitus en nuchter voor onderzoek (uitgezonderd coloscopie) instructie bloedsuikerverlagende medicijnen.
- Sieraden en andere kostbaarheden kunt u beter thuislaten.
- U kunt tijdens het onderzoek uw “gewone” kleding aanhouden. Vermijdt u echter strak zittende of knellende kleding.
-
Vlak voor het onderzoek krijgt u een slaapmiddel toegediend. Dit beïnvloedt uw reactievermogen. Daarom mag u 24 uur na het onderzoek niet deelnemen aan het verkeer en is het noodzakelijk dat u begeleiding meeneemt. U mag niet alleen naar huis, ook niet met het openbaar vervoer of de taxi. Wanneer u niet begeleid of opgehaald kunt worden, is het niet mogelijk dat u slaapmedicatie krijgt.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
- De zorgpas van uw verzekering.
- Uw patiëntenpas van ziekenhuis St Jansdal (indien u geen pas heeft of deze verlopen is verzoeken wij u een nieuwe pas te maken bij de receptie).
- Geldig legitimatiebewijs, bij voorkeur paspoort of rijbewijs. De legitimatieplicht geldt voor iedereen ongeacht leeftijd.
- Een recente lijst van de door u gebruikte medicijnen, verkrijgbaar bij de apotheek. Denk ook aan medicatie die niet op recept verstrekt wordt.
- Uw eigen medicatie.
Aanwijzingen bloedverdunners
(N.B. onderstaande informatie is alleen van toepassing als u bloedverdunners gebruikt)
Soms dienen bloedverdunners een aantal dagen voor het onderzoek gestaakt te worden.
Dit moet echter altijd gebeuren in overleg met een arts. Neemt u daarom contact op met de arts die het onderzoek aanvraagt. Hieronder volgt een globale richtlijn:
Niet stoppen:
Trombocytenaggregatieremmer zoals: Acetylsalicylzuur, Carbasalaatcalcium (Ascal),
Dipyridamol (Persantin), Clopidogrel (Plavix), Prasugrel (Efient) en Ticargrelor (Brilique)
Overleg Trombosedienst:
Acenocoumarol of Fenprocoumon (Marcoumar)
Overleg arts:
DOAC (Direct werkende Orale AntiCoagulantia) zoals: Rivaroxaban (Xarelto), Dabigatran, (Pradaxa), Apixaban (Eliquis), Edoxaban (Lixiana
Indien nodig geeft de arts die de behandeling verricht u na afloop daarvan aanvullend advies over het herstarten van de medicatie.