Wat is een goedaardige prostaatvergroting?

Een goedaardige vergroting van de prostaat wordt ook wel benigne prostaat hyperplasie (BPH) genoemd. 

De prostaat is een klier die rondom de plasbuis zit, en zich onder de blaas bevindt. Bij een goedaardige vergroting groeit de prostaat geleidelijk aan. De prostaat kan dan de plasbuis steeds iets verder dichtdrukken. Ook kan de prostaat gaan uitpuilen in de blaas. Het gevolg is dat de blaas(spier) harder moet werken om (leeg) te plassen. Vanaf het vijftigste levensjaar kan de prostaat zo groot zijn dat er geleidelijk aan klachten ontstaan met plassen. 

De operatie

Voor een goedaardige vergroting van de prostaat zijn twee verschillende operaties mogelijk. De uroloog bespreekt met u welke operatie bij u zal worden uitgevoerd. 

• Green Light Laser (GLL) 
• Trans Urethrale Resectie van de Prostaat (TURP) 

Green Light Laser

De GLL is een kijkoperatie via de plasbuis. Hierbij wordt met laserstralen van de Green Light Laser het overtollige prostaatweefsel verdampt. Het doel van de GLL is het verwijderen van overtollig weefsel, zodat er weer genoeg ruimte is om normaal te kunnen plassen. 

Trans Urethrale Resectie van de Prostaat

De TURP is een kijkoperatie via de plasbuis. Via een cystoscoop brengt de uroloog een dun instrument in. Hiermee wordt het overtollige weefsel wat de blaas in groeit van binnenuit weg geschraapt, zodat de plasbuis weer voldoende ruimte krijgt. 

Voorbereiding

• De uroloog bespreekt met u wat u moet doen als u bloedverdunners gebruikt. 
• De uroloog bespreek met u of  het noodzakelijk is dat u tijdens deze ingreep een katheter suprapubisch - SPC (buikkatheter) krijgt. Zie hiervoor de folder Suprapubisch katheter.
• U heeft voor de operatie een afspraak met de anesthesist. Met de anesthesist bespreekt u de vorm van verdoving. 
• U hoort van het opnamebureau vanaf welk tijdstip u nuchter moet blijven. Hierover krijgt u één tot twee dagen voor de operatie bericht. 
• Voor deze operatie wordt u opgenomen op de verpleegafdeling. 

Na de operatie

• U gaat naar de recovery (uitslaapkamer). Hier blijft u tot u goed wakker bent en de pols en bloeddruk goed zijn. Ook wordt gekeken of de urine goed van kleur is, en er niet (teveel) bloed bij de urine zit. 
• U heeft via de plasbuis een katheter met een spoelsysteem. Deze katheter is nodig om de wond rust te geven. Via deze katheter wordt de blaas geleegd en gespoeld. 
• In sommige gevallen heeft u ook een SPC. De uroloog bespreekt met u hoe lang de SPC blijft zitten. 
• De uroloog bespreekt met u wanneer u weer mag starten met de bloedverdunners (als u deze gebruikt). 
• De katheter via de plasbuis wordt een dag na de operatie verwijderd. 
• De dag na de operatie mag u naar huis. Wij adviseren u niet zelf naar huis te rijden.

Leefregels gedurende zes weken

• Niet fietsen of andere sportieve activiteiten. 
• Geen zwaar lichamelijk werk verrichten. Denk ook aan tuinieren. 
• Niet persen bij het krijgen van ontlasting om de wondgenezing te bevorderen en de kans op een bloeding in het operatiegebied te verminderen. 
• Veel drinken, minimaal twee liter per dag. 
• Geen alcohol gebruiken. Alcohol bevordert het ontstaan van bloedingen. 
• Geen geslachtsgemeenschap. 
• Bij pijn zo nodig paracetamol, vier keer per dag twee tabletten. 

Klachten die u kunt ervaren in de weken na de operatie

• Er kan bloed bij de urine zitten. Dit is niet verontrustend. U moet wat meer drinken dan normaal en het even rustig aan doen. Zolang u goed kunt plassen kan dit geen kwaad. 
• U kunt last hebben van flinke aandrang tot plassen. U kunt ook moeite hebben met het ophouden van de urine waardoor u het toilet niet op tijd haalt. Ook kunt u druppelsgewijs urine verliezen. Als de wond herstelt zullen deze klachten afnemen. 
• Het plassen kan de eerste tijd moeizaam gaan en een schrijnend gevoel geven. 
• In de eerste maanden na de operatie kunt u bloed en stukjes weefsel plassen. Dit heeft te maken met korstjes die loslaten in de prostaat. Dit hoort bij de wondgenezing. 

Wanneer contact opnemen?

• Als u langer dan drie dagen bloederige (helder rode of donker rode) urine heeft. 
• Bij veel stolsels in de urine waardoor u niet of niet goed kunt plassen. Of als de SPC katheter hierdoor niet (goed) loopt. 
• Aanhoudend kleine beetjes plassen en het gevoel de blaas niet (goed) leeg te plassen. 
• Koorts > 38.5 graden 

Controle

Na drie maanden -of eerder indien de uroloog dit aangeeft- komt u op controle bij de uroloog.
De SPC katheter zal na overleg met de uroloog worden verwijderd.
Heeft u al eerder het gevoel de blaas goed leeg te kunnen plassen? Dan kunt u twee tot drie dagen bijhouden hoeveel u plast, en hoeveel er na het plassen nog uit de SPC komt.
Deze informatie kunt u telefonisch overleggen met polikliniek urologie. De assistentes overleggen dan met de uroloog of de SPC al eerder kan worden verwijderd. 

Telefoonnnummers
De eerste 24 uur na ontslag belt u met vragen naar de afdeling waar u opgenomen was. 

Na 24 uur belt u: 

• Poli urologie, maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur: 0341-463558. 

• Spoedeisende hulp, in avond, nacht en weekend: 0341-463911. 

Tot slot

Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw uroloog. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft kunt u ons bellen. Bel dan met de poli urologie.

Voor meer informatie op het gebied van urologie kunt u terecht op onze website: www.urologie.nl en www.allesoverurologie.nl.