Tips voor thuis
Eindelijk mag uw kindje naar huis. Een spannende periode breekt aan. Er zullen veel vragen rijzen, onzekere momenten zijn en wellicht bent u alle goedbedoelde adviezen die tijdens de opname gegeven zijn, kwijt. Voor ontslag krijgt u van de verpleegkundige informatie over de voeding, gebruik van medicijnen, behandeling en leefregels. Tevens krijgt u, indien nodig, een afspraak voor controle op de polikliniek Kindergeneeskunde. De kinderarts informeert uw huisarts over de opname, het ziekteverloop en het ontslag van uw kind.
Wanneer uw kindje met ontslag mag, zorgt de verpleegkundige ervoor dat de JGZ op de hoogte is gebracht middels een overdracht en/of eventueel de Premacare verpleegkundige ingeschakeld is. Zij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op voor het maken van een afspraak. In deze folder geven wij u daarom richtlijnen voor de verzorging van uw kindje. Deze zullen wij met u doornemen tijdens het ontslaggesprek. Het is van belang dat u vooraf¬gaand aan het ontslaggesprek deze informatie doorneemt, zodat u eventuele vragen kunt noteren of nadere uitleg kunt vragen.
Praktische tips
Temperatuur
De beste temperatuur voor een babykamer is tussen de 16°C en 18°C. Neem in het begin één keer per dag de temperatuur op van uw kind, bijvoorbeeld direct als het uit bed komt. Dan weet u of uw baby het warm genoeg heeft. Daarna is temperaturen alleen nodig als u vermoedt dat uw baby ziek is of nog niet goed op temperatuur blijft. U kunt het bedje zo nodig voorverwarmen met een kruik. Algemeen gelden de volgende adviezen:
- Gebruik de eerste zes maanden een gewone thermometer. Daarna mag u eventueel overgaan op een oor thermometer.
- Een normale lichaamstemperatuur is tussen de 36.7°C en de 37.3°C. Als de temperatuur lager is dan 36.7°C geef dan uw baby een extra deken of kruik in het bedje of wieg.
- Gebruik in bed een goed passend mutsje tot een gewicht van ongeveer 3 kilo.
- Leg een kruik altijd boven op de dekentjes met de sluiting naar beneden.
- Laat geen koude kruik in bed liggen want deze onttrekt juist weer de warmte aan uw baby.
- Ventileer de babykamer goed als uw baby in een andere ruimte is, bijvoorbeeld als u gaat voeden. Voordat u uw baby weer in het bedje legt moet het raam weer gesloten zijn.
- Voorkom te allen tijde tocht.
- Het badwater mag niet warmer dan 37°C zijn en de omgeving ongeveer 20°C. Uw baby mag niet te veel afkoelen.
- Wassen met zeep is niet elke dag nodig, dit kan ook alleen met water.
- Baden mag dagelijks, maar 1 à 2 keer per week is ook voldoende.
- Bij een droge of schrale huid kan badolie of babylotion worden gebruikt.
Slaaphouding
De JGZ verpleegkundige en kraamzorg adviseren u om uw baby op de rug te laten slapen. Draai het hoofdje afwisselend naar links en naar rechts. Het is bekend dat pasgeboren baby’s in hun slaap soms veel geluidjes maken, vaak steunend en kreunend, hier hoeft u zich geen zorgen om te maken.
Huilen
Het is normaal dat uw baby wel eens huilt. Probeer in eerste instantie een oorzaak te vinden voor het huilen en neem, indien mogelijk, deze oorzaak weg. Verder worden baby’s door koesteren bijna altijd rustig. Oorzaken van het huilen kunnen zijn:
- Honger
- Een vieze luier
- Er zit een boertje dwars, na de voeding
- Darmkrampjes. Is dit het geval dan huilt uw kind hard en hardnekkig en maakt een gespannen indruk
- Uw kind zoekt contact
- Door een of andere reden is uw kind uit zijn doen
- Overgang naar een ander voedingsritme of regeldagen bij de borstvoeding
- Het is te warm of te koud
Rust en regelmaat zijn belangrijk voor uw baby.
Het naveltje
Het navel(stompje) wordt tijdens het baden met babyzeep gewassen en hierna afgedroogd. Er hoeft verder geen extra’s op of omheen. Het navelstompje valt er na ± 7 tot 14 dagen vanzelf af.
Naar buiten
Nadat uw baby uit het ziekenhuis komt, kunt u beter een paar dagen wachten voordat u met hem/ haar naar buiten gaat. Als het goed weer is, kunt u daarna gerust samen gaan wandelen. Kleed uw baby net zo koel of warm aan als uzelf doet als u naar buiten gaat. Bescherm altijd het hoofdje met een muts bij koud weer en bij warm weer met bijvoorbeeld een katoenen petje of hoedje. Bij warm en zonnig weer kunt u uw baby beter op een plekje in de schaduw zetten. Pas altijd op voor tocht en bescherm uw baby voor de zon. Vermijd mensen die besmet zijn met een virus of bacterie (bijvoorbeeld griep, verkoudheid, koortslip of andere infecties) en ruimtes waar grote groepen mensen aanwezig zijn
Borstvoeding
Bij ontslag krijgt u een voedingsadvies voor thuis. Wij geven een aangepast advies vaak in overleg met de lactatiekundige voor uw kindje, wat meestal neer komt om in het begin uw kindje thuis twee keer per dag aan te leggen. De lactatiekundige zal weer contact met u opnemen na een week. Bij problemen en/of vragen is het altijd mogelijk met haar contact op te nemen, telefonisch of via de mail.
Onderstaande geldt voornamelijk voor op tijd geboren, niet zieke kinderen
Voor borstvoeding is geen maximum hoeveelheid. Als uw kindje zich meldt, legt u aan. Dit kan in het begin wel 10 á 12 keer per dag zijn. Dit is geen enkel probleem, uw kindje moet wennen aan de nieuwe thuissituatie. Als u uw baby elke voeding aanlegt, zult u merken dat de voeding goed op gang komt. Wanneer uw baby tevreden is en voldoende natte luiers heeft (minimaal 5 per dag) kunt u er van uitgaan dat hij voldoende voeding krijgt. Het is normaal dat uw baby af en toe honger- en regeldagen heeft. Dit zijn dagen dat de baby meer borstvoeding vraagt dan u heeft. Waarschijnlijk is uw baby dan toe aan uitbreiding van de voeding. Door uw baby iets vaker aan te leggen, wordt de voeding meestal in hoeveelheid weer aangepast aan de behoefte. Ook kan de voeding teruglopen doordat uzelf weer actiever wordt. Let goed op uzelf, neem voldoende rust en drink 1,5 tot 2,5 liter per dag. Als uw baby net thuis is en u misschien nog niet voldoende borstvoeding/ moedermelk heeft, is bijvoeden met een flesje soms nodig. Zolang u uw baby volledig of meer dan de helft borstvoeding geeft, moet u uw baby elke dag extra vitamine K en vitamine D geven. Dit is nodig, omdat in de borstvoeding de hoeveelheid van deze vitaminen te laag is. Deze vitaminen zijn in druppelvorm te koop bij elke drogist. U geeft de vitaminen met een lepeltje of druppelt ze rechtstreeks in de wangzak van uw kind.
Sommige baby’s die borstvoeding krijgen hebben enkele dagen geen poepluiers. Dit is normaal. Andere baby’s hebben bij borstvoeding juist regelmatig een poepluier. Bij het geven van borstvoeding mag u zelf normaal eten. Let wel op sterk gekruide spijzen en koolsoorten. Uw baby kan hier darmkrampjes en erg dunne ontlasting van krijgen; de zogenaamde spuitluiers. Drinkt uw baby moeizaam of is hij snel vermoeid, doe hem dan ná de voeding in bad. Spuugt uw baby na het voeden dan kan hij beter vóór het voeden in bad.
Flesvoeding
De flesvoeding maakt u klaar volgens voorschrift op het voedingspak. Als uw kindje geen speciale dieetvoeding gebruikt, maakt het merk van de voeding niet uit zolang de voeding geschikt is voor een pasgeborenen (0-6 maanden). Na het voeden, spoelt u de fles en de speen met koud water om en daarna met lauw water. Zet deze vervolgens (zonder water) in de koelkast tot de volgende voeding. Voor het hanteren van een goede hygiëne is het volgende belangrijk:
- Eenmaal opgewarmde voeding niet bewaren voor de volgende voeding.
- Kook de fles en speen 1x per 24 uur uit; kook de fles en de ring waar de speen in zit vijf minuten en de speen drie minuten. In de vaatwasser eenmaal daags is ook voldoende.
- Vernieuw de speen eens in de zes weken.
- Bij vragen over de voeding neemt u contact op met de JGZ verpleegkundige.
- Sommige baby’s geven na iedere voeding een mondje terug. Soms met een boertje mee en als het kind moeilijk boert zie je vaak dat er in bed plekjes spuug liggen. Dit kan geen kwaad. Spugen is pas een probleem als een baby vaker dan twee keer per dag meer dan de helft van de voeding uitspuugt of vanuit het niets met een flinke boog spuugt.
Wanneer u flesvoeding geeft heeft uw kindje vanaf de 8ste dag na de geboorte vitamine D nodig. Deze vitamine geeft u gedurende de periode totdat uw kindje vier jaar is.
Na ontslag
Drie dagen na ontslag van uw kindje uit het ziekenhuis wordt u gebeld door een verpleegkundige. De verpleegkundige vraagt aan u of alles goed gaat en of er nog vragen zijn met betrekking tot de zorg van uw kindje. Ook kunt u dan nog vragen stellen aan de verpleegkundige. Bij problemen mag u, tot het eerste polikliniekbezoek, altijd contact opnemen met de couveuseafdeling. De verpleegkundige zal aan de hand van uw verhaal advies geven over wat te doen. Dit kan variëren van een bezoek aan de huisarts tot vervroegde controle bij de kinderarts. Na het eerste polikliniekbezoek kunt u bij vragen contact opnemen met uw huisarts of het consultatiebureau. Wanneer u met uw kindje terug moet komen op de polikliniek is het belangrijk dat u in het ziekenhuis een patiëntenpas laat maken voor uw zoon/dochter.
Belangenverenigingen internetsites met informatie
Vereniging Ouders van couveusekinderen
Verzorgt begeleiding en opvang van ouders van couveusekinderen. Zij werken vanuit de ervaring met hun eigen couveusebaby en zijn extra geschoold in het begeleiden en opvangen van andere ouders.
De vereniging is bereikbaar via 070- 3862535, info@couveuseouders.nl of www.couveuseouders.nl.
Vereniging ‘Borstvoeding natuurlijk’
De vereniging ’Borstvoeding natuurlijk’ heeft verschillende folders uitgegeven over allerlei zaken die borstvoeding betreffen.
www.vbn.borstvoeding.nl
e-mail: vbn@borstvoeding.nl
Algemene informatie over prematuur geboren baby’s
prematuren.nl
kenniscentrumprematuren.nl