Er is sprake van een onrustige baby wanneer ouders vinden dat hun baby te veel huilt, spuugt, problemen met de voeding heeft of te weinig of onvoldoende groeit.
Onrustige baby’s zijn over het algemeen erg actieve, schrikachtige en snel geprikkelde baby’s. Een prikkelbare baby is sneller vermoeid, slaapt slecht en drinkt vaak onregelmatig kleine beetjes. Ze kunnen niet tot rust komen, maaien met armpjes en beentjes, maken zich heel boos en zijn ontroostbaar. Daardoor blijft de baby huilen en raakt nog meer vermoeid. Meestal leidt dit huilgedrag tot reactie van mensen in de omgeving (de ouders) om de baby op allerlei manieren te troosten. Dit kan de onrust bij de baby versterken. Bovendien ontstaat bij ouders ongerustheid. Baby’s voelen dit feilloos aan en reageren daar ook weer op. U belandt samen in een vicieuze cirkel, die moeilijk te doorbreken is. Daarnaast is het huilen van deze baby’s niet zoals het gebruikelijke jengelen, maar het huilen is intens, doordringend en de baby lijkt pijn te hebben.
De oorzaak van extreem huilen is slechts zelden gevolg van een ziekte. Meestal komt het door onrust en spanning die de baby heeft opgebouwd.
Normaal huilgedrag
Huilen hoort bij het normale ontwikkelingsproces. Alle baby’s huilen, dat is een gezonde zaak. Dat is tenslotte hun enige manier om te communiceren. Baby’s huilen normaliter anderhalf uur per dag. De meeste baby’s beginnen na twee weken regelmatig te huilen. De piek van het huilen ligt rond de zes tot acht weken, het huilen is dan gemiddeld drie uur per dag. Daarna neemt het huilen geleidelijk af.
Slaapwaakritme
Een baby van vier weken oud is vaak binnen een uur na het wakker worden alweer moe. Een uur om te voeden, te verschonen en te knuffelen is dus zo voorbij. U kunt de volgende tijden als leidraad nemen:
-
0 - 2 weken: 30 - 45 minuten wakker per keer, inclusief voedingstijd.
-
2 - 6 weken: 45 - 60 minuten wakker per keer, inclusief voedingstijd.
-
7 - 12 weken: 60 - 75 minuten wakker per keer, inclusief voedingstijd.
-
3 - 5 maanden: anderhalf uur wakker per keer, inclusief voedingstijd.
Vaak wordt een baby die huilt opgepakt, getroost en gedragen. De baby wordt in dat geval vaak weer alert, kijkt rond en/of lacht naar u en u kunt dan denken dat uw baby nog niet moe is. Het tegendeel is echter waar.
Baby’s kunnen op deze manier overactief gedrag aanleren. Ze blijven wakker en zijn continu bezig nieuwe prikkels te verwerken. Omdat de vermoeidheid niet wordt verholpen, kost het ze moeite in slaap te vallen als ze vervolgens wel op bed worden gelegd. Daardoor gaan ze huilen, korter slapen, vallen ze tijdens de volgende voeding in slaap en drinken ze niet genoeg. Het gevolg daarvan is weer dat ze eerder honger hebben en sneller gaan huilen.
Slaapsignalen
Het is belangrijk dat u de slaapsignalen van uw baby leert herkennen. Deze signalen kunnen zijn:
-
Gapen
- Staren
- In de ogen wrijven
- Wegkijken of afwenden, van u of van het speelgoed
- Druk bewegende armen en schoppende benen
- Gebalde vuisten
- Grimas op het gezicht van de baby
- Geluidjes als een krakende deur
- Jengelen en huilen, dit is een laat signaal
- Overstrekken
Ons advies is om uw baby bij de eerste slaapsignalen (wakker) in bed te leggen. Laat de baby niet op schoot of in de box slapen. Als u uw baby steeds wakker in zijn eigen bedje legt in een rustige kamer, went hij/zij aan deze regelmaat en valt gemakkelijk in slaap.
Tips om te slapen
Het is belangrijk dat u uw baby wakker in bed legt. Een baby die daaraan gewend is, kent het bed als een vertrouwde plek waar hij/zij mag slapen. De baby zal zich tevreden in bed laten leggen en zich snel overgeven aan de slaap, nadat hij/zij aangaf moe te zijn.
Een vast slaapritueel en een vaste slaapruimte zijn belangrijk. Bij een vast slaapritueel denken we aan verschonen, gordijnen dicht doen, in bed leggen, strak instoppen. Voorspelbaarheid geeft uw baby rust en veiligheid, zodat hij/zij weet wat er komen gaat en makkelijker in slaap valt.
Ook comfortabele slaapkleding is belangrijk. Bij voorkeur geen spijkerbroek of truitje met capuchon.Wij raden soepel zittende kleren aan, het liefst van natuurlijke materialen zoals katoen en wol.
Belangrijk is dat u uw baby niet stoort tijdens het slapen.
Bent u van plan de deur uit te gaan? Leg de baby dan kort voorvertrek bij de eerste tekenen van slaap alvast in de wandelwagen of maxicosi en zet deze op een rustige plek in huis. Zo stoort u de baby niet tijdens de slaap. Let wel op de temperatuur. Niet te warm of te koud neerleggen.
Biedt regelmaat en eenduidigheid aan. Dit betekent niet dat alles op een vaste tijd gebeurt, maar wel in een vaste volgorde. Bijvoorbeeld: wakker worden - eten - verschonen - knuffelen - slapen. En een vaste plek voor iedere activiteit, zoals slapen in bed en spelen in de box. Op herkenbare momenten van de dag, bijvoorbeeld het huiluurtje ’s avonds, zou u de baby in een draagdoek kunnen dragen.
Als uw baby tijdens de beoogde slaapperiode gaat huilen, - harder, langer, onafgebroken krijsen- dan adviseren wij u zoveel mogelijk in bed te troosten. Dit kan onder andere door:
-
Bij ontlasting de luier te verschonen (zeker bij rode billen)
- Eventueel opnieuw strak in te stoppen
- Een hand op hoofd of buik te leggen
- Eventueel een fopspeen te geven
Zachtjes praten tegen uw kindgeeft de baby het gevoel dat hij gesteund wordt en niet alleen is.
Voor een goede nachtrust van uw baby maakt u zo min mogelijk licht en geluid.
In de avonduren hebben veel baby’s een huiluurtje en/of darmkrampjes. Het kan zijn dat het de baby niet lukt in slaap te vallen. In dit geval probeert u eerst de baby te troosten. Lukt dit niet, dan kunt u de baby bij u houden. De vlieghouding (met het buikje op uw arm) helpt goed bij darmkrampjes. Het huiluurtje is de enige uitzondering op de dag dat u kunt afwijken van bovengenoemde adviezen.
Het kan soms zijn dat de onrust en het huilen eerst toenemen na bovenstaande adviezen. Dit is een gezond protest tegen een nieuwe onbekende koers.Vaak duurt dit drie tot vijf dagen. Zodra uw baby eraan gewend is, blijft alleen het ‘gezonde huilen’ over.
Wij hopen dat het met deze tips makkelijker wordt om samen met uw baby te wennen aan de thuissituatie.
Voor vragen kunt u ons vrijblijvend bereiken op de kinderafdeling, telefoonnummer: (0341) 46 36 22.