U krijgt binnenkort een onderzoek in ziekenhuis St Jansdal. Uw arts heeft een nierbiopsie gepland. U heeft al informatie gekregen over het onderzoek. In deze folder kunt u alles rustig teruglezen.
Wat is een nierbiopsie?
Bij een nierbiopsie haalt de arts een klein stukje weefsel uit de nier. Dit is nodig om de nierziekte te begrijpen. De arts gebruikt een dunne naald en een echo om de juiste plek te vinden. Een nierspecialist doet het onderzoek. Het gebeurt op de afdeling radiologie (0.78).
Hoe bereid ik mij voor?
Op de ochtend van de nierbiopsie wordt u in het ziekenhuis opgenomen. U mag een licht ontbijt eten. Voor het onderzoek wordt er bloed geprikt om te kijken of uw bloed goed stolt. Dit is belangrijk om een nabloeding te voorkomen.
Let op: Gebruikt u bloedverdunners, Ascal, pijnstillers of acetylsalicylzuur? Vertel dit aan uw arts. U moet op tijd stoppen met deze medicijnen. Uw arts zegt precies wanneer u moet stoppen en weer kunt beginnen.
Wat neemt u mee?
Neem dit mee naar het ziekenhuis:
- Verzekeringspapieren
- Identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart of rijbewijs)
- Overzicht van uw medicijnen
- Naam en telefoonnummer van een contactpersoon
- Insulinepen en bloedsuikermeter
-
Toiletspullen en nachtkleding
Hoe gaat het onderzoek in zijn werk?
U krijgt een operatiejasje aan en ligt op uw buik op de onderzoektafel. De arts brengt koude gel op uw huid en gebruikt een echo om de plek te vinden voor de biopsie. De plek wordt gemarkeerd en ontsmet met alcohol.
U krijgt een verdoving. Dit kan een beetje branden of koud aanvoelen. Daarna maakt de arts een klein sneetje in de huid. Met een dunne naald haalt de arts weefsel uit de nier. Dit kan een vervelend gevoel geven, maar geen hevige pijn.
De arts neemt twee stukjes weefsel voor onderzoek. U krijgt tijdens het onderzoek instructies over ademhalen. Het onderzoek duurt 15 tot 30 minuten.
Na het onderzoek
De gel wordt van uw huid gehaald en het wondje wordt schoongemaakt. U krijgt een gaasje op het wondje en moet op een handdoekrolletje liggen. Daarna gaat u terug naar de afdeling.
U moet zes uur in bed blijven liggen, waarvan de eerste drie uur helemaal plat. Dit helpt om nabloeding te voorkomen.
U blijft meestal tot de volgende dag, maar soms mag u na acht uur al naar huis. Dit bespreekt de arts met u.
Het is fijn als iemand u na het onderzoek naar huis brengt. Neem een taxi of laat u ophalen.
Eventuele bijwerkingen
Na het onderzoek kunt u pijn hebben op de plek van de biopsie. Dit is normaal. Als de pijn erg is, kunt u met de arts over pijnstilling praten. Meld het als de pijn erger wordt of niet beter gaat.
Uw bloeddruk wordt vaak gemeten. Soms wordt er ook bloed of urine onderzocht. Dit is om complicaties, zoals nabloeding, te controleren.
De risico's, zoals nabloeding of slechtere nierfunctie, zijn minder dan 5%.
Thuis, waar moet ik op letten?
Op de dag van het onderzoek mag u niets tillen. In de eerste week moet u ook geen zware inspanning doen. Daarna kunt u weer alles doen.
Wie kan ik bellen?
Als u thuis meer pijn krijgt of als de pijn niet beter wordt, bel dan:
- Tijdens kantooruren: de afdeling waar u bent opgenomen of uw arts, telefoon: (0341) 46 35 78 / 46 39 11.
-
Buiten kantooruren: uw huisarts. Hij of zij kan zeggen of het ziekenhuis gebeld moet worden.
De uitslag
Als u nog in het ziekenhuis bent, krijgt u de uitslag na drie tot vijf werkdagen van uw arts. Als u niet bent opgenomen, krijgt u een afspraak op de polikliniek.
Vragen?
Heeft u vragen voor, tijdens of na het onderzoek? Vraag het aan uw arts. Schrijf uw vragen van tevoren op. Zo vergeet u niets.
Afspraak
U heeft een afspraak op ……………..dag …………………………… om ………………… uur.
U meldt zich bij het Opnamebureau (0.06) om ………………… uur.