Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo).
Neuromodulatie
U komt binnenkort naar de afdeling pijnbestrijding voor neuromodulatie. Hier krijgt u meer informatie over deze operatie.
Wat is neuromodulatie?
Tekst video:
Wanneer we ons bijvoorbeeld stoten, voelen we direct pijn. Dit noemen we acute pijn. Pijn ontstaat omdat er een pijnsignaal via het ruggenmerg naar de hersenen gaat. De hersenen verwerken het signaal en we voelen pijn. Soms komen er pijnsignalen in de hersenen, zonder dat daar een oorzaak voor is. Wanneer deze pijn steeds terugkomt, noemen we dat chronische pijn. Wanneer andere behandelingen, zoals medicijnen, niet genoeg helpen om de chronische pijn te verminderen, is neuromodulatie misschien mogelijk voor u. Bij neuromodulatie wordt er een draad geplaatst langs uw ruggenmerg naar de hersenen. De draad is verbonden met een batterij die onder de huid van de bil wordt geplaatst. De batterij zendt door de draad een elektrische prikkel naar de hersenen. Dit signaal maakt de pijn minder erg. In plaats van het pijnsignaal voelen de hersenen nu een ander signaal, bijvoorbeeld een tinteling. U merkt zo minder van de chronische pijn.
Voorbereiding
Bloedverdunners (antistollingsmiddelen)
Als u bloedverdunners gebruikt, kan het zijn dat u deze tijdelijk niet mag gebruiken. Uw zorverlener vertelt u hierover.
Nuchter zijn (niet eten en drinken)
Het is belangrijk dat u nuchter bent voor de operatie.
Als u ’s morgens wordt geopereerd:
-
Eet vanaf 0.00 uur ’s nachts niets meer.
-
U mag tot 6.00 uur ’s morgens nog water of heldere limonade drinken.
-
Na 6.00 uur ’s morgens mag u niets meer drinken of eten.
Als u ’s middags (vanaf 12.00 uur) wordt geopereerd:
-
Eet vanaf 0.00 uur ’s nachts niets meer.
-
U mag tot 10.00 uur nog water of heldere limonade drinken.
-
Na 10.00 uur mag u niets meer drinken of eten.
Kans op ontstekingen verkleinen
Er zijn dingen die u kunt doen om ontstekingen na de operatie te verkleinen:
- Stop met roken. Dit helpt om ontstekingen te voorkomen.
- Gebruik de neuszalf die u krijgt, de dag voor de operatie. De assistente legt uit hoe u dit moet doen.
-
Op de dag van de ziekenhuisopname moet u thuis douchen.
Dag van de operatie
Kom op het afgesproken tijdstip naar de opnamebalie bij de hoofdingang. U wordt naar de verpleegafdeling gebracht. Daar heeft u een gesprek met de verpleegkundige. Als het tijd is voor de operatie, brengt de verpleegkundige u in een bed naar de operatiekamer.
Vragenlijst
Voor de operatie moet u een vragenlijst invullen over uw klachten.
De plaatsing
De plaatsing
Tekst video:
De draad en het apparaatje dat de neuromodulatie regelt, worden geplaatst tijdens een operatie. U neemt plaats op de operatietafel. De aanprikplaats wordt gedesinfecteerd en afgedekt met steriele doeken. Daarna krijgt u een plaatselijke verdoving en een sedatie. De arts plaatst een naald. Via deze naald brengt de arts vervolgens de draad langs het ruggenmerg. Wanneer de arts de draad naar het ruggenmerg heeft gebracht, wordt u wakker gemaakt om te testen of de draad op de juiste plaats zit. De arts laat prikkelingen lopen over de draad. Wanneer u de prikkelingen voelt op de plaats waar u voorheen pijn had, zit de draad op de juiste plaats. Daarna wordt u weer in slaap gebracht. In de proefperiode wordt de draad aangesloten op een batterij buiten uw lichaam. De operatie is daarna klaar.
De operatie duurt ongeveer 2 uur.
Na de operatie
Direct na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. Als het goed met u gaat, gaat u terug naar de verpleegafdeling. Daar mag u voorzichtig uit bed komen. Als alles goed gaat, mag u dezelfde dag naar huis.
Vragenlijst
Na de operatie moet u een paar keer een vragenlijst invullen. De arts kijkt dan of de tijdelijke batterij kan worden vervangen door een blijvende batterij. Het invullen van de vragenlijst is verplicht voor uw zorgverzekeraar.
Naar huis
U mag niet zelf naar huis rijden of fietsen. Zorg ervoor dat iemand u naar huis kan brengen.
Pijnstilling
Na de operatie kunt u napijn hebben. Deze pijn kan een paar dagen blijven. U kunt dan een pijnstiller nemen (bijvoorbeeld paracetamol. Volg de bijsluiter voor de juiste dosering).
Jaren na de operatie
Na de operatie komt u regelmatig terug naar de polikliniek voor controle. De batterij die het apparaat van energie voorziet, moet na ongeveer 5 tot 10 jaar vervangen worden. Bij de nieuwste apparaten gaat de batterij soms 10 tot 15 jaar mee. Het vervangen van de batterij is een kleine operatie.
Leefregels
Douchen en baden
Als u een uitwendige batterij heeft, mag u niet douchen of in bad. Na het plaatsen van de inwendige batterij mag u na 3 dagen weer douchen.
Draai en buig uw rug niet
Houd uw rug recht. Maak geen draaiende bewegingen met uw rug of nek. Buig, strek of draai uzelf niet. Steek ook uw armen niet boven uw hoofd. Wanneer u in de auto of in bed stapt, houd dan uw rug recht. Deze regels gelden tot zes weken na de operatie. Dit helpt om de draad op zijn plaats te houden.
Tillen na de operatie
De fysiotherapeut leert u hoe u goed moet tillen na de operatie.
Niet autorijden
U mag 6 weken na de operatie niet zelf autorijden. Fietsen mag wel, als u rustig op en af stapt.
Risico op complicaties
Mogelijke bijwerkingen
Elke operatie heeft risico's. De operatie voor de neuromodulatie heeft dezelfde risico's als andere operaties. Er is een kans op nabloeding of infectie (roodheid, koorts, zwelling, pijn, pus). Ook kunnen er andere problemen zijn:
- Soms wordt het hersenvlies aangeraakt. Dit kan hoofdpijn veroorzaken. Dit komt bijna nooit voor.
- (Tijdelijke) problemen met zenuwen (uitvalsverschijnselen) komen bijna nooit voor.
- Op de lange termijn kunnen er technische problemen met de draad zijn. De draad kan dan verplaatst of gebroken zijn.
Neem contact op met de polikliniek (tijdens kantooruren) of met het algemene nummer van het ziekenhuis als er problemen zijn.
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.