Deze brochure geeft informatie over hevig bloedverlies bij de menstruatie en bespreekt oorzaken, onderzoek en behandelmogelijkheden. Er wordt niet ingegaan op onregelmatig bloedverlies, tussentijds bloedverlies, bloedverlies na de overgang, of bloedverlies na de gemeenschap.
Wat is een normale ongesteldheid?
Wat een normale ongesteldheid is, is bij elke vrouw anders. Ook kan het veranderen tijdens uw leven.
- Het duurt meestal 2 tot 8 dagen dat u ongesteld bent.
- Om de 21 tot 35 dagen wordt u ongesteld.
Een ander woord voor ongesteld zijn is menstruatie.
Waardoor komt de bloeding?
- Hormonen in uw bloed zorgen ervoor dat er iedere maand een eicel rijp wordt.
- De binnenkant van de baarmoeder wordt dikker. Dit is bedoeld voor als de eicel bevrucht wordt, als u zwanger wordt.
-
Als de eicel niet bevrucht wordt, ruimt uw lichaam de eicel en de dikke binnenkant van de baarmoeder op. Dit is de ongesteldheid.
Wat is hevig bloedverlies en hoe vaak komt het voor?
Veel bloedverlies als u ongesteld bent wil zeggen dat u langer of meer bloed verliest dan u gewend bent:
- U moet uw maandverband of tampon vaak verschonen, ook ’s nachts.
- Het maandverband of de tampon is steeds helemaal vol of gaat lekken.
- Misschien heeft u dubbele bescherming nodig: maandverband en tampons.
- Bij het verwisselen van uw maandverband of tampon verliest u veel bloed.
- U verliest misschien ook grote klonten bloed.
- U bent langer ongesteld dan u gewend bent.
U kunt er ook buikpijn bij hebben.
Bij uw dagelijkse bezigheden kunt u veel last hebben van het bloedverlies.
Oorzaken
Veel bloedverlies als u ongesteld bent heeft vaak te maken met:
- Aanleg
- De leeftijd: het bloedverlies kan heviger worden als u ouder wordt.
Soms is er een andere oorzaak:
- Een vleesboom.
Dit is een verdikking van de spieren in de wand van de baarmoeder. Het is goedaardig. - Een poliep.
Dit is een bobbeltje aan de binnenkant van de baarmoeder. Het is meestal goedaardig. - Adenomyose.
Er groeit dan slijmvlies in de spierlaag van de baarmoeder. Het komt weinig voor en is niet gevaarlijk. - Een koperspiraal.
In de eerste 3 maanden na plaatsing van de koperspiraal wordt het bloedverlies meer. Daarna blijft het gelijk. Als u het spiraal al een tijdje heeft zonder problemen, dan is het onwaarschijnlijk dat u hierdoor ineens veel meer bloed verliest. -
Medicijnen, bijvoorbeeld:
- Ontstekingsremmers (injecties of tabletten (prednison))
- Medicijnen die bloed verdunnen
- Medicijnen tegen depressie (SSRI’s)
- Afwijkingen in het bloed waardoor het bloed niet goed dik wordt (stolt).
Bij zo’n afwijking heeft u meestal uw hele leven al veel bloedverlies bij de ongesteldheid. Dus al vanaf de allereerste keer dat u ongesteld was. U krijgt ook snel blauwe plekken. Wondjes blijven lang bloeden.
Bij 60% van de vrouwen wordt echter geen duidelijke verklaring voor het hevige bloedverlies gevonden.
Welke onderzoeken zijn mogelijk?
Gynaecologisch onderzoek
Bij het gynaecologisch onderzoek wordt via een speculum (eendenbek) de baarmoedermond bekeken. Daarna wordt een vaginaal toucher (inwendig onderzoek) verricht. Hiermee kunnen grootte en vorm van baarmoeder globaal beoordeeld worden. Ook kunnen eventuele afwijkingen aan de eierstokken worden gevoeld.
Bloedonderzoek
Bloedonderzoek kan worden gedaan om bloedarmoede, ijzergebrek of afwijkingen in de bloedstolling op te sporen.
Echoscopisch onderzoek
Een echoscopie is een onderzoek dat gebruik maakt van hoogfrequente geluidsgolven. Informatie over echoscopisch onderzoek kunt u vinden in de folder “Echoscopie in de gynaecologie en bij vruchtbaarheidsstoornissen”. Het onderzoek kan via de buikwand of de schede plaatsvinden. Bij een niet al te grote baarmoeder geeft het echoscopisch onderzoek via de schede de beste informatie over eventuele afwijkingen van de baarmoeder of de eierstokken.
Hysteroscopisch onderzoek
Een hysteroscopie is een onderzoek waarbij met een dun kijkbuisje in de baarmoeder wordt gekeken. U kunt nadere informatie vinden in de brochure “Hysteroscopie: kijken in de baarmoeder”. Een eventueel aanwezige kleine poliep kan bij het hysteroscopisch onderzoek worden verwijderd. Als er sprake is van één of meer vleesboompjes die in de baarmoederholte uitpuilen, kan een grotere hysteroscopische operatie geadviseerd worden. U vindt hierover informatie in de brochure “Therapeutische hysteroscopie”.
Welke behandelingen zijn mogelijk?
Als er afwijkingen gevonden worden die het hevige vloeien kunnen verklaren zoals poliepen of vleesbomen in de baarmoederholte, zal de gynaecoloog met u bespreken of het mogelijk is deze te verwijderen en hoe dit kan gebeuren. Vaak zal een hysteroscopische operatie geadviseerd worden. Hierover bestaat een aparte brochure, “Therapeutische hysteroscopie”.
Bij een heel grote baarmoeder met veel vleesbomen is soms een baarmoederverwijdering de enige oplossing als medicijnen onvoldoende helpen. Ook hierover bestaat een aparte brochure, “Uterusextirpatie: Het verwijderen van de baarmoeder bij goedaardige aandoeningen”.
Als geen duidelijke verklaring voor de hevige menstruaties wordt gevonden, zijn verschillende behandelingen mogelijk: behandelingen met medicijnen, een spiraal met progesteron die in de baarmoeder wordt ingebracht, operatieve behandelingen van het baarmoederslijmvlies en verwijdering van de baarmoeder.
Bij de meeste behandelingen worden de menstruaties minder hevig en soms is er helemaal geen bloedverlies meer. Het effect van de behandeling op langere termijn is niet altijd blijvend.
Het is niet altijd te voorspellen welke behandeling voor u het meest geschikt is. Doorgaans wordt geadviseerd met de minst ingrijpende behandeling te beginnen. Verwijdering van de baarmoeder wordt meestal pas als laatste mogelijkheid geadviseerd. U kunt de voor- en nadelen van de verschillende behandelingen met de gynaecoloog bespreken.
Medicijnen-niet hormonen
Prostaglandine-synthetase-remmers
(o.a. diclofenac, ibuprofen, indometacine, naproxen)
Deze medicijnen worden vaak voorgeschreven om menstruatiepijn te verminderen. Minder bekend is dat ook het bloedverlies bij de menstruatie met gemiddeld 30% afneemt: meer dan de helft van de vrouwen ervaart dat de menstruaties minder hevig worden.
In de bijsluiters worden veel mogelijke bijwerkingen beschreven, maar in de praktijk blijken deze relatief zelden voor te komen.
Tranexaminezuur (Cyklokapron®)
Dit middel beïnvloedt de bloedstolling en wordt alleen ingenomen tijdens de dagen van hevig bloedverlies. Bij de menstruatie ontstaat door het afstoten van het slijmvlies aan de binnenzijde van de baarmoeder een wondgebied. Naarmate het bloed hier sneller stolt, wordt minder bloed verloren.
Gemiddeld neemt het bloedverlies met de helft af, en vier van de vijf vrouwen blijken tevreden. Weinig gegevens zijn bekend over tevredenheid op langere termijn. Vrouwen die ooit trombose gehad hebben, mogen dit middel niet gebruiken.
Medicijnen-hormonen
De pil
Veel vrouwen weten uit ervaring dat de menstruatie minder hevig is bij gebruik van de pil. De pil kan dan ook gebruikt worden als medicijn bij klachten over hevig bloedverlies. Over het algemeen is het resultaat goed, maar de pil biedt niet altijd uitkomst.
Sommige vrouwen ervaren bijwerkingen, andere hebben emotionele tegenzin om (weer) de pil te gaan gebruiken, met name vrouwen die gesteriliseerd zijn, of van wie de partner zich heeft laten steriliseren.
Anders dan men een aantal jaren geleden dacht, zijn er tegenwoordig doorgaans weinig bezwaren tegen pilgebruik boven de 35 jaar. Voor vrouwen die de overgang naderen is er een pil met een iets andere samenstelling. Bij hoge bloeddruk of roken wordt de pil soms ontraden.
De prikpil
Dit is een driemaandelijkse injectie met een relatief grote hoeveelheid progestageen hormoon. De prikpil wordt meestal voorgeschreven als anticonceptie, maar kan ook gebruikt worden ter behandeling van hevige menstruaties. Het is de bedoeling dat de menstruaties uiteindelijk helemaal wegblijven. Vaak zijn er de eerste maanden, en soms het eerste half jaar of nog langer, klachten over langdurig, onregelmatig bloedverlies.
Niet bij elke vrouw die de prikpil gebruikt blijven de menstruaties helemaal weg. Na het stoppen met de prikpil duurt het bovendien vaak één of zelfs twee jaar voordat de cyclus zich weer herstelt. De prikpil wordt daarom relatief zelden voorgeschreven als behandeling voor hevige menstruaties.
Progesteronpreparaten
Continue toediening van een progesteronpreparaat zoals bijvoorbeeld Orgametril® zorgt ervoor dat er geen eisprong optreedt. Daardoor blijft ook de menstruatie achterwege. Deze medicijnen moeten dagelijks ingenomen worden. Niet altijd lukt het ervoor te zorgen dat de menstruaties wegblijven.
Soms treedt tussentijds bloedverlies op. Een vaak voorkomende bijwerking is vocht vasthouden en daarmee vaak een gewichtstoename. Andere bijwerkingen kunnen zijn een vettige huid, en soms depressiviteit of minder zin in vrijen. Niet elke vrouw heeft last van deze bijwerkingen.
LH/RH-agonisten
Dit zijn medicijnen die de situatie in de postmenopauze (de periode na de laatste menstruatie) nabootsen. De eierstokken produceren dan geen hormonen, zodat het baarmoederslijmvlies niet meer wordt opgebouwd en afgestoten. In verband met ongunstige effecten voor de botopbouw wordt dit medicijn over het algemeen liever niet langer dan een half jaar gegeven. Voor jongere vrouwen is deze behandeling dan meestal ook niet geschikt.
Voor vrouwen rond de vijftig jaar kunnen deze medicijnen een tijdelijke oplossing betekenen; wellicht zijn zij na deze periode spontaan in de overgang gekomen. Overgangsklachten als opvliegers en nachtzweten kunnen door deze middelen worden versterkt. Zo nodig kunnen andere hormonen gegeven worden om deze bijwerkingen te compenseren.
Progesteronspiraal (Mirena®-spiraaltje)
De progesteronspiraal wordt via de schede in de baarmoeder gebracht. Op het ogenblik is alleen het Mirena®-spiraaltje op de markt; mogelijk komen er nog andere merken. Het bevat een progestageen hormoon dat gedurende een periode van vijf jaar wordt afgegeven. Deze stof zorgt ervoor dat het slijmvlies minder gevoelig wordt voor de hormonen die door de eierstokken worden geproduceerd. Het slijmvlies blijft dun, en het bloedverlies bij de menstruatie vermindert over het algemeen sterk.
Uit onderzoek blijkt dat driekwart van de vrouwen met een Mirena®-spiraaltje minder hevig vloeit dan eerst, en sommige vrouwen menstrueren na langere tijd helemaal niet meer. Wel zijn er de eerste maanden na het inbrengen nogal eens buikpijnklachten, en ook moet u rekening houden met drie tot zes maanden ‘spotting’: tussentijds bloedverlies op onvoorspelbare ogenblikken.
Het Mirena®-spiraaltje is niet voor elke vrouw geschikt. Met name voor vrouwen die vroeger een spiraaltje spontaan zijn verloren, lijkt het risico te bestaan dat zij dit spiraaltje ook zullen verliezen. Klachten in het verleden over abnormaal bloedverlies bij een gewoon spiraaltje hoeven bij een Mirena®-spiraaltje niet terug te keren.
De prijs van het mirenaspiraaltje wisselt. Voor de exacte prijs hiervan is het aan te raden uw apotheek te vragen. Boven de 21 jaar wordt het spiraal niet uit de basisverzekering vergoed. U kunt hierover navraag doen bij uw verzekeraar.
Operatieve behandelingen van het baarmoederslijmvlies
Behandelingen van het baarmoederslijmvlies hebben als doel het verwijderen of vernietigen van dit slijmvlies. Immers, als van dit slijmvlies weinig of niets meer over is, kan het ook niet worden opgebouwd en bij de menstruatie worden afgestoten.
Verschillende methoden als de ballonbehandeling, de rollerbolmethode en de endometriumresectie worden hier kort besproken, voor verdere informatie verwijzen wij naar de brochure “Therapeutische hysteroscopie”. De novasure behandeling is op dit moment de meest uitgevoerde behandeling.
Meestal wordt deze operatie in dagbehandeling uitgevoerd, doorgaans onder narcose, maar soms is een ruggenprik of plaatselijke verdoving mogelijk. Soms wordt een voorbehandeling van het slijmvlies geadviseerd. Hiervoor worden medicijnen gegeven waardoor u tijdelijk in de overgang komt. Het baarmoederslijmvlies wordt hierdoor dunner en is gemakkelijker te verwijderen of te vernietigen. Na afloop van deze behandelingen moet u er rekening mee houden dat u een aantal weken een vieze, soms wat stinkende afscheiding zult hebben. Pijn is er meestal alleen de eerste dag na de operatie.
Een zwangerschap raadt men na een dergelijke ingreep ten sterkste af. Dus als u of uw partner niet zijn gesteriliseerd is verdere anticonceptie aangewezen.
Voor deze methode geldt dat globaal vier van de vijf vrouwen baat vinden bij de behandeling. Zij menstrueren duidelijk minder, en bij een klein deel houdt de menstruatie helemaal op. Op langere termijn heeft het baarmoederslijmvlies de neiging weer aan te groeien.
Operatieve verwijdering van de baarmoeder (hysterectomie of uterus-extirpatie)
Verwijdering van de baarmoeder wordt doorgaans pas geadviseerd als andere behandelingen niet het gewenste resultaat opleveren. Soms zal een dergelijk advies eerder gegeven worden, bijvoorbeeld in het geval van een baarmoeder met zeer veel myomen die verantwoordelijk zijn voor de hevige menstruaties.
Voor verdere informatie over deze operatie verwijzen wij naar de brochure “Uterusextirpatie: Het verwijderen van de baarmoeder bij goedaardige aandoeningen”.
Tot slot
Hebt u nog vragen, bespreek deze dan gerust met uw gynaecoloog. Hevig bloedverlies is een vervelende klacht, maar zelden levensbedreigend. U hebt dus tijd om tot een weloverwogen beslissing te komen.
Woordenlijst
Adenomyose: baarmoederslijmvlies dat in de baarmoederspier gegroeid is.
Anti-hormoon: een synthetisch hormoon dat de productie van eigen hormonen beïnvloedt.
Ballon-methode: operatie waarbij een ballon met hete vloeistof in de baarmoeder gebracht wordt; de hete ballon verschroeit het baarmoederslijmvlies.
Curettage: kleine operatie waarbij het baarmoederslijmvlies met een dun lepeltje wordt weggeschraapt (schoonmaken).
Endometriose: baarmoederslijmvlies dat zich bevindt op een andere plaats dan in de baarmoeder.
Endometrium: baarmoederslijmvlies.
Endometriumresectie: operatie waarbij het baarmoederslijmvlies verwijderd wordt.
Hysteroscopie: een onderzoek waarbij met een dun buisje in de baarmoeder gekeken wordt.
Hysteroscopische: operatie via een dun buisje dat in operatie de baarmoeder wordt ingebracht.
Menstruatie: maandelijkse bloeding.
Menstruatiecyclus: de tijd die verloopt tussen de eerste dag van twee menstruaties.
Myoom: een goedaardige spierknoop die uitgaat van de wand van de baarmoeder.
Novasure: operatie waarbij een soort netje in de baarmoeder wordt ingebracht die het baarmoederslijmvlies verschroeid.
Oestrogeen: vrouwelijk hormoon uit de eierstokken.
Overgang: de periode rond de laatste menstruatie (gewoonlijk rond het 52e levensjaar).
Poliep: een gezwelletje dat in de baarmoederholte groeit; bijna altijd is het goedaardig.
Post-menopauze: de periode na de laatste menstruatie; gemiddeld begint deze rond het 52e jaar.
Progesteron: vrouwelijk hormoon uit de eierstokken.
Progestageen: medicijn dat dezelfde eigenschappen heeft als het door het lichaam gemaakte progesteron.
Rollerbolmethode: operatie waarbij het baarmoederslijmvlies met een verhit bolletje verschroeid wordt.
Trombose: vorming van stolsel in een bloedvat.
Uterus: baarmoeder.
Uterusextirpatie: verwijdering van de baarmoeder.
Vleesboom: myoom.