De mammapolikliniek is gespecialiseerd in de behandeling van goed- en kwaadaardige borstafwijkingen. Om de periode van onzekerheid tussen onderzoek en diagnose tot een minimum te beperken wordt ernaar gestreefd de patiënt op één dag te onderzoeken, de diagnose te geven en mogelijke behandelingsvormen voor te stellen. De verpleegkundig specialist brengt bij een eerste gesprek de medische situatie en achtergrond van u in kaart door het afnemen van een anamnesegesprek en het verrichten van het lichamelijk onderzoek. Vervolgens begeleidt zij u naar de afdeling radiologie.
Op de afdeling radiologie kunnen vervolgens drie mogelijke onderzoeken naar de afwijking in de borst worden uitgevoerd:
- Mammografie
- Echografie
- Naaldbiopsie
Op indicatie volgt aanvullend onderzoek middels MRI of stereotactische naaldbiopsie.
De uitslag van de röntgenonderzoeken vindt ’s middags plaats bij de verpleegkundig specialist. Indien er op de afdeling radiologie een naaldbiopsie is gedaan volgt de uitslag hiervan twee werkdagen na het eerste uitslaggesprek op de poli van de chirurg of verpleegkundig specialist.
Mammografie
Wanneer u komt voor een onderzoek van uw borst(en), worden er altijd twee
röntgenfoto’s per borst gemaakt: één foto van bovenaf en één van opzij. Als er alleen
een echografie wordt aangevraagd, worden er meestal toch ook nog foto’s gemaakt.
Voor het maken van de foto’s zal de laborant(e) uw borst op de steunplaat van het röntgenapparaat leggen. Om zoveel mogelijk borstweefsel op de foto te krijgen, wordt de borst zover mogelijk naar voren gelegd. Voor een scherpe foto wordt de borst zo plat mogelijk gedrukt met behulp van een plastic plaat.
Voorbereiding
In verband met het onderzoek is het belangrijk dat u thuis geen gebruik maakt van bodylotion of andere soorten crème. Ook wordt het gebruik van talkpoeder afgeraden.
Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt moet u dit melden aan de degene die het onderzoek uitvoert.
Wat voelt u bij het onderzoek?
Iedere vrouw zal het onderzoek anders ervaren. Dit betekent dat de één bij het
fotograferen niets bijzonders voelt, terwijl een ander het een pijnlijk onderzoek vindt.
Deze verschillen in ervaring zijn afhankelijk van de gevoeligheid van de borst(en).
Sommige vrouwen maken zich bezorgd over het aandrukken van de borst(en) en
vragen zich af of dit geen kwaad kan. Het is niet schadelijk, maar het kan wel
vervelend zijn.
Het verdere verloop van het onderzoek
Als de foto’s gemaakt zijn, moet u even wachten. Het kan gebeuren dat om een technische reden een foto “over” moet. De foto kan niet goed van belichting zijn. Soms heeft de radioloog nog een extra foto nodig, bijvoorbeeld met behulp van een vergrotingsapparaat. Ook kan een echografie nodig zijn ter verduidelijking. Dit kan meteen worden verricht.
Echografie onderzoek
Ter aanvulling op de mammografie kan een echografie nodig zijn. De belangrijkste reden hiervoor is dat de specialist meer wil weten over één bepaalde plek in de borst waarover de mammografie en/of het lichamelijk onderzoek geen duidelijk antwoord geven. Bij een echografie wordt gebruik gemaakt van geluidsgolven. De weerkaatsing (echo) van deze golven maakt organen en/of weefsels zichtbaar op een beeldscherm.
Op de huid wordt een gelei aangebracht, waardoor de signalen beter worden opgevangen. De radioloog beweegt een apparaat (vergelijkbaar met een microfoon) over de huid. Dit onderzoek levert nadere informatie op over de verschillende weefsels in de borst. Zo kan men een cyste onderscheiden van een andersoortige knobbel. Het echografie onderzoek is voor de meeste mensen een eenvoudig, niet belastend onderzoek.
Naaldbiopsie
Op grond van het lichamelijk onderzoek, mammografie en eventueel echografie, kan verder onderzoek nodig zijn. Vaak wordt dan een naaldbiopsie verricht. Bij een naaldbiopsie worden weefselcellen en/of vocht opgezogen met een dunne naald. Meestal vindt er eerst plaatselijke verdoving plaats. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een radioloog.
Uitslag
Het te onderzoeken borstweefsel gaat naar het pathologisch anatomisch laboratorium waar het wordt onderzocht. De uitkomsten worden na twee werkdagen met u besproken door de chirurg of verpleegkundig specialist.
Advies na het onderzoek
De eerste 24 uur overmatige inspanningen
vermijden. Bij pijnklachten kunt u een pijnstiller nemen, bijvoorbeeld paracetamol. Liever geen aspirine nemen vanwege bloedinggevaar. De borst kan blauwe plekken vertonen en wat opzwellen.
Neem contact op met de mammapoli of uw huisarts indien een grote zwelling ontstaat in de borst of als de wond blijft bloeden. Als de wond bloedt, oefent u dan eerst 10 tot 15 minuten druk uit op de wond. Tevens contact opnemen als de borst na twee tot drie dagen rood en warm aanvoelt op de plek waar de borst is aangeprikt of bij koorts
Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen of wilt u meer informatie, aarzel dan niet deze met uw arts of verpleegkundig
specialist te bespreken.
Mammapoli
T: (0341) 46 3981
maandag t/m vrijdag
van 8.30 tot 17.00 uur
Contact
Heeft u na uw bezoek aan het ziekenhuis
vragen?
- De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact met ons opnemen via het algemene nummer van het ziekenhuis: 0341-463911. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen.
-
Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van ziekenhuis St Jansdal.