Wat is een liesbreuk?
Om uw buik zit een buikwand. De buikwand bestaat uit huid, vetweefsel, spieren en buikvlies. Uw lies is van nature een zwakke plek in de buikwand. Door deze plek kan soms buikvlies, darm of vetweefsel naar buiten komen. Hierdoor ontstaat er een bult. Zo’n uitstulping noemen we een liesbreuk. Een liesbreuk is te herkennen aan een zwelling of uitstulping in de lies, die meestal ook terug te duwen is. De zwelling wordt erger als u er druk op uitoefent door bijvoorbeeld hoesten of hard persen.
Oorzaak
Liesbreuken kunnen aangeboren zijn of op latere leeftijd ontstaan. Bijvoorbeeld doordat er druk op de buikwand staat door zwaar tillen of hard persen. U kunt ook een liesbreuk krijgen door langdurig hoesten.
Klachten
Een liesbreuk kan pijn doen of een stekend of branderig gevoel geven. U kunt ook alleen een zwelling hebben zonder pijn.
Behandeling
De opening in de buikwand geneest niet vanzelf en wordt vaak steeds groter. Als u een liesbreuk heeft, kunt u hieraan geopereerd worden. Als u geen klachten heeft, is (voorlopig) niets doen ook een optie.
Behandeling ONE STOP, alles op 1 dag
In ons ziekenhuis kunt u zich via een versneld traject laten opereren. Het voordeel hiervan is dat alle onderzoeken en de operatie op één dag plaats vinden. Als uw huisarts de diagnose heeft gesteld, maakt u bij het ziekenhuis een afspraak.
Wie komt hiervoor in aanmerking?
Niet alle patiënten komen voor dit traject van liesbreukoperatie in aanmerking. U kunt hieraan meedoen, als u:
- Tussen de 16 jaar en 80 jaar oud bent.
- Geen suikerziekte heeft.
- Geen bloedverdunners of aspirines gebruikt.
- Geen hart- of longproblemen heeft.
- Een goede conditie heeft (bijvoorbeeld traplopen zonder problemen).
- Niet zwanger bent.
- Geen slaapapneu heeft.
-
De app MijnStJansdal gebruikt. In de app ontvangt u meldingen als er belangrijke informatie en vragenlijsten voor u klaarstaan.
Voordat uw operatie wordt ingepland, belt een medewerker van het afsprakenbureau om een aantal vragen te stellen. Zo bepalen we of u mee kunt doen aan het ONE STOP traject. Als dat zo is, plannen we meteen de operatie in. Soms is het toch nodig dat er eerst een afspraak in het ziekenhuis wordt gepland. Dan volgt u het reguliere zorgtraject. U leest hierover meer in de folder Liesbreuk.
Voor de operatie
Als uw operatie is ingepland, ontvangt u een bevestiging via MijnStJansdal.
Onderzoek voor de operatie
Voor de operatie is het belangrijk dat u twee vragenlijsten invult. Deze vindt u in de MijnStJansdal-omgeving. Doe dit zo snel mogelijk. Zo kunnen de chirurg en de anesthesist zich goed voorbereiden.
Informatie anesthesie
Via MijnStJansdal krijgt u informatie over de verdoving (anesthesie). Lees dit goed door! Als u niets anders hoort, verwachten we u op de afgesproken dag en tijd in ons ziekenhuis in Lelystad.
Wat moet u doen voordat u naar het ziekenhuis komt?
- Neem uw medicijnen mee in de originele verpakking.
- Draag wijde kleding.
- Regel vervoer. Iemand moet u na de operatie ophalen. U mag 24 uur niet zelf rijden of fietsen.
- Neem een geldig identiteitsbewijs mee.
- Gebruik geen bodylotion, huidcrème of olie op de operatiedag.
- Laat waardevolle spullen thuis. Heeft u iets waardevols bij u? Vraag dan om een kluisje.
-
Eet en drink niets vanaf 6 uur voor de operatie. U moet nuchter zijn.
De dag van opname, onderzoek en operatie
Melden bij de receptie
Twee werkdagen voor de operatie krijgt u via MijnStJansdal te horen hoe laat u zich moet melden. U meldt zich bij de receptie in het ziekenhuis in Lelystad. Daar wordt u ingeschreven en moet u uw identiteitsbewijs laten zien. Daarna gaat u naar de afdeling dagbehandeling. De secretaresse daar helpt u verder. Een verpleegkundige begeleidt u de hele dag. U ligt op een kamer met andere patiënten, vaak ook met een liesbreuk.
Gesprek chirurg
De chirurg legt uit hoe de operatie gaat en wat u na de operatie kunt verwachten. Voor de operatie controleert de chirurg ook of u een liesbreuk heeft. De kant van de liesbreuk wordt gemarkeerd. U kunt dan nog vragen stellen.
In sommige gevallen blijkt dat er geen liesbreuk is. Dan hoeft u niet geopereerd te worden. De chirurg geeft dan advies en kijkt of verder onderzoek of een andere behandeling nodig is.
Verpleegkundige
Tijdens uw opname zorgt de verpleegkundige voor u en wordt uw bloeddruk, hartslag en hartritme gemeten. U krijgt uitleg over de dag en kunt vragen stellen. Ook krijgt u een polsbandje met uw gegevens en instructies over de operatiekleding. Soms moet u wachten. Neem iets mee om de tijd door te komen.
Wanneer u aan de beurt bent, wordt u naar de operatieafdeling gereden. In de wachtruimte voor de operatiekamer bereidt een gespecialiseerd verpleegkundige u verder voor.
Operatiekamer
In de operatiekamer bespreekt de anesthesist de verdoving met u. Als u nog vragen heeft, kunt u die dan stellen. Eerst krijgt u een infuus. Daarna krijgt u een ruggenprik of volledige narcose.
Ruggenprik of volledige narcose
De chirurg adviseert bij een liesbreukoperatie een ruggenprik. Dit is een verdoving van een deel van uw lichaam. U blijft wakker tijdens de operatie. De chirurg kan u dan vragen om even te persen of te hoesten ter controle.
Sommige mensen willen liever niet alles horen of zien. In dat geval kan de anesthesist u een roesje geven via een infuus. U wordt dan slaperig of slaapt tijdens de operatie. De chirurg kan nog steeds vragen om te persen of hoesten, maar u herinnert dit later niet.
Bij volledige narcose slaapt u diep en merkt u niets van de operatie. De anesthesist geeft u hiervoor medicijnen via het infuus.
Meer informatie over de verdoving vindt u via MijnStJansdal of op de website van ziekenhuis St Jansdal. Lees deze informatie goed door voor uw bezoek aan het ziekenhuis. Zo kunt u een goede keuze maken.
De operatie
Er zijn verschillende manieren om een liesbreuk te herstellen. In ons ziekenhuis gebruiken we altijd een kunststof matje om de verzwakte plek in de buikwand te verstevigen. Dit matje wordt goed door het lichaam verdragen. Bij de operatie maakt de chirurg een kleine snee bij of net boven de liesbreuk. Via deze opening plaatst de chirurg het matje tussen de spieren van de buikwand en het buikvlies. De operatie duurt ongeveer 25 minuten.
Herstel van de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Hier wordt u goed in de gaten gehouden. De gespecialiseerd verpleegkundigen controleren uw ademhaling, hartslag en bloeddruk.
Na ongeveer 30 minuten gaat u terug naar de afdeling. Als u een ruggenprik heeft gehad, mag u wat eten en drinken. U mag naar huis als:
- Uw bloeddruk en hartslag goed zijn.
- U geplast heeft.
- U gevoel in uw benen heeft.
Dit is meestal vóór 17.30 uur.
Pijn na de operatie
Als de verdoving uitgewerkt is, kan de wond gevoelig zijn. Neem daarom 3 dagen lang pijnstilling:
- 4 keer per dag 1000 mg paracetamol.
- Na 3 dagen hoeft u alleen nog pijnstilling te nemen als u pijn heeft.
Als de chirurg andere pijnmedicatie voorschrijft, kunt u de instructies van de apotheek volgen.
Mogelijke complicaties
Elke operatie kan complicaties geven. Ook bij deze operatie kunnen er problemen zijn, zoals:
- Nabloeding.
- Wondinfectie.
- Trombose (bloedstolsel).
- Longontsteking.
Als er een kleine bloeding is, kunt u na een paar dagen een blauwe plek zien op of rond de wond. Bij mannen kan dit naar de penis of balzak uitzakken. Bij vrouwen kan dit naar de grote schaamlip gaan. Dit is meestal niet erg.
Ontsteking
Soms ontstaat er een bloeduitstorting rondom de wond. Dit is normaal. Maar als u koorts krijgt (hoger dan 38,5 graden) of als de wond dik, rood en pijnlijk wordt, of er komt vocht uit de wond, neem dan contact op met de polikliniek chirurgie.
Controle na operatie
Binnen 2 tot 3 dagen na de operatie belt de doktersassistent u om te vragen hoe het gaat. Na het telefoongesprek krijgt u vragenlijsten om uw herstel te volgen. Deze vragenlijsten ontvangt u 6 weken, 3 maanden, 1 jaar en 2 jaar na de operatie via MijnStJansdal. Mocht het nodig zijn, wordt u nog een keer gebeld door de doktersassistent of volgt een controleafspraak bij uw behandelend arts.
Adviezen voor thuis
Wondverzorging en hechtingen
Twee dagen na de operatie mag de pleister van de wond af en mag u weer douchen. Als de wond droog is, hoeft er geen pleister meer op. De hechtingen zijn onderhuids en lossen vanzelf op. Soms blijft er een klein knoopje van de hechting aan de zijkant van de wond zitten. Als u hier last van hebt, kunt u het na 10 dagen afknippen.
Rust nemen
Na de operatie is het belangrijk om de eerste dagen rustig aan te doen. U kunt meestal na een week weer werken en sporten, als u zich goed genoeg voelt. Luister naar uw lichaam. Voelt u pijn? Doe dan een stapje terug. Het is normaal als dit zo’n twee weken duurt.
Voorkom druk op de wond
Til in de eerste week niet te zwaar. Zorg ervoor dat u goed kunt poepen, zodat u niet hard hoeft te persen. Als u niest of moet persen, steun dan de wond met beide handen om druk te voorkomen.
Voeding
U hoeft geen speciaal dieet te volgen. Het is wel goed om vezelrijke voeding te eten en veel water te drinken. Dit helpt uw stoelgang en voorkomt dat u moet persen. Als u na een week nog niet gepoept heeft, neem dan contact op met uw huisarts.
Douchen, baden en zwemmen
Na de operatie mag u kort douchen. U mag pas in bad en zwemmen als de wond genezen is, dit duurt meestal ongeveer 14 dagen.
Contact
Neem contact op als u binnen tien dagen na uw operatie minimaal 1 van de volgende klachten heeft:
- Koorts boven 38,5 graden Celsius.
- Erge buikpijn.
- Rode, gezwollen en pijnlijke wondjes of pus uit de wond.
- Ziek voelen.
- Huiduitslag over het hele lichaam.
Bel tijdens kantooruren de polikliniek chirurgie: 0341 - 46 37 77
Bel buiten kantooruren de spoedeisende hulp: 0341 - 46 39 64
Als de operatie langer dan 10 dagen geleden is en u heeft klachten, bel dan uw huisarts. Bel buiten kantooruren de huisartsenpost.