Uw baby is te vroeg geboren of heeft moeite met drinken. Daarom is het belangrijk om op de juiste en steeds dezelfde manier te oefenen met drinken. Een goede drinktechniek helpt problemen met eten en praten in de toekomst te voorkomen. In deze folder leest u hoe u uw baby het beste kunt voeden.
Klaar voor de borst?
Een te vroeg geboren baby mag aan de borst drinken zodra hij/zij er klaar voor is. Meestal kan dit vanaf 32 weken zwangerschap. De baby bepaalt zelf hoe snel de melk komt. Een ronde houding, met de schouders en armen naar voren, helpt hierbij. De kinderverpleegkundige en lactatiekundige helpen u hierbij.
Klaar voor de fles?
Uw baby moet wakker, alert en fit genoeg zijn om te oefenen met de fles. De kinderverpleegkundige bepaalt wanneer uw baby klaar is. Dit kan per dag verschillen.
Houd de fles schuin en vul de speen met melk om druppelen te voorkomen. Gebruik een lange, rechte speen met een langzame stroom. Raak met de speen zachtjes de wang of lippen aan en wacht tot uw baby zelf aanhapt. Let erop dat de tong laag in de mond blijft.
Voeden in zijligging
Drinken terwijl de baby op zijn zij ligt, is een natuurlijke houding. Dit lijkt op drinken aan de borst en heeft veel voordelen vergeleken met drinken op de rug:
- De voeding gaat langzamer naar binnen.
- De baby kan beter ademen.
- De baby kan beter zuigen, slikken en ademen.
- De baby verslikt zich minder snel.
De baby moet in een ronde houding liggen, met de schouders naar voren. Het hoofdje moet hoger liggen dan de billen. De persoon die voedt, moet één been iets hoger leggen dan het andere been.
Voedingreflexen
Baby's drinken automatisch door voedingsreflexen. Soms hebben te vroeg geboren baby’s deze reflexen nog niet goed. Dan kunnen ze moeilijk drinken. Het is belangrijk om deze reflexen te gebruiken. Pas als de baby deze reflexen heeft, kan hij drinken.
De belangrijkste reflexen zijn:
- Zoekreflex: Als je met de tepel of speen bij de mondhoeken strijkt, draait de baby zijn hoofdje. Als de baby zijn mond wijd opent, kan je de tepel of speen geven.
- Zuigreflex: Strijk met de tepel of speen langs de lippen en tong. Dit helpt de baby om te zuigen.
- Slikreflex: Als er genoeg melk in de mond is, slikt de baby automatisch. Deze reflex komt als de baby zuigt.
- Handpalmreflex: Druk zachtjes op de hand van de baby. Dit maakt de baby actiever en helpt met zuigen.
Soms duurt het langer voordat een baby kan drinken. Neem de tijd en wacht op een reactie van je baby.
Zuigen, slikken en ademen
Voor sommige baby's, vooral te vroeg geboren, is het moeilijk om tegelijk te zuigen, slikken en ademen. De meeste baby's leren dit vanaf 34 weken zwangerschap. Soms krijgen ze te weinig lucht en kunnen ze benauwd worden. Let bij de eerste flesjes op of de baby pauzes neemt; houd de fles iets naar beneden als hij doorgaat met drinken, zodat er even geen melk in de speen komt.
Als een baby het drinken niet fijn vindt, laat hij dat zien door: fronsen, wegdraaien, onrustig zijn, vuistjes maken, armen en handen spreiden, neusvleugelen of dalen van het zuurstof in het bloed. Een kinderverpleegkundige kan u helpen deze signalen te herkennen. Stop met voeden als u deze signalen ziet, en probeer het opnieuw na een korte pauze. Bij voorkeur als de baby nog wakker en alert is. Zorg ervoor dat het drinken prettig is voor zowel de baby als uzelf.
Boeren
Sommige baby's moeten na het drinken een boertje laten om lucht kwijt te raken. U kunt helpen door de baby rechtop te zetten, zachtjes over de rug te wrijven of de schouders te draaien. Samen met de kinderverpleegkundige kunt u ontdekken wat het beste werkt.
Hulp en advies
Als uw baby moeite heeft met drinken, kunnen de kinderverpleegkundige, lactatiekundige of logopedist helpen. Zij kijken samen wat het beste is voor uw baby. Vraag gerust om hulp en advies.
Contactgegevens
Heeft u vragen? Bel dan de couveuse afdeling op: (0341) 46 36 21.