Als u in ons ziekenhuis een hernia-operatie krijgt, volgt u het laminectomie traject. In deze folder leest u meer over de periode voor de operatie, de opname en de operatie zelf.
Voor de operatie
- U komt naar het pré-operatief spreekuur. U praat met een verpleegkundige en een anesthesist.
- U heeft een groepsbijeenkomst met een fysiotherapeut en een verpleegkundige.
- U wordt opgenomen op de afdeling kort verblijf.
- Na ongeveer zes weken komt u terug voor een controle bij de neurochirurg.
Het pre-operatief spreekuur
U krijgt een uitnodiging voor een afspraak. Tijdens deze afspraak spreekt u met een verpleegkundige. Zij kijkt uw gegevens na en vertelt hoe de opname gaat. Neem uw ingevulde gezondheidsverklaring en medicatieoverzicht mee.
U spreekt ook met de anesthesist. Hij of zij bespreekt de verdoving voor de operatie. Uw gezondheid en ziektegeschiedenis komen ook aan de orde. U vertelt welke medicijnen u gebruikt. Sommige medicijnen moet u stoppen voor de operatie, zoals bloedverdunners.
Als er extra onderzoeken nodig zijn, zoals bloedonderzoek of een hartfilmpje, regelt de anesthesist dit.
De groepsbijeenkomst
U krijgt een uitnodiging voor een bijeenkomst. Een fysiotherapeut en een verpleegkundige geven uitleg. Ze vertellen wat u kunt verwachten tijdens uw opname. U leert wat u wel en niet mag doen. Ook hoort u welke oefeningen u moet doen. U kunt vragen stellen aan de verpleegkundige en de fysiotherapeut.
De voorbereiding
Bloedverdunning
Bloedverdunners moet u voor de operatie stoppen in overleg met de neurochirurg of anesthesist. Als u Acenocoumerol of Marcoumar gebruikt, wordt er op de dag van opname bloed geprikt voor controle.
Regel thuiszorg van tevoren
Heeft u thuiszorg nodig na de opname? Regel dit dan zelf vóórdat u naar het ziekenhuis komt.
Denkt u dat u niet meteen naar huis kunt? Misschien kunt u tijdelijk naar het Buurtzorgpension in Ermelo. Uw huisarts kan u hiervoor verwijzen.
Meer informatie leest u in de folder: Thuiszorg na ziekenhuisopname.
Nuchter zijn
Meer informatie over nuchter zijn (voor een operatie) kunt u vinden in onze folder met filmpje Nuchter zijn.
De opname
U meldt zich op het afgesproken tijdstip op de Electieve Opname Afdeling (EOA). Een medewerker helpt u verder.
De verpleegkundige
De verpleegkundige vertelt wat er gaat gebeuren. Zij vraagt naar uw gezondheid en medicijnen. Ook vertelt zij wat u de komende dagen kunt verwachten.
De verpleegkundige bereidt u voor op de operatie. Zij meet bijvoorbeeld uw bloeddruk, temperatuur en hartslag en helpt u met een OK-jasje aantrekken. Dan wordt u naar de operatiekamer gebracht.
De operatie
De operatie duurt ongeveer een uur. U krijgt een ruggenprik. U voelt uw benen niet meer. U kunt ook een roesje vragen. Als u dat wilt, kunt u uw eigen muziek meenemen. Dan kunt u naar muziek luisteren tijdens de operatie. Soms krijgen mensen ook een narcose.
Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. U heeft een infuus in uw arm. Heel soms krijgt u een drain in uw rug om bloedophoping te voorkomen. We meten uw bloeddruk, hartslag, temperatuur en ademhaling. Gaat alles goed? Dan mag u na ongeveer één uur naar de afdeling.
Na de operatie ligt u vier uur op uw rug. Uw bovenlichaam mag een beetje omhoog (30 graden). Zodra de ruggenprik is uitgewerkt, voelt u uw benen weer en kunt u weer plassen.
De verpleegkundige controleert regelmatig of u gevoel heeft in uw benen en voeten en of u moet plassen. U moet na zes uur geplast hebben. Lukt dat niet? Dan kijken we met een scan hoeveel urine in uw blaas zit. Soms wordt een katheter gebruikt. Het is belangrijk dat u merkt dat het steeds beter gaat.
Het verloop van dag tot dag
Dag 1 (operatiedag)
-
Na de operatie moet u vier uur plat in bed liggen. U mag wel uw voeten en benen rustig bewegen. Daarna mag u op uw zij liggen of uw hoofdsteun iets omhoog doen. Draaien mag, maar dit moet met hulp van de verpleegkundige. Zij gebruiken een speciale techniek. U mag dit zelf doen als de verpleegkundige dat zegt.
-
Als u vroeg geopereerd bent, mag u voorzichtig gaan bewegen met hulp van de fysiotherapeut of verpleegkundige.
-
Drie keer per dag controleert de verpleegkundige:
-
Uw pols, bloeddruk en temperatuur.
-
De wond en eventuele afvoer.
-
Hoeveel u plast.
-
Het gevoel in uw benen.
-
Dag 2
- Op dag 2 gaat u bewegen met de fysiotherapeut. U mag lopen op de afdeling en aan tafel eten. Zitten belast uw rug. Daarom mag u niet langer dan 20 minuten achter elkaar zitten.
- Drie keer per dag wordt u gecontroleerd, net als op dag 1.
- De drain in de wond wordt verwijderd, net als de katheter, als u deze heeft.
- Het infuus wordt verwijderd als u zich goed voelt en genoeg drinkt. Bij goed herstel mag u aan het einde van de dag naar huis.
-
Als u in het ziekenhuis blijft, krijgt u ’s avonds een prik in uw buik. Dit heet Fraxiparine en is om trombose (bloedstolsels) te voorkomen.
Dag 3
- Op dag 3 gaat u meer bewegen met de fysiotherapeut. U mag lopen op de afdeling en aan tafel eten. Zitten belast uw rug. Daarom mag u niet langer dan 20 minuten achter elkaar zitten.
- Drie keer per dag wordt u gecontroleerd, net als op de vorige dagen.
-
U mag naar huis als u aan de voorwaarden voldoet. Samen met de fysiotherapeut kiest u het moment van ontslag.
-
Bij uw ontslag krijgt u van uw arts informatie over wanneer u weer met uw bloedverdunnende medicijnen mag beginnen.
Pijnstilling
We vragen vaak hoeveel pijn u heeft. Dit doen we met een NRS-score. Dit is een schaal van 0 tot 10. Bij 0 heeft u geen pijn. Bij 10 heeft u heel veel pijn. Uw score helpt ons de juiste medicijnen tegen de pijn te geven.
Het herstel
Na de operatie voelt u zich niet meteen beter. De eerste dagen heeft u vaak pijn bij de wond. Pijn in de benen kan snel minder worden, maar soms duurt dit langer door vocht bij de wond. Ook kunt u spierpijn hebben omdat u weer meer beweegt. De spierkracht komt terug in drie tot zes maanden.
Gevoel in uw benen kan langer wegblijven, soms meer dan zes maanden. Rugpijn rond de wond is normaal in de eerste zes weken. Na het oefenen kan de pijn soms zelfs meer worden. 's Ochtends kunt u stijf zijn.
Het loopschema
Een loopschema met drie wandelingen per dag is goed voor uw rug. Begin met drie keer vijf minuten wandelen. Als dit goed gaat, kunt u elke dag een paar minuten langer lopen. U moet niet door de pijn heen lopen. Het is de bedoeling dat u steeds beter gaat bewegen. Een beetje spierpijn is normaal.
Na zes weken, bij de controle, hopen we dat u weer 30-45 minuten achter elkaar kunt lopen.
Als u veel pijn heeft bij het draaien in bed, kan dat wijzen op een probleem met uw wervels. Dit heeft bijna iedereen wel een beetje, maar als de pijn te erg is, kunt u samen met de revalidatiearts over een tijdelijk korset praten.
Beperk het zitten als het pijn doet. U mag maximaal 30 minuten achter elkaar zitten.
De fysiotherapeut
Na de operatie gaat u oefenen in het ziekenhuis. Een fysiotherapeut helpt u. Eerst in het ziekenhuis, daarna thuis. U krijgt thuis bezoek van uw fysiotherapeut. Als u beter bent, gaat u naar de praktijk van de fysiotherapeut.
Als u thuis trappen moet lopen, oefent u dat op de 2e of 3e dag. Thuis is het belangrijk om te lopen en ook te rusten.