Inleiding
Bij u is een rughernia vastgesteld. In deze folder leest u over de wervelkolom, mogelijke klachten en de behandeling daarvan. Ook wordt uitgelegd hoe een operatie verloopt en wat u kunt verwachten.
De wervelkolom
De wervelkolom heeft 24 wervels. Deze zijn in vier groepen verdeeld:
- 7 halswervels
- 12 borstwervels
- 5 lendenwervels
- Heiligbeen
Tussen de wervels zit een schijf. Deze schijf is gemaakt van kraakbeen en gelatine. De schijf werkt als een schokbreker. De wervels zijn met kleine gewrichten aan elkaar verbonden. Dit helpt de rug om te bewegen. Er zijn ook banden langs de wervels. Deze banden maken de wervel sterker en geven extra steun.
Elke wervel heeft een holte. Alle holtes samen vormen het wervelkanaal. In dit kanaal lopen het ruggenmerg en zenuwwortels. De wortels komen bij elke wervel naar buiten.
De wortels worden zenuwen. Deze zenuwen helpen de spieren om te bewegen en geven gevoel aan de huid. Elke zenuwwortel helpt een groep spieren en zorgt voor gevoel in een deel van de huid.
Lichamelijke klachten
Klachten kunnen verschillende oorzaken hebben. Iedereen is anders, dus de klachten kunnen ook verschillend zijn.
Ischias
Ischias is pijn die uitstraalt in de bil en het been. Dit komt door de grote zenuw in dat gebied.
Rugpijn
Rugpijn komt meestal door problemen met gewrichten of spieren. Vaak is het een gevolg van slijtage, niet van een hernia of wervelkanaalstenose.
Hernia
Bij een hernia puilt de tussenwervelschijf uit. Dit gebeurt vaak in de onderrug. De uitpuilende schijf kan druk geven op zenuwen. Dit veroorzaakt pijn, tintelingen of een doof gevoel in het been. Klachten zijn er bij veel bewegingen, maar minder als u ligt. Een hernia kan ontstaan door tillen, draaien of niezen. Iedereen kan het krijgen, maar het komt vaak voor bij jonge mensen.
Wervelkanaalstenose
Bij wervelkanaalstenose kan de uitgang voor zenuwen smaller worden door botgroei. Dit leidt tot pijn bij staan en lopen, die weggaat als je zit. Dit probleem komt vaak voor bij oudere mensen en wordt steeds erger bij langere afstanden lopen.
De plaats van de afwijking(en) op de foto
Afbeelding: u kijkt dwars door de wervel
De plaats van de aandoening staat op een tekening. In deze tekening ziet u welke afwijkingen er op de MRI zijn gevonden. U kunt zien op welke wervel u wordt geopereerd en aan welke kant (links, rechts of beide) de aandoening zit. Ook staat er in het rood waar de ruggenprik komt.
Behandelopties en een operatie
Wachttijd voor de operatie
Er wordt minimaal zes weken gewacht met een operatie, behalve bij spoed. In die zes weken gaan de klachten bij 80% van de mensen over. Soms helpt pijnbestrijding. Eerst worden andere oplossingen geprobeerd, zoals rust en fysiotherapie.
Neem contact op met de neuroloog als uw klachten erger worden, u een doof gevoel heeft bij plassen, of incontinentie krijgt. Neem contact op met de neurochirurg als de pijn in uw been helemaal weg is.
De operatie
De operatie is meestal op de dag dat u wordt opgenomen. U krijgt een ruggenprik en, als u wilt, een roesje zodat u niets merkt.
Resultaat van de operatie
Bij 80% van de mensen helpt de operatie goed tegen de pijn in het been. Rugpijn verbetert minder goed, bij 50% van de mensen.
Risico's van de operatie
Er zijn twee soorten risico’s: door de verdoving en door de operatie. De risico’s van de verdoving zijn klein, maar groter bij ouderdom of ziektes zoals diabetes of hartproblemen. Een ruggenprik is veiliger dan volledige verdoving. Bij de operatie is er minder dan 5% kans op problemen, zoals infectie, nabloeding of zenuwschade (minder dan 2%). De risico’s zijn klein, maar de gevolgen kunnen groot zijn.
Voorbereiding
Bereid u voor op de operatie door zoveel mogelijk uw normale dingen te doen. Vermijd activiteiten die meer pijn geven.