Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo).
Uw voorbereiding
Uw maag moet leeg zijn
Om het onderzoek goed te laten verlopen, moet uw maag leeg zijn. Hiervoor mag u vanaf een bepaald moment niet meer eten of drinken. Meer informatie hierover leest u in de volgende hoofdstukken.
Neem voor uw ziekenhuisbezoek het volgende mee:
- De pas van uw ziektekostenverzekering.
- Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort).
- Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt.
- Uw eigen medicatie.
Informeer uw arts over uw gezondheid
Om u goed voor te bereiden op het onderzoek is het belangrijk dat uw arts op de hoogte is van uw gezondheid. Schrijf daarom de antwoorden van deze vragen voor uw arts op:
- Gebruikt u bloedverdunners?
- Heeft u allergieën?
- Heeft u diabetes mellitus (suikerziekte)?
- Zijn er andere zaken/beperkingen waar wij rekening mee moeten houden?
Geef dit door aan uw arts.
Sedatiemogelijkheden (verdoving)
Het onderzoek wordt met diepe verdoving uitgevoerd.
Regel vervoer naar huis
Tijdens het onderzoek heeft u een diepe verdoving gehad. Daarom mag u niet alleen naar huis gaan, ook niet met het openbaar vervoer of een taxi. Het is belangrijk dat iemand u ophaalt en naar huis brengt. Houd er ook rekening mee dat u tot 24 uur na het onderzoek niet mag autorijden of fietsen.
Voorbereiding bij het onderzoek vóór 13.00 uur
Eten en drinken bij onderzoek vóór 13.00 uur
- Als uw onderzoek voor 13.00uur wordt gedaan, mag u vanaf 22.00 uur op de avond voor het onderzoek niets meer eten en drinken.
- Medicijnen mag u innemen tot uiterlijk twee uur voor het onderzoek met een klein slokje water, tenzij anders is aangegeven.
Voorbereiding bij onderzoek na 13.00 uur
Eten en drinken bij onderzoek ná 13.00 uur
- Als uw onderzoek na 13.00 uur is, mag u tot 7.30 uur nog één of twee beschuitjes eten en één of twee kopjes thee of koffie drinken. Gebruik geen melkproducten! (Denk aan: koffiemelk, kaas, boter, etc.)
- Medicijnen mag u innemen tot uiterlijk twee uur voor het onderzoek met een klein slokje water, tenzij anders is aangegeven.
Medicijnen
Vertel uw arts als u ’s ochtends medicijnen gebruikt voor bijvoorbeeld suikerziekte (diabetes mellitus) of een ander gezondheidsprobleem.
Bloedverdunners
(N.B. onderstaande informatie is alleen van toepassing als u bloedverdunners gebruikt)
Soms moeten bloedverdunners een aantal dagen voor het onderzoek gestopt worden. Dit moet altijd gebeuren in overleg met een arts. Neemt u daarom contact op met de arts die het onderzoek aanvraagt. Hieronder volgt een globale richtlijn:
Niet stoppen:
Trombocytenaggregatieremmer zoals: Acetylsalicylzuur, Carbasalaatcalcium (Ascal),
Dipyridamol (Persantin), Clopidogrel (Plavix), Prasugrel (Efient) en Ticagrelor (Brilique)
Overleg Trombosedienst:
Acenocoumarol of Fenprocoumon (Marcoumar)
Overleg arts:
DOAC (Direct werkende Orale AntiCoagulantia) zoals: Rivaroxaban (Xarelto), Dabigatran, (Pradaxa), Apixaban (Eliquis), Edoxaban (Lixiana)
Als het nodig is, geeft de arts u na het onderzoek extra advies over het opnieuw beginnen met uw medicijnen, afhankelijk van de resultaten van de scopie.
Het onderzoek
Met een inwendige echo kunnen verschillende organen in beeld gebracht worden:
- De slokdarm: de slang wordt in de slokdarm geschoven zodat de wand van de slokdarm en het omliggende gebied bekeken kunnen worden.
- De maag: de slang wordt via de slokdarm in de maag geschoven, zodat de maagwand en het omliggende gebied bekeken kunnen worden.
- De alvleesklier: de slang wordt via de slokdarm in de maag en de twaalfvingerige darm geschoven zodat de alvleesklier bekeken kan worden.
-
De galwegen: de slang wordt via de slokdarm in de maag en de twaalfvingerige darm geschoven zodat de galwegen bekeken kunnen worden.
Hoe uw onderzoek in zijn werk gaat
Inwendige echo
Tekst video:
Binnenkort krijgt u een inwendige echo. Bij dit onderzoek maakt de arts een inwendige echo van uw slokdarm, maag, alvleesklier, lever of galwegen. Voordat het onderzoek begint, wordt u naar de onderzoeksruimte gebracht. Om uw gebit te beschermen, krijgt u een bijtring in uw mond. De echo wordt gemaakt met een echo-endoscoop. Dit is een flexibele slang waar een echokop op zit. Daarmee kan de arts uw organen bekijken. De arts brengt de slang via de mond in de slokdarm. Dit kan onprettig voelen. Probeer rustig door uw mond of neus te blijven ademen en te ontspannen. De arts brengt de scoop naar het weefsel dat in beeld gebracht moet worden. Wanneer de endoscoop op de juiste plaats zit, kan de arts op een beeldscherm uw organen bekijken. Soms wordt er daarna via de endoscoop weefsel of vocht weggenomen voor aanvullend onderzoek. Dit kan gevoelig zijn. Na het onderzoek haalt de arts de endoscoop langzaam uit de slokdarm. De bijtring wordt verwijderd. Het onderzoek is klaar.
Nazorg na het onderzoek
Na het onderzoek
Na het onderzoek wordt u teruggebracht naar de observatieruimte. De medewerker vertelt u wanneer u weer mag eten en drinken.
De uitslag van het onderzoek
U krijgt direct na het onderzoek een voorlopige uitslag. De definitieve uitslag krijgt u van de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.
Een geïrriteerde keel
Uw keel kan na het onderzoek nog een tijdje geïrriteerd voelen, dit is normaal. Ook kunt u na het onderzoek slijm ophoesten met een beetje bloed. Ook dit is normaal en verdwijnt binnen twee dagen.
Mogelijke complicaties
Mogelijke complicaties
Een inwendige echo is een veilig onderzoek. Complicaties komen bijna nooit voor.
- Een zeldzame, maar ernstige complicatie is een gaatje in de wand van de slokdarm, maag of twaalfvingerige darm (een perforatie). Dit kan voorkomen als de endo-echoscoop moeizaam door de keel gaat of als er vernauwingen in de slokdarm of maag zijn.
- Een andere zeldzame complicatie is een infectie van de luchtwegen. Dit kan ontstaan als u zich verslikt en er maaginhoud in uw luchtwegen terecht komt.
- Bloedingen zijn zeer zeldzaam.
- Na het wegnemen van weefsel of vocht uit de alvleesklier is er een klein risico op het krijgen van een alvleesklierontsteking, infectie of (voorbijgaande) buikpijn.
- Er kunnen complicaties optreden door de verdoving. Hierdoor kunnen ademhalingsproblemen en/of stoornissen in de hartfunctie ontstaan. Daarom worden tijdens en na het onderzoek uw ademhaling en bloeddruk goed gecontroleerd. U blijft na het onderzoek nog een tijdje ter observatie in de uitslaapkamer.
Contact opnemen
De eerste vijf dagen na het onderzoek kunt u bij problemen overdag contact opnemen met de polikliniek MDL via het volgende telefoonnummer: 0341 - 46 38 99, keuze 2.
's Avonds en in het weekend belt u met de spoedeisende hulp. Het telefoonnummer vindt u op www.stjansdal.nl.
Na vijf dagen kunt u bij ontstaan van klachten weer contact opnemen met uw huisarts.
Meer informatie
Meer weten?
Wilt u meer weten over de inwendige echo? Op de website van de Maag Lever Darm Stichting vindt u meer informatie.
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.