Prikkels vermijden
De beste behandeling van astma is het voorkómen van klachten.
Astma is niet te genezen, maar het helpt wel om uit de buurt te blijven van prikkelende stoffen. Buitenshuis is dit soms lastig, in de eigen woonomgeving is dit een stuk makkelijker. U kunt de woning zodanig inrichten, dat degene met astma zo min mogelijk last heeft van prikkelende stoffen. Dit wordt ‘saneren’ genoemd, letterlijk: ‘gezond maken’. Dit betekent vooral het bestrijden van de huisstofmijt. Hiervoor moet u misschien uw meubels, vloeren of beddengoed aanpassen.
Welke prikkels spelen een rol?
Voordat u ingrijpende maatregelen kunt nemen, moet u weten waar u of uw kinderen gevoelig voor zijn. Welke prikkels / allergenen veroorzaken de klachten? U kunt dat samen met de huisarts of specialist uitzoeken. De arts kan door een allergieonderzoek vaststellen voor welke prikkels u allergisch bent, zoals huisstofmijt, gras- en boomsoorten of huidschilfers van dieren. Een allergieonderzoek zegt niets over niet-allergische prikkels, zoals weersomstandigheden, tabaksrook en prikkelende luchtjes. Hiervan kunt u uit ervaring weten waarvan u last krijgt. Het is belangrijk dat u daarover goede informatie geeft aan de arts. Houd uw ervaringen en klachten eventueel bij in een dagboek, zodat u een periode kunt vergelijken met dezelfde periode in vorig jaren. Zijn de resultaten goed, dan geeft dat extra motivatie.
Waar zit de huisstofmijt?
Als u weet van welke prikkels u last hebt, kunt u uitzoeken op welke plaatsen deze prikkels zitten. Doe dit bij voorkeur samen met een gespecialiseerde longverpleegkundige (van de thuiszorg of het ziekenhuis). De longverpleegkundige wil onder meer weten of er in huis gerookt wordt en of u huisdieren heeft. Daarnaast kunt u samen door de woning lopen om de prikkels te inventariseren en te bekijken wat er aan te doen is.
Huisstofmijt bestrijden
De huisstofmijt staat niet voor niets bovenaan in het rijtje met allergische prikkels.
Maar liefst 60 tot 90% van de mensen met astma is overgevoelig voor de allergenen in de uitwerpselen van dit spinachtige beestje. En hoe goed u ook schoonmaakt, de huisstofmijt leeft in ieder Nederlands huis. De huisstofmijt houdt van beschutting, voldoende voedsel, een aangename temperatuur en van een vochtige omgeving. Juist in deze voor de huisstofmijt ideale omstandigheden moet worden ingegrepen. Met als doel dat het beestje zich minder prettig gaat voelen en zich minder snel zal voortplanten.
Ideale leefomgeving mijt
De huisstofmijt leeft in ieder Nederlands huis, hoe goed er ook wordt schoongemaakt. De mijt leeft op zijn best in een omgeving met:
- beschutting, zoals van matrassen, meubelstof, tapijt, stofnesten.
- voldoende voedsel, met name huidschilfers van mens en dier.
- een aangename temperatuur: tussen de 10º en 30º C.
- vocht: een relatieve luchtvochtigheid van 45% om te overleven en van 55% om zich te kunnen vermenigvuldigen.
Voedsel voor de huisstofmijt is er in huis altijd in overvloed. En mensen voelen zich nu eenmaal prettig in dezelfde temperatuur als de huisstofmijt. Bij het aanpakken van de huisstofmijt gaat het om het wegnemen van de beschutting en het laag houden van de relatieve luchtvochtigheid.
Mijtentest
Huisstofmijten zijn op te sporen met een mijtentest (verkrijgbaar bij apotheken, thuiszorg- en allergiewinkels). Dat is best een klus, maar heeft het voordeel dat u weet op welke plekken u wel of geen maatregelen moet nemen.
De longverpleegkundige kan voordoen hoe de test werkt. Met een plastic buisje dat u in de stofzuigerslang bevestigt, vangt u stof op. Aan de strookjes die verkleuren kunt u zien of er veel of weinig huisstofmijten in het stof zitten. U kunt de test na één of twee jaar herhalen om te zien of de genomen maatregelen effect hebben.
Saneringsplan
Gaat u in huis de huisstofmijt bestrijden, weeg dan eerst af wat wel of geen zin heeft om aan te pakken. Zomaar hier en daar in huis iets vervangen heeft weinig zin. Het is verstandig om samen met een gespecialiseerde longverpleegkundige een saneringsplan op te stellen.
Saneren in vier stappen
Een longverpleegkundige kan u helpen de juiste maatregelen te kiezen die aansluiten bij uw situatie, mogelijkheden en wensen. Een goed saneringsplan geeft duidelijkheid: hoe kunt u het beste beginnen en hoe komt u uiteindelijk tot de meest ideale situatie? Wanneer u het hele plan kunt afronden, is de kans op slagen groter. Een schakel in de keten laten liggen, kan het effect teniet doen.
Stap 1: Kijk samen met uw arts en/of longverpleegkundige welke prikkels u gevoelig bent.
Stap 2: Waar vindt u deze prikkels?
Stap 3: Maak een plan: welke maatregelen zijn haalbaar en effectief?
Stap 4: Voer de gekozen maatregelen uit
Schoonmaakplan
Een schoonmaakplan kan deel uitmaken van een saneringsplan. Dit zorgt voor regelmaat en structuur in de maatregelen, waardoor u geen plekken met veel onzichtbare huisstofmijten vergeet. Het is goed om de dagen waarop u van plan bent iets te gaan doen aan huisstofmijtbestrijding op een kalender te noteren. Dan ziet u wanneer u iets hebt gedaan en wanneer dat opnieuw moet gebeuren. Laat de huisgenoot met luchtwegklachten tijdens de grote schoonmaak eventueel uit logeren gaan.
Huisstofmijt doden en verwijderen
Maatregelen op korte termijn
U kunt de huisstofmijt op twee manieren bestrijden. Op de lange termijn door te zorgen dat de huisstofmijt zich bij u in huis niet prettig voelt. Daarvoor kunt u de volgende maatregelen nemen: beschutting wegnemen, vocht verminderen, ventileren, verwarmen en isoleren en stofvrij houden. Op de korte termijn kunt u ervoor zorgen dat de huisstofmijt gedood en verwijderd wordt.
Huisstofmijt doden
Door de huisstofmijten te doden zal er geen nieuw allergeen geproduceerd worden. De allergenen (in de uitwerpselen en in de dode huisstofmijt zelf) moet u nog wel verwijderen. Deze allergenen kunnen namelijk zeker nog vier jaar aanwezig blijven. Hoe meer vocht en beschutting de huisstofmijt heeft om te leven, hoe vaker u dit moet doen.
Wassen en reinigen
Huisstofmijten overleven een temperatuur van 60º niet. Door textiel (bijvoorbeeld beddengoed) op deze temperatuur te wassen worden de mijten gedood én de allergenen uitgespoeld. Het is voldoende om een keer in de zes weken op deze manier te wassen.
Het effect is hetzelfde als u materialen ongeveer een week in de diepvries legt bij -20 º en daarna de dode huisstofmijten en allergenen uitspoelt (dat kan bij elke temperatuur).
Tip: Kies voor kinderen met astma knuffelbeesten die u regelmatig op 60 º kunt wassen.
Er is een mijtendodend wasmiddel te koop, Acaryl (informatie bij sanatie- en allergiewinkels). Er zijn ook mijtendodende reinigingsmiddelen voor textiele vloerbedekking en meubelbekleding (verkrijgbaar bij apotheek, thuiszorg- en allergiewinkels).
In Nederland volstaat het om meubels eens per drie maanden te reinigen met mijtendodend middel. Bij een lage relatieve luchtvochtigheid hoeft het minder vaak.
Stofzuigen
Stofzuigen helpt om allergenen en stof te verwijderen. Als de huisstofmijten in het tapijt nog leven, laten ze zich niet opzuigen. Ze houden zich gemakkelijk vast aan het textiel, zelfs bij kortpolig tapijt. Huisstofmijten kunt u alleen uit vloerbedekking halen door eerst een mijtendodend middel te gebruiken. Door stofzuigen komen fijne deeltjes en allergenen in de lucht. Laat iemand met astma daarom liever niet zelf stofzuigen. Wacht na het stofzuigen een half uur voordat u meubels gaat afnemen met een vochtige doek.
Tip: Vervang regelmatig het filter in uw stofzuiger en vervang de stofzak op tijd.
Beschutting wegnemen
Maatregelen op lange termijn
Een maatregel om de huisstofmijt op de lange termijn te bestrijden is de beschutting weg te nemen. Overal waar stof zich ophoopt, vinden huisstofmijten beschutting, dus ook achter een radiator die niet wordt schoongemaakt.
Gebruik van textiel minimaliseren
Door zo min mogelijk textiel in huis toe te passen, neemt u de beschutting voor de huisstofmijt weg. Het beestje zal zich minder thuis voelen en zal zich minder snel voortplanten. Wanneer oppervlakken glad zijn en dus makkelijk te reinigen, is er bovendien minder kans dat allergenen zich ophopen. De belangrijkste maatregelen zijn:
- matrassen, dekbedden en kussens voorzien van speciale allergeendichte hoezen.
- gestoffeerd meubilair vervangen door gladde meubels.
- textiele vloerbedekking vervangen door gladde vloerbedekking.
Beddengoed
Een bed is een favoriete plek voor huisstofmijten: het is er vochtig en warm en er is voldoende voedsel (huidschilfers) aanwezig. Allergeendichte hoezen zorgen ervoor dat u zo min mogelijk in aanraking komt met de huisstofmijt en zijn uitwerpselen. Veel hoezen zijn vocht- en luchtdoorlatend en redelijk comfortabel. Staan er meer bedden in een kamer, dan kunt u het best alle matrassen van een hoes voorzien.
Tip: In een oud matras of kussen kunnen erg veel huisstofmijten zitten. Dan kunt u beter een nieuw exemplaar kopen en die van een hoes voorzien.
Meubels
Meubels met textiele bekleding vragen veel onderhoud om de huisstofmijt onder de duim te houden. Meubels met gladde bekleding, zoals leer, bieden de huisstofmijt de minste beschutting. Deze zijn ook makkelijker te reinigen, waardoor opgehoopte allergenen makkelijker te verwijderen zijn. Pas op bij leren bankstellen met losse kussens: huisstofmijten kunnen zich aan de onderkant nestelen als deze met textiel bekleed is.
Vloeren en wanden
Wanneer er in uw vloer te veel huisstofmijten blijken te zitten, kan vlakke vloerbedekking uitkomst bieden. Bij textiele vloerbedekking zult u vaker de mijten moeten doden en verwijderen om klachten te beperken. Op wanden en gordijnen kan het allergeen van de huisstofmijt zich ophopen in textiel en ruwe structuren. Als de lucht in beweging komt, kan het allergeen zich weer verspreiden en alsnog klachten veroorzaken.
Vocht verminderen
Een maatregel om de huisstofmijt op de lange termijn te bestrijden is vocht verminderen. Huisstofmijten overleven al bij een relatieve luchtvochtigheid van 45%. Is deze tenminste 55%, dan kunnen ze zich ook vermenigvuldigen.
Relatieve vochtigheid
Vocht in de lucht, waterdamp, zie je niet. Wanneer lucht van een bepaalde temperatuur helemaal vol zit met waterdamp, dan heerst er een relatieve luchtvochtigheid van 100 %.
Warme lucht kan meer vocht opnemen voordat de lucht verzadigd raakt. Als de hoeveelheid vocht in de lucht gelijk blijft en de temperatuur stijgt, daalt dus de relatieve luchtvochtigheid. Koelt de lucht af, dan stijgt de relatieve luchtvochtigheid. Uiteindelijk wordt de damp weer zichtbaar. Vandaar de condens op een koud (enkelglas) raam of het ontstaan van mist wanneer het kouder wordt. In Nederland is de relatieve luchtvochtigheid in huis alleen onder de 45 % te houden in de winter, als het buiten koud is en er weinig vocht met de lucht naar binnen stroomt. Probeer gedurende drie wintermaanden de relatieve vochtigheid in het woningtextiel onder die 45 % te houden. Dat is voldoende om de hoeveelheden mijten laag genoeg te houden, zelfs in het piekseizoen, in september net voordat we beginnen met stoken.
Vochtbronnen
Mensen produceren waterdamp: met douchen, koken, wasdrogen, met ademen en transpireren en zelfs met brandende kaarsen. De grootste vochtbronnen in huis zijn:
- de keuken en de badkamer
- apparaten zoals een wasdroger of een gasfornuis
- bouwvocht: water dat tijdens het (ver)bouwen het huis is binnengekomen
- lekkage, optrekkend of doorslaand vocht van buiten de kruipruimte
Vocht in huis is niet altijd te voorkomen, maar wel tot een minimum te beperken.
Waaraan herkent u vocht?
Vocht is vaak te herkennen aan:
- schimmel op spullen, vooral in kasten of aan de onder- en achterkant van meubels
- muf ruikende, bedompte lucht uit vochtige ruimten (kruipruimte) of schimmels met een muffe geur
- ongedierte zoals zilvervisjes of stofluizen
- schimmel op balken of muren (zwart gespikkeld, wit, groen, roze of geel)
- loslatend behang of vochtplekken op de muur (kringen, verkleuringen)
- rotte plinten
- afbladderen of verkruimelen van de pleisterlaag of verf, doordat zouten kristalliseren als het vocht verdampt
- uitbloei van zouten: een witte, pluizige afzetting van zoutkristallen.
Koudste plek in huis
Altijd zal één plek in huis de koudste zijn. Zorg dat huisstofmijten op deze plek geen beschutting vinden. Wanneer bijvoorbeeld na spouwmuurisolatie en dubbele ramen de vloer het koudste oppervlak geworden is, kan dit een probleem zijn wanneer er textiele vloerbedekking ligt. Condens op vloerbedekking is niet te zien, terwijl de huisstofmijt er wel beschutting en vocht vindt!
Vocht afvoeren bij de bron
Tips voor het snel en goed afvoeren van vocht:
- Ruimten waarin apparaten vocht produceren, moeten openingen naar buiten hebben voor zowel de aanvoer als afvoer van lucht. Een afvoerkanaal voor mechanische ventilatie is prima om de lucht continu af te zuigen. Houd de binnendeur van de keuken of badkamer tijdens het koken of douchen dicht, zodat er geen vocht naar de rest van het huis stroomt. Dit geldt ook voor andere ruimten, bijvoorbeeld waar een wasdroger staat.
- Gebruik op de kookplek een afzuigkap met een apart, rechtstreeks afvoerkanaal naar buiten. De afzuigkap aansluiten op de afvoer van de CV-ketel is verboden, omdat langs die weg de rookgassen in huis kunnen komen. Een afzuigkap heeft de voorkeur boven een wasemkap.
- Als het afvoerkanaal niet recht omhoog eindigt, maar bijvoorbeeld opzij via een muur, dan is een terugslagklep nodig. Die voorkomt dat er lucht naar binnen wordt geblazen wanneer de wind erop staat. Er moet wel een apart kanaal zijn voor de aanvoer van frisse lucht.
- Laat na het koken de afzuigkap nog 10 tot 20 minuten doordraaien. Dat geeft misschien wat lawaai, maar ook minder vocht in de lucht!
- De keukengeiser moet een afvoer naar buiten hebben, voor zowel rookgassen als waterdamp. Eventueel mag de warmwatergeiser of -boiler in een (geventileerde!) kast of op zolder geplaatst worden. Dit kan wel meer energie kosten door lange leidingen.
Kies in de badkamer voor glad afgewerkte wanden (tegels of kunststof). Dan nemen de muren geen vocht op en krijgen schimmels geen kans. Maak de gladde wanden na het baden droog met een doek of trekker. Dan komt er minder vocht in de lucht.
Luchtbevochtiger
Luchtbevochtigers of radiatorbakjes om de lucht in huis vochtig te maken zijn in ons klimaat niet nodig om luchtwegklachten te voorkomen. De relatieve luchtvochtigheid in Nederlandse huizen is zelden zo laag dat dit gevolgen heeft voor de luchtwegen. Eventuele irritatie ontstaat vaak door te warme lucht of stof (tabaksrook) in de lucht. Stook dan iets minder warm, houd tabaksrook buiten en zorg voor meer ventilatie.
Ventileren
Het is goed om dagelijks (een paar keer) te luchten, dus de ramen tegen elkaar open te zetten. Maar luchten is nog geen ventileren. Ventileren moet in alle ruimtes 24 uur per dag doorgaan.
Lucht verversen
Ventileren betekent: lucht verversen. Door te ventileren verdwijnt ‘gebruikte’ lucht met vocht, koolzuurgas en andere verontreinigingen naar buiten. Tegelijk komt er droge, frisse lucht en zuurstof naar binnen. Voor mensen met luchtwegklachten is vooral het afvoeren van vocht belangrijk. Mijten en schimmels gedijen daardoor minder goed. Alle lucht in huis moet 1,5 keer per uur ververst worden, 24 uur per dag in alle ruimtes.
Buitenlucht altijd droger
Binnenshuis is het áltijd vochtiger dan buiten, zelfs bij mist en regen. Hoe kouder het buiten is, hoe groter het verschil. Door te ventileren komt er altijd drogere buitenlucht naar binnen. Hoe meer vochtbronnen, dus: hoe meer mensen in huis die koken en douchen e.d., hoe meer ventilatie er nodig is. In een huis met goede isolatie moet extra goed geventileerd worden om de luchtvochtigheid laag te houden.
Slecht geventileerd
Sommige woningen hebben geen goede voorzieningen om te ventileren. Soms zijn de voorzieningen er wel, maar gebruiken de bewoners deze onvoldoende. Bijvoorbeeld omdat ze energie willen besparen, omdat ze niet bij een raam kunnen of om tocht te voorkomen .
-
Tips voor het ventileren
Zorg in elke kamer voor continue aanvoer van buitenlucht en afvoer van binnenlucht via aparte ramen, roosters of mechanische systemen. - Let er bij de keuze van ventilatievoorzieningen op dat ze goed en continu werken en makkelijk te bedienen zijn.
- Houd ventilatiefilters en -kanalen schoon.
- Voorkom hergebruik van ventilatielucht in een ander vertrek. Vocht en vuile lucht blijven dan in huis.
- Zorg dat ramen en deuren open kunnen om te luchten.
- Maak filters die de aangevoerde buitenlucht filteren, extra schoon.
- Plaats een eventuele ventilator in de badkamer zo hoog mogelijk. Plaats ook de toevoer (open raam of rooster) hoog, zo ver mogelijk bij de ventilator vandaan.
- Zorg bij geisers, gasfornuizen en gaskachels altijd voor voldoende frisse lucht.
- Let erop of de aangevoerde lucht wel fris is: zit de aanzuigopening niet bij een rookafvoer, onder een berkenboom of langs een drukke weg?
In geval van zomersmog kunt u het beste ’s ochtends vroeg de ramen tegen elkaar open zetten (luchten). Zomersmog kan voorkomen bij zonnig, windstil weer en kan vooral in de middag en avond klachten veroorzaken. Informatie over zomersmog is te vinden op teletekst pagina 711.
In de winter kan vooral fijn stof klachten geven. Dit stof dringt altijd uw huis binnen. Ventileren en luchten hebben geen invloed op de concentratie fijn stof en kunnen dus gewoon doorgaan. Informatie over de luchtkwaliteit kunt u lezen op de website: www.rivm.nl.
Verwarmen en isoleren
De overgang van een koude omgeving naar een warme, of omgekeerd van warmte naar kou, kan de luchtwegen prikkelen. Daarom is het belangrijk om grote temperatuurverschillen te voorkomen.
Gelijkmatig verwarmen
Een gelijkmatige verwarming in huis helpt om de relatieve luchtvochtigheid in huis laag te houden. Warme lucht in huis (rond de 20° C) zorgt ervoor dat de wanden en vloeren ook warm worden. Dat voorkomt dat aan deze oppervlakken waterdamp condenseert (zeg maar: water wordt). Als in de winter de temperatuur ’s nachts zakt tot 15° C, stijgt de relatieve vochtigheid tot 85 %. Daarbij groeien mijten optimaal. Bovendien veroorzaken temperatuurschommelingen ook vocht (condens), doordat wanden, ramen en vloeren langzamer opwarmen dan de binnenlucht. Te grote temperatuurverschillen kunnen op zich ook benauwdheid veroorzaken. Het is dus belangrijk om het huis gelijkmatig te verwarmen.
Temperatuurverschillen
Houd de verschillen in temperatuur zo klein mogelijk door:
- goed te isoleren en te ventileren
het huis gelijkmatig te verwarmen, het liefst in alle vertrekken - de temperatuur ‘s nachts hooguit twee graden te laten dalen
- tocht te beperken
Stofvrij houden
Voor mensen met allergisch astma is het belangrijk dat de huisstofmijt in huis geen beschutting vindt in opgehoopt stof. Stof is geen allergische prikkel, maar kan wel klachten veroorzaken.
Tips om stofnesten te vermijden
- Vermijd open kasten en overvolle planken met losse spullen.
- Kies voor afsluitbare kasten, eventueel met doorzichtige (schuif)deurtjes, met voldoende ruimte eronder om de vloer te stofzuigen of te wissen.
- Denk bij het stoffen ook aan radiatoren en planten.
- Maak wanden en plafonds minstens twee keer per jaar schoon.
- Het is raadzaam eens per jaar de gordijnen te wassen of uit te kloppen.
- Was eventuele vloerkleedjes regelmatig op 60º.
Gladde wanden en vloeren
Gladde wanden, zonder naden en kieren, worden minder snel vuil. Vooral in de woon- en slaapkamer helpen gladde vloeren de mijt te bestrijden. Zorg dus voor gladde oppervlakken die gemakkelijk stofvrij te houden zijn. Geschikte materialen zijn:
- dubbelhardgebakken vloertegels, geglazuurde plavuizen, marmoleum, linoleum, verlijmd vinyl of pvc, parket zonder naden en kieren of goed afgelakte (verzegelde) kurk
- goed wasbare gordijnen en vitrages of rolgordijnen van afwasbare stof
- afwasbare verf op muren, plafond en houtwerk
- Vinylbehang
- wandtegels in keuken, toilet en badkamer
Luchtreinigers
Luchtreinigers halen deeltjes uit de lucht met filters of langs elektrostatische weg. Maar waarschijnlijk ademt u de allergenen in vóórdat ze in het apparaat komen. Bovendien blijven er allergenen in meubels zitten die weer omhoog dwarrelen. Het is niet aangetoond dat luchtfilters, luchtreinigers of luchtbehandelingsapparaten helpen tegen luchtwegklachten. Een gratis proefperiode kan misleidend werken, omdat u niet kunt weten waardoor u eventueel minder klachten hebt.
Kosten saneren
Saneringsmaatregelen kosten vooral tijd, maar soms ook geld. De aanschaf van matrashoezen en het schoonmaken met mijtendodende middelen kan aardig in de papieren lopen, net als het vervangen van tapijt of meubilair of de aanschaf van een wasdroger.
Tegemoetkoming in kosten saneren
In sommige gevallen kunt u in aanmerking komen voor een tegemoetkoming in de kosten. Neem altijd eerst contact op met een gespecialiseerde longverpleegkundige die u kan voorzien van een deskundig saneringsadvies. Uitkerende instanties vergoeden vaak alleen op basis van dit advies.
Tip: Wacht met het vervangen of aanschaffen van materialen tot u een schriftelijke toezegging voor een vergoeding hebt ontvangen!
Wettelijke regelingen
Informeer bij uw gemeente naar de mogelijkheden van de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG). Deze wet kent een onderdeel woonvoorzieningen. Daaronder vallen de kosten die u maakt bij het saneren in verband met een allergie voor de huisstofmijt. De uitvoering van deze wet verschilt echter per gemeente. Er kan een eigen bijdrage gevraagd worden. Soms kan via de wet Bijzondere Bijstand de aanschaf van bijvoorbeeld een droogtrommel vergoed worden. Voor vergoeding van allergeendichte matras-, kussen- en dekbedhoezen kunt u terecht bij uw ziektekostenverzekeraar.
ANGO
Wordt u door bovengenoemde instanties en regelingen onvoldoende geholpen, dan kunt u een aanvraag voor een vergoeding indienen bij de ANGO (Algemene Nederlandse Gehandicapten Organisatie). Het Astma Fonds stelt jaarlijks een bedrag beschikbaar aan de ANGO om mensen met astma en COPD te steunen wanneer zij door hun aandoening financieel in de knel dreigen te komen. Het Astma Fonds kan in de kosten bijdragen of eventueel hulpmiddelen in natura verstrekken, als de te maken kosten:
- onvoorzien en éénmalig zijn
- op medisch advies strikt noodzakelijk zijn door astma of COPD
- nog niet gemaakt zijn
- niet te verhalen zijn op wettelijke of andere regelingen (zie hiervoor)
- bovendien een bovenmatige belasting vormen op het gezinsbudget
Belastingaftrek is meestal niet mogelijk, maar elke belastinginspecteur mag hierin - binnen bepaalde grenzen - een eigen beleid voeren. Informeer bij de belastinginspecteur of bel de belastingtelefoon. De afhandeling van aanvragen voor individuele financiële hulp wordt verzorgd door de ANGO. Deze organisatie zal de aanvragen volgens de normen en criteria van het Astma Fonds beoordelen en afhandelen. Voor een aanvraag kunt u contact opnemen met de ANGO via het telefonisch spreekuur van maandag t/m donderdag van 10.00 tot 12.00 uur, tel. (033) 465 32 91. De ANGO stuurt u vervolgens een aanvraagformulier.
Adres: ANGO,
Postbus 850, 3800 AW Amersfoort,
tel. (033) 465 43 43, fax (033) 465 43 53,
http://www.handicap.nl of via e-mail.