Oefenprogramma buigpeesletsel
Dit oefenprogramma is zo opgebouwd, dat u geleidelijk aan meer functie krijgt in uw hand. Het oefenprogramma volgt nauwgezet de belastbaarheid van uw geopereerde pees (of pezen). Om uw herstel zo optimaal te laten verlopen dient u zich hier goed aan te houden.
Het is belangrijk dat de hand/pols niet dik wordt. Dit voorkomt u door de volgende tips op te volgen:
- Laat de arm niet hangen als u loopt of staat. Houd uw arm zo hoog mogelijk. Liefst op de hoogte van uw hart.
- Beweeg uw elleboog en schouder regelmatig.
- Leg uw hand/onderarm ’s nachts hoog op twee kussens. Zorg ervoor dat uw hand hoger ligt dan uw elleboog.
- Gebruik de geopereerde hand niet tijdens uw dagelijkse activiteiten.
- U mag niet fietsen, autorijden, motorrijden en sporten.
- U mag douchen met de spalk. Bij de apotheek kunt u een douchezak kopen die u om de spalk kunt doen.
Wel of geen spalktherapie.
Afhankelijk van het soort letsel en de plaats van het letsel kan er gekozen worden voor een spalk. Dit protocol bespreekt het verloop van uw herstel met spalktherapie
Fig. 1 Hand met spalk
Na uw operatie mag u uw vinger niet zelf buigen omdat de gehechte pees dan kan scheuren. De spalk heeft een touwtje met een veer of elastiek dat vastzit aan uw nagel en daardoor buigt de vinger. U mag de vinger wel zelf strekken in de spalk. Het is zelfs heel belangrijk dat u de vinger volledig strekt. Als u het op deze manier doet dan kunt u de gehechte pees laten bewegen zonder dat er teveel kracht op de hechting komt te staan.
De oefeningen
0 – 4 weken na de operatie Oefeningen in de spalk
Oefenfrequentie: elk uur (overdag)
Iedere oefening tien keer herhalen.
Oefening 1
Uitgangspositie: Ontspannen houding van de hand; het touwtje buigt de vinger(s).
- Strek de vinger(s) volledig en zorg dat de nagels tegen de spalk aankomen (fig. 2).
- Houd deze stand twee tellen vast.
- Ontspan de vinger(s); de touwtjes buigen de vingers vanzelf terug (fig. 3).
Fig. 2&3: Vinger gestrekt en gebogen
Oefening 2
- Buig met behulp van uw goede hand de vinger zoals in fig. 4
- Strek nu het eind- en middenkootje met uw goede hand zo recht mogelijk en houd deze gestrekte positie twee tellen vast zoals in fig. 5
- Ontspan de vinger; het touwtje buigt de vinger vanzelf terug.
- Doe deze oefening ook met de overige vingers van deze hand.
Drie weken na de operatie
Oefening 3
Buig rustig actief de vinger en ondersteun dat met uw gezonde hand. Indien dit heel soepel gaat mag u proberen de vinger in die stand te houden als u loslaat met gezonde hand (fig 6)
Vier weken na de operatie
U krijgt in plaats van een spalk een pols bandje
Vanaf nu oefent u vijf keer per dag en herhaalt u tien keer de oefening.
Oefening 4
- Houd de vingers ontspannen en beweeg de pols rustig zover mogelijk naar achteren. De vingers blijven ontspannen en in een licht gebogen stand (fig. 7).
- Houd de pols twee tellen in deze stand vast.
- Beweeg de pols rustig naar voren met de vingers ontspannen in een meer gestrekte stand.
- Houd de pols twee tellen in deze stand vast.
Vijf weken na de operatie
Alle voorgaande oefeningen blijft u doen
Oefening 5
Bij deze oefening ondersteunt de goede hand de geopereerde hand naar de gevraagde houding.
- Neem onderstaande vier posities aan (fig. 9) waarbij de goede hand de geopereerde hand in eerste instantie ondersteunt
- Houd vervolgens de positie vast zonder hulp van de goede hand.
- Houd deze stand vijf tellen vast.
- Ontspan de hand daarna.
Zes weken na de operatie
Oefening 6
Houd de geopereerde vinger net onder het middenkootje vast (fig. 13).
Buig nu het middenkootje zover mogelijk.
Houd twee tellen vast.
Strek vervolgens het middenkootje zover mogelijk.
Houd twee tellen vast.
Oefening 7
- Houd de geopereerde vinger net onder het eindkootje stevig vast (fig. 14).
- Buig nu het topje zover mogelijk.
- Houd twee tellen vast.
- Strek vervolgens het topje zover mogelijk.
- Houd twee tellen vast.
Oefening 9
- Houd de niet-geopereerde vingers gestrekt vast, leg uw hand met de handrug op tafel (fig. 15).
- Buig nu de geopereerde vinger zover mogelijk en houdt twee tellen vast.
- Ontspan de vinger weer.
Acht weken na de operatie
Alle voorgaande oefeningen blijft u doen
- Til niet meer dan een halve kilo met uw geopereerde hand.
- U kan uw hand gebruiken bij lichte activiteiten.
- U mag met mate gaan schrijven en typen. Neem wel rustmomenten.
- U mag nog niet sporten.
- In overleg met de handtherapeut mag u het fietsen en autorijden weer oppakken.
Oefening 10
- Neem met de geopereerde hand de onderstaande posities achter elkaar aan (fig.16-20) zonder hulp van andere hand).
- Eindig de oefening met de hand weer rechtop.
- Doe nogmaals hetzelfde, maar maak de hand na elke positie eerst weer helemaal recht.
- U kunt de hand voorzichtig steeds meer gebruiken. Let erop dat u de hand niet te veel of te zwaar belast. Gaat uw hand zweten of wordt hij dik of rood? Verminder dan uw activiteiten en overleg met uw therapeut.
- U mag tot twaalf weken na de operatie voorwerpen tillen die één kilo wegen.
- Huishoudelijke activiteiten kunt u uitbreiden. Maar houd er rekening mee dat u niet meer dan één kilo aan gewicht mag tillen.
- Administratieve werkzaamheden kunt u opvoeren naar normale werkzaamheden zoals voorheen.
-
Tien weken na de operatie kunt u weer gaan fietsen en autorijden.
-
Twaalf weken na de operatie kunt u uw hand weer normaal gebruiken. Overleg met uw therapeut of behandelend arts als u zware activiteiten (op het werk of bij een hobby) heeft. Dit geldt ook als u intensieve (contact-)sportactiviteiten heeft, zoals kickboxen. Het kan zijn dat deze zware belasting pas na een half jaar mogelijk is.
Heeft u nog vragen?
Als u nog vragen heeft dan kunt u contact opnemen met uw behandelend plastisch chirurg, revalidatiearts, fysiotherapeut en/of ergotherapeut.