Deze folder helpt u om de klachten van acute FPIES te herkennen. In de folder wordt ook informatie gegeven over de behandeling en vooruitzichten van FPIES.
Wat is FPIES?
Food Protein Induced Enterocolitis Syndrome (FPIES) is een zeldzame, maar mogelijk ernstige, voedselallergie. Door bepaalde voedingsmiddelen ontstaat er een ontsteking in het maagdarmkanaal bij kinderen. De meest voorkomende voedingsmiddelen die deze allergie veroorzaken, zijn koemelk, pinda en kippenei, maar ook andere voedingsmiddelen kunnen FPIES veroorzaken. De meeste kinderen hebben hun eerste reactie in het eerste levensjaar.
Hoe herken je FPIES?
De klachten bij een FPIES-reactie beginnen vaak later dan bij een gewone voedselallergie, meestal één tot vier uur na inname van het voedingsmiddel. Eigenlijk kan alles wat je eet of drinkt een FPIES-reactie veroorzaken. In Nederland is koemelk het meest voorkomende voedingsmiddel dat een FPIES-reactie geeft. Een FPIES-reactie kan ook voorkomen na het eten van bijvoorbeeld pinda, kippenei, rijst of andere graansoorten.
Symptomen
Bij FPIES is het belangrijkste symptoom dat kinderen gaan braken, één tot vier uur na inname van het voedingsmiddel. Dit braken kan zeer hevig zijn en gaat vaak gepaard met slapte, verminderde alertheid, bleekheid en eventueel een lage lichaamstemperatuur en/of bloeddruk. In het uiterste geval kan uw kind buiten bewustzijn raken. Vaak is er vijf tot tien uur na inname ook sprake van diarree.
Vaststellen van FPIES
De diagnose FPIES wordt gesteld door een arts aan de hand van een aantal kenmerken. Er bestaat geen bloedonderzoek naar FPIES. Wanneer er twijfel is over de diagnose kan een voedselprovocatietest worden gedaan in het ziekenhuis.
Voedselprovocatietest
Als er twijfel bestaat over de diagnose FPIES, zal de arts een voedselprovocatietest uitvoeren. Het doel van de provocatietest is onderzoeken of een voedingsmiddel veilig gebruikt kan worden of dat dit een allergische reactie veroorzaakt. Dit onderzoek vindt plaats in het ziekenhuis en noemen we een provocatietest. Meestal wordt vooraf een huidtest of bloedonderzoek gedaan om te bepalen met welk opklimschema de test uitgevoerd zal worden. De arts zal dit met u bespreken.
Behandelplan
Als uw kind een allergische reactie krijgt, is het belangrijk om het betreffende voedingsmiddel weg te laten uit de voeding van uw kind. Dit geldt niet alleen voor het pure product, maar ook wanneer het verwerkt is in andere producten. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van een FPIES reactie op melk, moeten ook alle producten waar melk in verwerkt is worden vermeden. U kunt dan denken aan crackers, brood of koek. Uw diëtist zal met u de risicoproducten bespreken voor het betreffende allergeen waarop uw kind reageert.
Omdat niet altijd direct zichtbaar is of producten het betreffende allergeen bevatten, is het van belang om de etiketten van alle voedingsmiddelen goed te lezen. U kunt het beste kijken of het allergeen in de ingrediëntenlijst voorkomt. Veel belangrijke allergenen staan vetgedrukt, in hoofdletters of onderstreept. Dit geldt echter niet voor alle allergenen waar een FPIES-reactie op kan voorkomen.
Wanneer er op een verpakking staat dat het voedingsmiddel 'sporen van het bewuste allergeen kan bevatten' of 'in een fabriek wordt gemaakt waar het bewuste allergeen wordt verwerkt' hoeft u het product niet te vermijden. Uw diëtist kan u meer informatie geven over het lezen van etiketten.
Geeft u borstvoeding? Dan is een koemelkvrij dieet voor moeder niet nodig. Voor uw kind kan er koemelkvrije zuigelingvoeding worden voorgeschreven door uw diëtist.
Toekomst
FPIES heeft een gunstig vooruitzicht, de meeste kinderen groeien er overheen. In overleg met de behandelend arts wordt bij FPIES voor koemelk na één tot anderhalf jaar opnieuw onderzocht om te kijken of de allergie nog steeds aanwezig is. Bij vaste voedingsmiddelen is dit vaak iets later.
Introductie van nieuwe voedingsmiddelen
Het is belangrijk om de introductie van andere (bij)voeding niet uit te stellen. Hiermee kunnen voedingsproblemen en allergieën op latere leeftijd worden voorkomen. U kunt in overleg met uw behandelaar daarom veel voedingsmiddelen thuis introduceren. Omdat een FPIES reactie niet altijd te voorspellen is, adviseren wij u:
- Geef nieuwe producten bij voorkeur aan het begin van de dag.
- Bouw in drie dagen op. Dag 1: een kwart portie, dag 2: een halve portie, dag 3: opbouwennaar de gewenste hoeveelheid.
Bovenstaande geldt alleen voor de voedingsmiddelen die nog niet eerder zijn geïntroduceerd. Producten die uw kind wel eerder heeft gegeten kunt u gewoon blijven aanbieden. Ook wanneer de introductie van bepaalde voedingsmiddelen gelukt is, kunt u deze voedingsmiddelen blijven geven.
Wat te doen bij klachten?
In overleg met de behandeld arts heeft u medicijnen (Zofran, Ondansetron) gekregen als er thuis klachten optreden na het innemen van een voedingsmiddel. Dit medicijn helpt tegen braken, dat u geeft als u de klachten van FPIES herkent. Na braken is het nodig om -naast het geven van de medicatie tegen de misselijkheid- het vocht weer aan te vullen door voldoende te drinken. Probeer dit rustig op te bouwen. Informeer uw behandelaar en/of diëtist.
Bij aanhoudende klachten, sufheid en aanhoudend braken is het advies om 112 te bellen.
Een FPIES-noodplan wordt afgesproken en zult u op papier meekrijgen van de arts. Niet alle artsen zijn op de hoogte van het bestaan van FPIES. Neem daarom het noodplan dat u heeft gekregen van uw behandelaar mee naar het ziekenhuis.
Vragen?
Heeft u naar aanleiding van deze folder nog vragen? Neem dan gerust contact op met uw behandelaar.
Uw diëtist: | Contactgegevens: |
Uw behandelend specialist: | Contactgegevens: |
Deze informatie is een uitgave van DAVO diëtisten, een netwerk van de Nederlandse Vereniging van Diëtisten in samenwerking met het Deventer ziekenhuis. 2022
Ken jij onze kinderwebsite al?
Kijk op www.stjansdalkids.nl voor filmpjes, foto’s en tips. Zo ga je nog beter voorbereid naar je afspraak.