Obstetrisch Plexus Brachialis Letsel (OPBL)
Uw baby heeft een beschadiging aan zijn/haar arm opgelopen tijdens de geboorte, hierdoor functioneert de arm momenteel niet zoals het hoort.
Deze folder gaat over het ontstaan en de behandeling van deze aandoening, die wij Erbse Parese noemen.
Wat is een Erbse Parese?
Een Erbse Parese ontstaat tijdens de geboorte, als er grote trekkrachten op het zenuwweefsel optreden. Er treedt een beschadiging op in het vlechtwerk van ruggemergszenuwen (plexus brachialis). Deze zenuwen lopen via de nek via de schouder naar de arm. In dit korte animatiefilmpje kunt u zien hoe dit ontstaat: https://www.youtube.com/watch?v=_QiKngd0pXc
Wat merk je er van?
De belangrijkste functie van de zenuwen is het aansturen van spieren en het doorgeven van gevoel. Als de zenuwen niet of niet voldoende werken zal de baby de arm, of een deel van de arm of hand niet goed kunnen bewegen. Soms raakt het gevoel in de arm ook verminderd.
De behandeling van een Erbse Parese
In het ziekenhuis geven wij voor uw baby een advies voor een kinderfysiotherapeut. Deze zal voor het eerste consult bij u thuis langskomen en geeft advies en laat zien hoe u uw baby verzorgt en de arm daarbij beschermt. Stel gerust vragen als u iets niet begrijpt. Het is belangrijk dat u weet hoe u uw baby kunt verzorgen.
Met deze folder geven wij u voor de eerste tijd tips mee om de arm zoveel mogelijk te ontzien bij de verzorging.
Ruim 85-90% van de baby’s herstelt binnen de eerste paar weken spontaan.
Een klein deel houdt klachten. Bij een ernstige zenuwbeschadiging zou het verlies van spierkracht tot een zichtbare functiebeperking in de arm kunnen leiden (de arm blijft in dat geval kleiner of de hand ontwikkelt zich minder goed, of er zijn blijvende bewegingsbeperkingen in schouder en/of elleboog).
Als er onvoldoende herstel is, verwijst de kinderarts uw baby naar een van de Plexus Brachialis teams door (het Zenuwcentrum is een samenwerkingsverband tussen het LUMC, het Alrijne Ziekenhuis en het Nederlands Instituut voor Neurowetenschappen in Amsterdam. Zie ook www.zenuwcentrum.org).
Hier bekijkt men of nog aanvullend onderzoek nodig is om vast te stellen of spontaan herstel mogelijk is of dat een operatie noodzakelijk is.
Tips, instructie en advies
De eerste week is het advies rustig aan te doen. Daarna mag er veel meer en kunt u beginnen met oefenen, hierover krijgt u meer adviezen van de kinderfysiotherapeut.
Ondersteun de arm goed, zodat er geen rek op de zenuwen van de arm komt.
Probeer de arm van uw baby dicht bij het lichaam te houden (en niet te laten afhangen). U kunt de mouw (eventueel kortdurend) met behulp van een veiligheidsspeld of pleister vastmaken aan de bovenkleding, want doorbewegen is ook belangrijk.
Strelen en knuffelen
Wat gelukkig altijd mag, is strelen en knuffelen van de arm. Het is zelfs goed om dat te doen.
Wisselen van houdingen
Alle lichaamshoudingen zijn toegestaan, er is geen bepaalde houding die het beste is. Juist de wisseling van houdingen is goed. Voor elke houding geldt: houd de schouder goed naar voren en de arm dicht bij het lichaam.
Wel zijn er een aantal bewegingen/handelingen die u niet moet doen:
-
Laat de arm niet naar achter afhangen.
-
Trek uw kind niet aan zijn armen omhoog.
-
Til uw kind niet onder de oksels op.
-
Laat uw kind niet op de buik slapen.
Aan- en uitkleden
Bij het aankleden doet u de arm met de Erbse parese het eerst in de mouw.
Bij het uitkleden doet u de arm met de Erbse parese het laatst uit de mouw.
Rompertjes met overslagsluiting en wijde truitjes zijn het gemakkelijkst.
Optillen
Alle manieren van tillen en dragen van uw baby zijn goed, zolang de arm niet afhangt. Bij het optillen is het goed uw baby eerst iets naar de gezonde zijde te draaien, zo blijft de arm op de buik liggen. U kunt ook uw arm rond de schouder van de baby leggen en met de hand van die arm het handje van de baby op de buik vasthouden.
Dragen
Wanneer u uw baby draagt met de arm met de Erbse parese tegen u aan, dan legt u de arm op de borst van uw baby. Door uw baby tegen u aan te houden, houdt u met uw lichaam de aangedane arm op zijn plaats. Stop bij het voeden de arm niet onder uw oksel.
Draagt u de gezonde zijde tegen u aan, dan houdt u met uw arm die rond de schouders van uw baby ligt, de arm met de Erbse parese in veilige positie.
Rechtop tegen de schouder: wanneer u uw baby rechtop tegen uw schouder houdt (voor een boertje) kunt u met één hand de billen ondersteunen en met de andere hand de arm met de Erbse parese in gebogen, veilige positie houden.
Liggen
Uw baby mag, na ongeveer een week, ook op de zijde met de Erbse parese liggen, tenzij hij/zij dat niet fijn lijkt te vinden. Let er dan wel op dat de onderliggende schouder goed naar voren ligt.
Voorkeurshouding
Het kan zijn dat uw baby als hij/zij op de rug ligt het hoofd van de schouder met de Erbse parese af gaat draaien. Hierdoor ontstaat een voorkeurshouding van het hoofd. Om dit te voorkomen kunt u uw kind ieder slaapje met het hoofd naar de ene kant en naar de andere kant leggen. Het draaien van het hoofd naar deze schouder is niet pijnlijk voor uw baby.
Ondanks deze beperkingen wensen wij u een hele fijne kraamperiode toe!
Heeft u nog vragen, stel ze gerust aan uw behandelend (kinder)arts.