Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo).
De verdoving: epidurale anesthesie (ruggenprik)
Epidurale anesthesie (ruggenprik)
Tekst video:
Een medewerker brengt u naar de operatiekamer. U gaat liggen op de operatietafel waarbij u uw armen op twee steunen legt. De medewerker sluit opnieuw de bewakingsmonitor bij u aan. Met het hele team vindt nog een laatste check-procedure plaats. Hierna starten we met de epidurale verdoving.
Bij deze ruggenprik krijgt u een heel dun slangetje in de rug. Door dat slangetje krijgt u tijdens en na de ingreep de medicijnen tegen de pijn. Een medewerker vraagt u om te gaan zitten en voorover te buigen. Volg hierbij de instructies. De anesthesioloog voelt aan uw rug en bepaalt de juiste plek om het slangetje in te brengen. Daarna ontsmet de anesthesioloog deze plek. Dat voelt koud aan.
U krijgt een steriele doek op uw rug geplakt. De anesthesioloog begint dan met een voorverdoving. Dit is een prik om de huid te verdoven. Deze prik kan gevoelig zijn. Zo voelt u de daadwerkelijke ruggenprik minder. Daarna brengt de anesthesioloog de naald op de juiste plek, soms zijn hier meerdere pogingen voor nodig.
Als de naald goed zit, wordt het dunne slangetje ingebracht. Dit kunt u voelen als een klein schokje. Als het slangetje goed zit, haalt de anesthesioloog de naald voorzichtig uit uw rug. Het slangetje blijft in de rug zitten en wordt vastgeplakt. Hierna mag u weer gaan liggen.
Een epidurale verdoving noemen we ook wel een ruggenprik. Met een epidurale verdoving wordt een gedeelte van het lichaam verdoofd, om minder pijn in dat deel te voelen. Dit kan bijvoorbeeld uw borst, buik of benen zijn.
Urinekatheter
Bij een epidurale verdoving wordt bijna altijd, terwijl u slaapt, een slangetje in de blaas ingebracht, een urinekatheter. Dit doen we omdat u niet zelf kunt plassen zolang u verdoofd bent.
Nazorg na de verdoving
Uitwerking verdoving
Na de operatie kunt u merken dat uw borst, buik of benen verdoofd zijn, omdat u daar minder pijn, koude en aanraking voelt.
Als uw benen zwaar voelen en de beweging moeilijk gaat, is dat van de verdoving. Dit moet u aangeven. We zullen de verdoving dan aanpassen, zodat u de benen wel weer kunt bewegen.
Pijn
Op de afdeling komt elke dag een verpleegkundige bij u langs om uw pijnstilling en het slangetje in de rug te controleren. Dit slangetje zal in de komende dagen na de operatie weer verwijderd worden. Dit is niet gevoelig.
Risico's
Risico’s en complicaties
Aan alle medische ingrepen zitten risico’s. Welke risico’s dit zijn hangt af van:
- uw conditie;
- uw leeftijd;
- uw leefgewoonten;
- overige factoren, zoals de aard van de ingreep en bijkomende ziektes die u heeft.
Over het algemeen treden er zelden complicaties op, zelfs niet bij ernstig zieke patiënten en bij spoedoperaties. Doordat u goed in de gaten wordt gehouden kan de anesthesioloog eventuele problemen meteen oplossen en behandelen.
Risico’s en bijwerkingen bij een epidurale verdoving
- Er is een kleine kans op infectie bij de huid waar de epidurale katheter in de rug zit. In dat geval wordt de katheter verwijderd en wordt de infectie behandeld. U krijgt dan een andere vorm van pijnstilling.
- Soms blijkt na de operatie dat de epidurale katheter niet precies op de goede plaats zit. U merkt dit bijvoorbeeld doordat u na de operatie toch nog pijn blijft houden. Soms lukt het om dit aan te passen. Als dat niet lukt, kan besloten worden de epidurale katheter te verwijderen. U krijgt dan een andere vorm van pijnstilling.
-
Sporadisch treedt een zenuwbeschadiging op, door de naald, een bloeduitstorting of infectie. Uiterst zelden geeft dit blijvende verlamming.
Mogelijke bijwerkingen door anesthesie
- Bloeduitstortingen en infecties bij de insteekplaats van naalden en katheters.
- Trombose/embolie (vorming/loslaten van bloedstolsels) en ontsteking van de aangeprikte bloedvaten.
- Gevoelsstoornissen nabij de insteekplaats door beschadiging van een huidzenuw.
- Slikproblemen, heesheid en stembandbeschadiging door het inbrengen van de beademingsbuis (tube) in de luchtpijp.
- Schade aan tanden en tandprothesen door het inbrengen van de beademingsbuis. Vooral bij loszittende tanden, tandvleesontsteking en porseleinen jackets.
- Misselijkheid en braken met het gevaar van overlopen van maagsap in de longen en de ontwikkeling van een longontsteking (vooral bij het niet naleven van de nuchterheidsregels).
- Gevoel van warme en zwaarheid in de armen of benen.
- Zelden: allergische reactie met huiduitslag, jeuk, etc. bij overgevoeligheid voor medicijnen.
-
Hoogst zelden: beschadiging van zenuwen met gevoelsstoornissen en verlammingsverschijnselen door een ruggenprik, plexusblock of door druk of rek in de houding waarin u tijdens de ingreep ligt.
Specifieke bijwerkingen en ernstige complicaties bij anesthesie
Zeer zelden: ernstige allergische reacties met als gevolg shock en/of hart- en ademstilstand.
Hoogst zelden: na een bloedtransfusie kunnen ernstige complicaties optreden waarbij het lichaam afweerstoffen tegen het bloed maakt. Hier kunt u heel ziek van worden.
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.