Waarom een endo-echografie vanuit de luchtwegen?
Met een endo-echografie vanuit de luchtwegen kan men informatie verkrijgen over lymfeklieren in het gebied rond de grote luchtwegen.
Wat is een endo-echografie?
Bij een endo-echografie vanuit de luchtwegen wordt via uw mond een bronchoscoop (dunne flexibele slang) in de luchtpijp gebracht. Aan het einde van deze bronchoscoop zit een kleine camera en een echoapparaatje, dat geluidsgolven uitzendt. Hiermee worden lymfeklieren zichtbaar gemaakt. Voorafgaand aan het onderzoek krijgt u een slaapmiddel (sedatie) toegediend. Het onderzoek wordt uitgevoerd door een longarts. Deze wordt tijdens het onderzoek bijgestaan door 2 endoscopielaboranten en een sedationist. Zij geven u vlak voor en tijdens het onderzoek toelichting en aanwijzingen.
Hoe verloopt het onderzoek?
In de behandelkamer maakt u kennis met de zorgverleners die het onderzoek bij u zullen uitvoeren. Zij leggen u uit wat er gaat gebeuren. Vervolgens wordt er een infuus in uw hand ingebracht en wordt uw bloeddruk en het zuurstofgehalte in het bloed met behulp van een meter gecontroleerd. Als u een gebitsprothese heeft, vragen wij u deze voor het onderzoek uit te doen. De endoscopielaborante verdooft uw keel met een spray. Vervolgens worden uw stembanden en de luchtpijp verdoofd met een vloeistof. Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug in bed. U krijgt een bijtring tussen uw kaken ter bescherming van de scoop. De sedationist dient het slaapmiddel toe via het infuus. Dit werkt binnen enkele minuten. Vervolgens brengt de longarts de bronchoscoop via de mond in. Tijdens het onderzoek kunt u rustig doorademen, er is genoeg ruimte in de luchtwegen. De longarts gaat op zoek naar de lymfeklieren en brengt deze in beeld. Als een klier goed zichtbaar is, wordt deze met een dunne holle naald aangeprikt en wordt een kleine hoeveelheid materiaal opgezogen voor nader onderzoek. Het aanprikken van de klieren wordt meerdere keren herhaald.
Wat zijn de risico’s?
Een endo-echografie vanuit de luchtwegen is een veilig onderzoek. Toch kan er een enkele keer een complicatie optreden. Dit kunnen zijn: nabloeding, infecties of incidenteel een klaplong.
Hoe lang duurt het onderzoek?
U bent in totaal ongeveer negentig minuten in de behandelkamer. Het onderzoek zelf neemt ongeveer zestig minuten in beslag. Na afloop verblijft u nog enige tijd op de uitslaapkamer. Van u wordt verwacht dat uw begeleider na uitslaaptijd direct aanwezig is om u naar huis te begeleiden.
Na het onderzoek
Na het onderzoek meten verpleegkundigen regelmatig uw bloeddruk en controleren zij het zuurstofgehalte in uw bloed om eventuele complicaties uit te sluiten. Wanneer u goed wakker bent en alle controles stabiel zijn, wordt het infuus verwijderd. In verband met de keelverdoving mag u de eerste anderhalf uur na het onderzoek niet eten en drinken, omdat anders de kans bestaat dat u zich verslikt.
Door de toegediende medicatie kunt u de rest van de dag last hebben van een verminderd reactievermogen, concentratiestoornissen en een verminderd geheugen. Wij raden u dan ook aan om de rest van de dag geen afspraken te maken.
Als de longarts weefsel heeft afgenomen is de kans aanwezig dat u wat bloederig slijm ophoest. Mocht dit langer dan een dag aanhouden of neemt het bloeden toe, neemt u dan contact met uw behandelend longarts op.
Wanneer is de uitslag bekend?
Direct na het onderzoek wordt een verslag gestuurd naar de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Het duurt ongeveer een week voordat de uitslag van de punctie bekend is.
Contact
U kunt ons bereiken op de volgende telefoonnummers:
Endoscopieafdeling (0341) 463538 (maandag t/m vrijdag van 8.30 uur tot 16.30 uur)
Poli longgeneeskunde (0341) 463743 (maandag t/m vrijdag van 8.30 uur tot 16.30 uur)
Heeft u na uw bezoek aan het ziekenhuis vragen?
De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact opnemen via het algemeen nummer van het ziekenhuis: 0341-463911. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen. Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van ziekenhuis St Jansdal.
Aandachtspunten
-
U blijft de avond vóór het onderzoek vanaf 22.00 uur helemaal nuchter (dit betekent niets meer eten en/of drinken). Medicatie kunt u meteen slokje water tot uiterlijk twee uur vóór het onderzoek innemen of anders na het onderzoek. Eventuele pufjes voor de luchtwegen kunt u gewoon doorgebruiken.
-
Gebruikt u bloedverdunners? Lees dan de aanwijzingen verderop in deze folder.
-
Heeft u diabetes? Lees dan de aanwijzingen in de gerelateerde folder: Diabetes mellitus en nuchter voor onderzoek (uitgezonderd coloscopie), instructie bloedsuikerverlagende medicatie
-
Tijdens het onderzoek kunt u uw eigen kleding aanhouden. Vermijd strakzittende of knellende kleding.
- Sieraden en andere kostbaarheden kunt u beter thuislaten.
-
U dient er rekening mee te houden dat u tot 24 uur na het onderzoek niet aan het verkeer mag deelnemen en dat u zich na het onderzoek naar huis laat begeleiden en thuisbrengen. U mag niet alleen naar huis, ook niet met het openbaar vervoer of de taxi. Wanneer u niet begeleid of gehaald kunt worden, is het niet mogelijk dat u een roesje krijgt. Gerelateerde folder: Sedatie tijdens onderzoek
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis?
- De zorgpas van uw verzekering.
- Uw patiëntenpas van ziekenhuis St Jansdal (indien u geen pas heeft of deze is verlopen, verzoeken wij u een nieuwe pas te laten maken bij de receptie in de centrale hal)
- Een geldig legitimatiebewijs.
- Een recente lijst van de door u gebruikte medicijnen, verkrijgbaar bij de apotheek. Denk ook aan medicatie die niet op recept wordt verstrekt.
- Uw eigen medicatie.
Aanwijzingen voor gebruik bloedverdunners
Soms dienen bloedverdunners een aantal dagen voor het onderzoek gestaakt te worden. Dit moet echter altijd gebeuren in overleg met een arts. Neemt u daarom contact op met de arts die het onderzoek aanvraagt. Hieronder volgt een globale richtlijn:
Niet stoppen:
Trombocytenaggregatieremmer zoals: Acetylsalicylzuur, Carbasalaatcalcium (Ascal), Dipyridamol (Persantin), Clopidogrel (Plavix), Prasugrel (Efient) en Ticargrelor (Brilique)
Overleg Trombosedienst: Acenocoumarol (Sintrom) of Fenprocoumon (Marcoumar)
Overleg arts: DOAC (Direct werkende Orale AntiCoagulantia) zoals: Rivaroxaban (Xarelto), Dabigatran (Pradaxa), Apixaban (Eliquis), Edoxaban (Lixiana)
Indien nodig geeft de arts die het onderzoek verricht u na het onderzoek aanvullend advies over het herstarten van de medicatie, mede afhankelijk van de uitkomsten van de scopie.