Doel van het onderzoek
U heeft een afspraak in het St Jansdal voor een operatie aan uw borst. Het doel van dit onderzoek is om op dezelfde dag als de operatie vlak ervoor een markeringsdraad te plaatsen, waardoor de chirurg nauwkeurig de plaats van het te opereren gebied kan bepalen.
Soms is de afwijking bij echografie onderzoek goed zichtbaar en kan echogeleid een draad geplaatst worden. Als dat niet zo is, kan de draad stereotactisch geplaatst worden. Dit gebeurt met behulp van het mammografie apparaat. De radioloog bepaalt aan de hand van eerdere onderzoeken de meest geschikte methode. Op verzoek van de chirurg kunnen er zo nodig meerdere markeringsdraden worden geplaatst.
Voorbereiding
U dient zich aan de voorbereiding te houden die u voor de operatie is aangegeven.
Uitvoering van het onderzoek met behulp van echografie
De radioloog zal eerst oriënterend gaan kijken naar de plek waar de markeringsdraad geplaatst gaat worden. Er wordt gekeken naar de kortste route voor het beste (ook cosmetische) resultaat.
Er wordt altijd verdoving van de prikplaats toegepast. De verdovingsvloeistof kan wat branderig aanvoelen. Met behulp van een naald wordt de draad ingebracht. Vervolgens wordt de naald verwijderd en blijft de markeringsdraad achter in de borst.
Een stukje van de draad is nog zichtbaar buiten de borst, en wordt afgeplakt met een pleister. Hierna wordt een mammografie gemaakt ter controle van de draad. Dit is nodig voor de operatie. Wanneer de radioloog tevreden is over de positie van de markeringsdraad, wordt de draad goed afgedekt afgeplakt met een pleister. Als de markeringsdraad nog niet optimaal ligt, kan besloten worden een tweede draad te plaatsen.
Na het onderzoek gaat u terug naar de verpleegafdeling.
Uitvoering van het onderzoek met behulp van stereotactische mammografie
Dit onderzoek wordt uitgevoerd met behulp van het apparaat waarmee ook de mammografie is gemaakt. Eerst wordt er een detailopname gemaakt om de afwijking in de borst te bepalen. Dit vraagt soms enige röntgenopnames.
De borst blijft ingeklemd tussen twee platen gedurende het onderzoek. De radioloog zal samen met de laborant de juiste plek aangeven op de foto’s. Dit gebeurt met behulp van een computerprogramma. Het mammografie apparaat staat nu klaar voor de stereotactische draadlokalisatie.
Wanneer de juiste plek is gevonden, wordt de huid met alcohol gedesinfecteerd. De radioloog zal het gebied rondom de prikplaats verdoven. De verdovingsvloeistof kan wat branderig aanvoelen. De radioloog zal de naald, met daarin de markeringsdraad, plaatsen. De naald wordt verwijderd en de markeringsdraad blijft achter in de borst.
Een stukje van de draad is nog zichtbaar buiten de borst, en wordt afgeplakt met een pleister. Hierna wordt een mammografie gemaakt ter controle van de draad. Dit is nodig voor de operatie. Wanneer de radioloog tevreden is over de positie van de markeringsdraad, wordt de draad goed afgedekt afgeplakt met een pleister. Als de markeringsdraad nog niet optimaal ligt, kan besloten worden een tweede draad te plaatsen.
Na het onderzoek gaat u terug naar de verpleegafdeling.