Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo).
Het onderzoek
Diffusie
Tekst video:
U neemt plaats op een stoel of in een cabine en neemt een mondstuk in uw mond. Dit mondstuk is verbonden met een meetapparaat. Vervolgens wordt er op uw neus een knijper gezet, zodat u alleen nog via het mondstuk kunt ademen. Dit doet geen pijn. Daarna begint de oefening. De longfunctie-laborant vraagt u eerst heel diep uit te ademen. Vervolgens moet u in ademen en uw adem 10 seconden vast houden. Daarna mag u rustig uit ademen en herhaalt u deze oefening nog een aantal keer. Als de medewerker het aangeeft is het onderzoek afgelopen, wordt het mondstuk uit uw mond gehaald en mag de knijper van uw neus.
De diffusiemeting laat zien hoe goed de longblaasjes in uw longen de ingeademde zuurstof opnemen.
Het onderzoek duurt 10 tot 15 minuten.
Voorbereiding
Bent u ziek of heeft u koorts?
Bel bij ziekte of koorts de polikliniek longgeneeskunde: 0341 - 46 37 43.
Voorbereiding voor het onderzoek
- Vermijd inspanningen voor het onderzoek. Doe op de dag van het onderzoek geen dingen waar u vermoeid door raakt. Denk hierbij aan sporten of zwaar lichamelijk werk.
- U mag tenminste vier uur voor het onderzoek niet roken.
- U mag tenminste twaalf uur voor het onderzoek geen alcohol drinken.
- Voor het onderzoek hoeft u niet nuchter te zijn. Dat betekent dat u voor het onderzoek gewoon mag eten en drinken. Eet vlak voor het onderzoek geen zware maaltijd.
Wat neemt u mee?
- Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort).
- Een lijstje met de medicijnen die u gebruikt. Dit wordt in sommige ziekenhuizen ook wel een AMO (Actueel Medicatie Overzicht) genoemd.
Tijdens het onderzoek
Prikpen
Soms wordt er in het begin van het onderzoek een druppel bloed afgenomen via een vingerprik. Er wordt geprikt met een prikpen, dit kan even zeer doen.
Na het onderzoek
Geen nazorg, risico’s of complicaties
Na dit onderzoek hoeft u verder niks te doen. Er zijn geen risico’s en er is geen kans op complicaties.
De uitslag
De uitslag van het onderzoek zal door uw aanvragend arts met u worden besproken.
Verdiepende informatie
Het ademhalingsstelsel (Respiratoir systeem)
Tekst video:
Ons ademhalingsstelsel ook wel het respiratoire systeem genoemd, bestaat uit verschillende onderdelen. We onderscheiden de bovenste luchtwegen: de neus, mondholte- en keelholte en de onderste luchtwegen: de grote- en kleine luchtwegen en de longblaasjes. Deze vormen samen de rechter en linker long.
De longen bevinden zich in de borstkas die aan de binnenkant met het borstvlies bekleed is. Ook om onze longen bevindt zich een vlies, het longvlies. Dit vlies verdeeld onze linkerlong in 2 en de rechterlong in 3 kwabben. Tussen het borsten longvlies bevindt zich een vacuüm. Onze longen hebben een spons-achtige structuur. Dit komt door de grote hoeveelheid longblaasjes, ook wel de alveoli genoemd. De longblaasjes worden omgeven door een netwerk van dunne bloedvaatjes: de haarvaten van de long. Onder onze longen bevindt zich het middenrif. Dit is een belangrijke spier met peesplaat die de longen en de buik van elkaar scheidt. Als we inademen trekt ons middenrif, naar beneden en gaat de ribbenkast omhoog en naar buiten. Inademen is een actief proces. Door het vacuüm tussen het borstvlies en het longvlies beweegt de long met de ribbenkast mee naar buiten en met het middenrif mee naar beneden, waardoor de inhoud van de long toeneemt. Door de toenemende inhoud ontstaat er een onderdruk in de longen, waardoor er verse lucht, met daarin zuurstof, gaat stromen door de bovenste luchtwegen, richting de longblaasjes. In deze longblaasjes vindt de gas-wisseling plaats. De ingeademde zuurstof wordt via de longblaasjes afgegeven aan het bloed en naar onze organen getransporteerd. Het afvalgas dat onze organen produceren, koolzuur, wordt door ons bloed naar de longen gebracht om via de longblaasjes en de luchtwegen uitgeademd te worden. Tijdens het uitademen ontspant ons middenrif en komt deze omhoog. De ribbenkast zakt weer naar beneden waardoor de inhoud van de borst afneemt en er een overdruk in de longen ontstaat. Door deze overdruk gaat er lucht stromen vanuit de longblaasjes richting de mond en de neus. Uitademen is een passief proces.
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.