Wat is COPD?
COPD is een longziekte. De afkorting staat voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease. Het is een chronische ziekte die langzaam erger wordt. Bij COPD zijn de luchtwegen nauwer door ontstekingen. Soms zijn ook de longen beschadigd. Daardoor gaat ademhalen moeilijker.
COPD is een verzamelnaam voor twee longaandoeningen: chronische bronchitis en emfyseem.
Chronische bronchitis
Bij chronische bronchitis zijn de luchtwegen steeds ontstoken. De luchtwegen worden nauwer, en de beschermlaag en trilhaartjes die slijm uit de longen halen, raken beschadigd.
Emfyseem
Bij emfyseem zijn de longblaasjes en hun wanden beschadigd. De longen verliezen hun veerkracht. Lucht blijft dan vastzitten in de longen. Dat zorgt voor benauwdheid. Bij inspanning moet u daardoor pauzeren om weer op adem te komen.
Voeding bij COPD
Bij COPD verbruikt uw lichaam extra energie. Dit komt doordat ademhalen meer moeite kost en uw lichaam ontstekingen bestrijdt. Als u dan te weinig eet, kunt u gewicht verliezen. Dit noemen we ondergewicht. U verliest spiermassa, wordt sneller moe en uw weerstand wordt lager. Hierdoor bent u vatbaarder voor ziektes.
Soms bent u te benauwd of moe om goed te eten. Misschien heeft u minder eetlust of geniet u minder van eten. Toch is het belangrijk om goed te blijven eten, zodat uw lichaam sterk blijft.
Overgewicht komt ook voor bij mensen met COPD. U beweegt misschien minder, maar eet nog hetzelfde of meer. Dan komen er kilo’s bij. Extra gewicht maakt ademhalen lastiger. Een gezond lichaamsgewicht is daarom belangrijk.
Een diëtist kan u helpen om een eetpatroon te vinden dat bij u past. Of u nu wilt aankomen of afvallen, goede voeding maakt verschil. Uw huisarts of specialist kan u hiervoor doorverwijzen.
Belangrijke voedingsmiddelen
Als u goed kunt eten, zorg dan voor het volgende:
-
Minimaal 3 porties zuivel per dag (bijvoorbeeld melk, yoghurt of kaas)
-
Minimaal 3 sneetjes bruin of volkorenbrood met margarine en hartig beleg
-
Dagelijks minstens 200 gram groente en 200 gram fruit
-
Een warme maaltijd met minimaal 75 gram vlees, (vette) vis, kip of een vleesvervanger
(Eet ook wekelijks peulvruchten) -
Dagelijks een handje ongezouten noten
-
Tussen de 1,5 en 2 liter drinken per dag
Tips bij het eten
Bij een droge mond of moeite met eten:
-
Kauw rustig en goed, dat helpt om speeksel aan te maken.
-
Neem na elke hap een slokje drinken.
-
Zorg dat u altijd iets te drinken bij de hand hebt.
-
Maak uw warme maaltijd smeuïger met jus, saus of appelmoes.
-
Kies zacht en smeerbaar beleg.
-
Zuig op een zuurtje, pepermuntje of neem kauwgom.
Als u snel moe of benauwd bent tijdens het eten:
-
Eet op momenten dat u zich uitgerust voelt.
-
Verdeel de voeding over 6 tot 8 kleine maaltijden per dag.
-
Zit ontspannen en rechtop tijdens het eten.
-
Eet langzaam, kauw goed, slik in één keer door en haal adem tussen de happen.
-
Kies zachte voeding die makkelijk te kauwen is.
-
Maak eenvoudige maaltijden, zoals groenten uit blik of diepvriesgroenten.
-
Overweeg een maaltijdservice als koken moeilijk is.
-
Gebruik uw zuurstof ook tijdens de maaltijd als u dat nodig hebt.
-
Plan de hoofdmaaltijd op een tijdstip dat u zich het best voelt.
Bij een vol gevoel (snelle verzadiging):
-
Neem de tijd om rustig te eten en goed te kauwen.
-
Vermijd producten die veel lucht of gas geven, zoals kool, spruitjes, uien, frisdrank en bier.
-
Probeer tijdens het eten geen lucht te happen.
-
Neem iets kleins voor het slapengaan of zet een snack op uw nachtkastje.
Aanvullende drinkvoeding
Soms lukt het niet om genoeg te eten. Uw lichaam krijgt dan te weinig voedingsstoffen binnen. In dat geval kan de diëtist, in overleg met u, drinkvoeding adviseren.
Vragen
Indien gewenst kunt u bij uw arts vragen om een doorverwijzing naar de diëtist.
<!--EndFragment-->