Inleiding
Wanneer we op korte afstand naar een voorwerp kijken, richten beide ogen zich neuswaarts om dit voorwerp enkel te zien. Deze beweging noemt men ‘convergentie’. Het vermogen tot convergeren is belangrijk voor activiteiten op korte afstand zoals lezen, schrijven of computerwerk etc. Lukt het convergeren niet of heeft men hier moeite mee, dan spreken we van een convergentie-insufficiëntie.
Oorzaken van convergentie-insufficiëntie
Een convergentie-insufficiëntie kan worden veroorzaakt doordat de binnenste oogspieren niet sterk genoeg zijn om de ogen ver genoeg naar binnen te draaien of om deze stand van de ogen lang genoeg vast te houden. Ook kan het zijn dat het vermogen tot samenwerken van de ogen verstoord is. Dit kan spontaan voorkomen, maar ook door andere aandoeningen zoals bijvoorbeeld een whiplash.
Klachten bij convergentie-insufficiëntie
Er kunnen diverse klachten optreden. De ernst van de klachten is afhankelijk van de mate van de convergentie-insufficiëntie en van de aard van de dagelijkse werkzaamheden.
- Hoofdpijn kan worden veroorzaakt door de inspanning van de ogen om langere tijd te convergeren en dit vast te houden. Vaak voelt men de hoofdpijn aan de voorzijde van het hoofd en boven de ogen.
- Wazig zien, dubbelzien of het door elkaar lopen van de letters zijn ook veelvoorkomende klachten. Doordat het convergeren niet lukt, draait een oog niet mee naar binnen en ‘kijkt’ dus een andere kant op. Vaak wordt –onbewust– een oog dichtgeknepen bij werkzaamheden dichtbij.
De behandeling van een convergentie-insufficiëntie
Door middel van oefeningen kan de convergentie verbeteren, en kunnen de klachten geleidelijk afnemen. Aanvankelijk kunt u door de oefeningen eerst juist klachten krijgen, zoals hoofdpijn of een vermoeid gevoel. Dit is vergelijkbaar met spierpijn na het sporten. Door de oefeningen regelmatig te herhalen kunnen deze klachten afnemen. Indien oefeningen niet genoeg verbetering opleveren, is het soms mogelijk om met een speciale (lees-) bril met prismaglazen de resterende klachten te verminderen. Het nadeel van een prismabril kan zijn, dat de ogen hierdoor het vermogen om te convergeren nog meer kunnen verliezen en hierdoor kan de afwijking soms toenemen. Soms kan een oogspieroperatie nodig zijn om de oogstand en de samenwerking tussen de ogen te verbeteren of te behouden.
De prognose
De prognose hangt voor een groot deel af van de mate van de convergentie-insufficiëntie en van de oorzaak ervan. Bij een groot deel van de patiënten helpen de oefeningen voldoende om weer klachtenvrij te zijn. Echter: een convergentie-insufficiëntie blijft vaak ‘een zwakke plek’ en daarom kan het nodig zijn om regelmatig te blijven oefenen.
Wilt u meer informatie?
Met vragen of een verzoek om meer informatie kunt u bij uw behandelend orthoptist terecht.