Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo).
Uw voorbereiding
Uw darmen moeten leeg zijn
Voor een goed onderzoek moeten uw darmen leeg zijn. Daarom mag u vanaf een bepaald moment niet meer eten of drinken. Ook moet u drie dagen voor het onderzoek een speciaal dieet volgen. U leest meer hierover in de volgende hoofdstukken.
Misschien heeft uw arts gekozen voor een andere voorbereiding. Uw voorschrift kan dan anders zijn dan deze informatie. Volg in dat geval de instructies van het ziekenhuis.
U moet ook een middel drinken om uw darmen schoon te spoelen (laxeren). U heeft hiervoor een recept gekregen. Haal dit middel bij de apotheek. Als het laxeren in het ziekenhuis gebeurt, ontvangt u geen recept.
Neem schoon ondergoed mee
Ongelukjes (door ontlasting) voor of na het onderzoek kunnen gebeuren. Neem daarom schoon ondergoed mee.
Neem voor uw ziekenhuisbezoek het volgende mee:
-
Een geldig legitimatiebewijs (identiteitskaart, rijbewijs, paspoort).
-
Een lijstje met uw medicijnen.
-
Uw eigen medicijnen, zoals tabletten of insulinepennen.
Vertel uw arts over uw gezondheid
Om u goed voor te bereiden op het onderzoek is het belangrijk dat uw arts op de hoogte is van uw gezondheid. Geef antwoord op de volgende vragen:
- Gebruikt u bloedverdunners?
- Heeft u allergieën?
- Heeft u suikerziekte (diabetes mellitus)?
- Zijn er andere dingen waar we rekening mee moeten houden?
Geef deze informatie aan uw arts.
Verdoving (sedatie)
Meestal kan het onderzoek met een verdoving worden gedaan. Dit heet een 'roesje'. De arts beslist dit.
Regel vervoer naar huis
Zonder verdoving mag u na het onderzoek direct naar huis. Als u tijdens het onderzoek verdoving heeft gekregen mag u niet alleen naar huis, ook niet met het openbaar vervoer of taxi. Het is belangrijk dat iemand u op komt halen en thuisbrengt. Ook moet u er rekening mee houden dat u tot 24 uur na het onderzoek niet aan het verkeer mag deelnemen.
Coloscopie
Instructies bij een coloscopie
Let op: Print deze pagina zodat u de voorbereiding bij de hand heeft.
Dieet drie dagen voor het onderzoek
Drie dagen voor het onderzoek moet u een speciaal dieet volgen. Eet dan geen vezels. Dit helpt om uw darmen goed schoon te maken.
Wat mag u wel eten:
- Beschuit, wit- of bruinbrood zonder zaden, met halvarine, margarine of boter;
- Magere vleeswaren, kaas, gekookt ei, hagelslag, chocopasta, honing, stroop en jam zonder pitjes en zaden;
- Groenten: gaar gekookt, zoals bloemkool, broccoli en worteltjes;
- Overige maaltijd: bouillon met stukjes vlees, vermicelli en/of soepballetjes (geen groenten), aardappelen, witte rijst, pasta, macaroni, licht gebraden mager vlees, witvis of kip (zonder vel);
- Dessert: vla, pudding, kwark en yoghurt zonder stukjes fruit;
- Tofu, natuur quorn.
Wat mag u niet eten:
- Volkoren graanproducten, zoals brood met zaden of volkorenbrood;
- Volkoren- en meergranenpasta en zilvervliesrijst;
- Groenten: asperges, bleekselderij, knolselderij, zuurkool, snijbonen, sperziebonen, prei, doperwten, peulvruchten, taugé, maïs, champignons, tomaten, ui, knoflook, spinazie, andijvie, paprika en rauwkost;
- Koolzuurhoudende dranken;
- Alcohol, rode vruchtensappen en troebele vruchtensappen;
- Fruit: sinaasappel, kiwi, grapefruit, mandarijn, bramen, druiven, aardbeien en gedroogde vruchten.
Staat een product niet op de lijst en twijfelt u? Eet of drink het dan niet.
De laxeerdrank maken
U heeft één verpakking Pleinvue® gekregen. Deze bevat drie zakjes.
-
Dosis 1 is één groot zakje (mangosmaak). Los dit op in 500 ml water. Dit kan tot acht minuten duren.
-
Dosis 2 bevat twee zakjes A en B (fruitsmaak). Los beide zakjes samen op in 500 ml water.
De dag vóór het onderzoek
- Tot 16.00 uur mag u nog eten, maar houd het ontbijt en de lunch licht. Na 16.00 uur mag u alleen nog heldere vloeistoffen drinken. U mag geen vast voedsel en geen melkproducten meer eten tot het onderzoek. Hoe meer u drinkt, hoe schoner de darm wordt.
- Tussen 18.00 uur en 19.00 uur drinkt u 500 ml Pleinvue® (sachet dosis 1) en 1 liter heldere vloeistof. U kunt de Pleinvue-oplossing en de drank afwisselen. Probeer elke 10-15 minuten een glas te drinken.
- Probeer na 19.00 uur nog minstens 500 ml heldere vloeistof te drinken.
Heldere vloeistoffen zijn: water met of zonder smaak, thee, koffie zonder melk, gezeefde bouillon, ranja, of helder vruchtensap zonder stukjes (bijvoorbeeld appelsap of druivensap).
De dag van het onderzoek
Op de dag van het onderzoek drinkt u 500 ml laxeermiddel en 1 liter heldere vloeistof. Wanneer u dit moet doen, hangt af van het tijdstip van het onderzoek. U kunt de tijden in het schema hieronder vinden.
- Begin met een kopje thee of andere heldere drank, zodat u iets in uw maag heeft.
- Drink daarna 500 ml Pleinvue® (sachet dosis 2 A+B) en 1 liter heldere vloeistof. U kunt de Pleinvue en de drank om de beurt drinken. Hoe meer u drinkt, hoe schoner de darm wordt.
- Als u medicijnen moet nemen, mag u deze met wat water innemen.
U mag tot drie uur voor het onderzoek drinken. De laatste drie uur voor het onderzoek mag u niets meer drinken.
Laxeerschema voor de dag van het onderzoek
Tijdstip onderzoek: Laxeren tussen:
08.30 - 10.30 uur 03.30 - 05.30 uur
10.30 - 12.30 uur 05.30 - 07.30 uur
12.30 - 14.30 uur 07.30 - 09.30 uur
14.30 - 16.30 uur 09.30 - 11.30 uur
De darmreiniging
Als de darmreiniging goed is, komt er alleen nog heldere, soms lichtgele vloeistof in het toilet. Dan bent u klaar voor het onderzoek.
Tips om het drinken makkelijker te maken
- Drink het laxeermiddel koud, zet het hiervoor maximaal vier uur in de koelkast.
- Drink met een rietje of uit een bidon.
- Voeg een beetje limonadesiroop of heldere vruchtensap toe (alleen siroop zonder sorbitol gebruiken).
- Neem kleine slokjes en wissel deze af met heldere dranken tussendoor.
- Gebruik tussendoor sorbitolvrije kauwgom.
- Als u misselijk wordt, kunt u even stoppen met drinken totdat dit gevoel weer afneemt. Neem dan eerst wat slokjes water en drink daarna het laxeermiddel langzamer en meer verdeeld op.
Problemen bij de voorbereiding
Heeft de voorbereiding voor het onderzoek niet goed gewerkt of twijfelt u na de laatste dosis? Neem dan contact met ons op. U kunt ons bellen op de volgende nummers (op werkdagen van 8.30-16.30 uur):
- Voor vragen over de planning en voorbereiding: 0341 - 46 35 38.
- Voor medische vragen de polikliniek MDL: 0341 - 46 38 99 - kies optie 2.
-
Of stel uw vraag via MijnStJansdal.
Medicijnen
Medicijnen
Heeft u suikerziekte (diabetes) of andere gezondheidsproblemen? Vertel dit aan de verpleegkundige als u naar het ziekenhuis komt. Vertel ook welke medicijnen u gebruikt.
Stop een week voor het onderzoek met ijzertabletten
Gebruikt u ijzertabletten? Stop dan een week voor het onderzoek met het slikken van de ijzertabletten. IJzertabletten kleuren de binnenkant van uw darm. Hierdoor zijn afwijkingen moeilijker te zien.
Bloedverdunners
Als de arts een stukje weefsel weghaalt, kunt u sneller bloeden. Bloedverdunners maken dat uw bloed minder snel stopt met bloeden. Soms moet u even stoppen met bloedverdunners, maar dit overlegt u altijd met uw arts.
Hieronder volgt een algemene richtlijn:
-
Niet stoppen: Trombocytenaggregatieremmer zoals: Acetylsalicylzuur, Carbasalaatcalcium (Ascal), Dipyridamol (Persantin), Clopidogrel (Plavix), Prasugrel (Efient) en Ticargrelor (Brilique).
-
Overleg Trombosedienst: Acenocoumarol (Sintrom) of Fenprocoumon (Marcoumar).
-
Overleg arts: DOAC zoals: Rivaroxaban (Xarelto), Dabigatran (Pradaxa), Apixaban (Eliquis), Edoxaban (Lixiana).
Als het nodig is, krijgt u na het onderzoek meer informatie over wanneer u weer met de bloedverdunners mag beginnen. Dat hangt af van het resultaat van het onderzoek.
Anticonceptiepil
Let op! Door het laxeren is de anticonceptiepil niet meer betrouwbaar.
Instructies bij een stoma
Dikke darmstoma (Colostoma)
U volgt de normale voorbereiding. Dit betekent onder andere het drinken van een liter laxeermiddel. Omdat de ontlasting dun is door de laxeerdrank, heeft u een grotere stomazak nodig. Deze zak kunt u onderaan openen met een kraantje. Zo kunt u de zak in het toilet legen.
Vraag uw stomaverpleegkundige om hulp als u vragen heeft.
Dunne darmstoma (Ileostoma) of tijdelijk stoma
U krijgt persoonlijk advies van de arts die het onderzoek aanvraagt. Dit is meestal een chirurg. Deze arts weet veel over uw situatie. Samen met de maag-darm-leverarts kan hij of zij een speciaal plan voor het laxeermiddel maken.
Voor vragen over uw stoma en stomamateriaal kunt u terecht bij uw stomaverpleegkundige. Zij werkt van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 17.00 uur op de stomapoli in Harderwijk. U vindt haar op looproute 0.69. Het telefoonnummer van de stomapoli is (0341) 46 35 94.
Neem op de dag van het onderzoek genoeg van uw eigen stomamateriaal mee naar het ziekenhuis.
<!--EndFragment-->
Het onderzoek
Hoe uw onderzoek in zijn werk gaat.
Een coloscopie is een kijkonderzoek van de dikke darm en het laatste deel van uw dunne darm. Tijdens een coloscopie kan de arts direct kleine ingrepen uitvoeren.
Tekst video:
U komt voor een coloscopie, een kijkonderzoek van uw dikke darm. In de onderzoekskamer gaat u op de onderzoekstafel liggen en stelt de medewerker u een aantal vragen. Hierna gaat u op uw linkerzij liggen. Als het onderzoek met sedatie wordt uitgevoerd, krijgt u dat nu toegediend. Vervolgens wordt de kijkslang, de endoscoop, via uw anus naar uw darmen gebracht. Dit doet geen pijn maar kan onprettig voelen. Probeer te ontspannen, dit helpt om het onderzoek beter te laten verlopen. Met de endoscoop wordt uw darm licht opgeblazen, hierdoor kan de binnenkant van uw darm beter bekeken worden. Soms moet u tijdens het onderzoek anders gaan liggen. Volg hierbij de instructies van de arts of de verpleegkundige op. De endoscoop legt een lange weg af en moet soms langs kronkels in uw darmen. Dit kan een onprettig gevoel geven en in de meeste gevallen ook krampen. Als de dokter het eindpunt heeft bereikt, wordt de endoscoop langzaam terug gehaald en wordt uw darm nog eens goed bekeken. Het kan zijn dat er een stukje weefsel, bijvoorbeeld een poliep, wordt weggenomen voor verder onderzoek in een laboratorium. Hier voelt u niets van. Het onderzoek duurt meestal zo’n 30 minuten.
Nazorg na uw onderzoek
Na het onderzoek
Na het onderzoek wordt u teruggebracht naar de observatieruimte. De medewerker vertelt u wanneer u weer mag eten en drinken.
De uitslag van het onderzoek
U krijgt direct na het onderzoek een voorlopige uitslag. De definitieve uitslag krijgt u via de arts die het onderzoek heeft aangevraagd.
Risico's en complicaties
Mogelijke complicaties tijdens en na uw onderzoek of behandeling.
Buikpijn na het onderzoek
Na het onderzoek kunt u nog buikpijn hebben. Dit komt meestal door de lucht die tijdens het onderzoek in de buik is ingeblazen. De pijn gaat weg als de lucht uit uw buik komt.
Bloedverlies
Als er weefsel is weggenomen, kunt u na het onderzoek last hebben van bloedverlies via de anus.
Perforatie
Een enkele keer kan er tijdens het onderzoek een scheurtje in de darmwand ontstaan. Als dit gebeurt, krijgt u buikpijn en koorts.
U loopt iets meer risico als u:
- een ontstoken darmwand heeft;
- een vernauwde darmwand heeft;
- veel uitstulpingen heeft.
Waarschuw uw arts of het ziekenhuis in de volgende gevallen:
- Als de bloedingen ernstiger worden en als u meer bloed verliest dan een vol theekopje.
- Als de buikpijn steeds erger wordt in plaats van minder en/of als u koorts krijgt.
Deze problemen kunnen optreden tussen één en veertien dagen na het onderzoek.
Contact
Heeft u problemen in de eerste vijf dagen na het onderzoek?
Overdag kunt u bellen met de polikliniek MDL: 0341 - 46 38 99, keuze 2.
's Avonds en in het weekend belt u de spoedeisende hulp. Het telefoonnummer vindt u op www.stjansdal.nl.
Na vijf dagen kunt u bij klachten de huisarts bellen.
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.