Informatie over de behandeling
Voordat de chemotherapie begint, vertellen de (verpleegkundig) specialist en de verpleegkundige u over de behandeling die u krijgt. Omdat het om veel en vaak nieuwe informatie gaat, is het niet makkelijk om alles in een keer te onthouden. Daarom kunt u in deze behandelwijzer thuis alles nog eens rustig nalezen.
Uw vragen, aantekeningen en medicijnen
In deze behandelwijzer kunt u aantekeningen maken en uw vragen opschrijven op de pagina’s achterin dit boekje. Tijdens een eerstvolgend bezoek aan uw specialist, huisarts of andere hulpverlener kunt u dan uw vragen stellen. Ook kunt u op deze pagina’s kwijt welke medicijnen u gebruikt.
Wie kunt u bellen als u vragen heeft?
Poli interne Oncologieverpleegkundige
Telefoon (0341) 46 35 02
Iedere werkdag bereikbaar via het telefonisch spreekuur tussen 9.00 - 10.00 uur.
Afdeling Polikliniek interne geneeskunde
Telefoon (0341) 46 38 89
Bereikbaar bij spoed tijdens kantoortijden (8.30 - 16.30 uur)
Ziekenhuis Oncologie afdeling
Telefoon (0341) 46 35 81
Bij spoed bereikbaar buiten kantooruren. Tot 1 maand na de laatste cytostaticakuur.
Afdeling Chemo-unit
Telefoon (0341) 46 36 89
Alleen bereikbaar voor (spoed)vragen met betrekking tot uw behandeling op de chemo-unit.
Specialist: ________________________
Telefoon: ________________________
Overigen ziekenhuis
Naam: ________________________
Telefoon: ________________________
Huisarts: __________________________
Telefoon: __________________________
Thuiszorg: __________________________
Telefoon: ___________________________
Chemotherapie
Chemotherapie is een behandeling van kanker met medicijnen die de celdeling remmen. Chemotherapie komt in het bloed terecht en wordt zo door het hele lichaam verspreid. Het remt de celdeling en beïnvloedt het ontwikkelingsproces van kankercellen.
Er zijn verschillende soorten chemotherapie. Afhankelijk van het soort kanker kunnen één of een aantal daarvan voor behandeling worden gebruikt.
De behandeling met chemotherapie wordt meestal met tussenpozen gegeven. U krijgt een kuur en daarna volgt een periode van rust (meestal enkele weken).
Hoe lang de behandeling duurt is verschillend. Het hangt af van:
- Het toedieningschema
- De eventuele bijwerkingen
- Het resultaat van de behandeling
Hygiënische maatregelen
Nadat u chemotherapie heeft gekregen, verlaten de resten chemische stoffen het lichaam via uitscheidingsproducten. Uitscheidingsproducten zijn: zweet, urine, ontlasting, braaksel, bloed, vaginaal vocht of sperma. Hoe lang het duurt voordat alle stoffen uw lichaam hebben verlaten, hangt af van het soort chemotherapie. Het duurt maximaal zeven dagen. Het is beter dat mensen die geen chemotherapie nodig hebben niet met deze stoffen in aanraking komen. De verpleegkundigen op de chemo-unit dragen daarom handschoenen.
Wij adviseren het volgende:
- We adviseren mannen zittend op het toilet te urineren om spatten te voorkomen..
- Spoel het toilet na gebruik twee keer door met gesloten deksel. Maak hierbij geen gebruik van de waterbesparende knop.
- Maak het toilet één keer per dag schoon en vaker als het toilet vies is. Maak daarbij gebruik van water en zeep, bijvoorbeeld groene zeep. Maak geen gebruik van desinfecterende schoonmaakproducten of producten met alcohol of chloor. Deze producten verwijderen de resten van de chemotherapie niet.
- Spoel kleding of beddengoed dat in aanraking is gekomen met uw uitscheidingsproducten voor met een voorwasprogramma. Daarna kunt u het wasprogramma kiezen dat geschikt is voor de kleding. Was na contact met het verontreinigde wasgoed uw handen.
- Als iemand anders uw uitscheidingsproducten opruimt, is het advies om die persoon handschoenen te laten dragen.
- In deze periode mag u knuffelen en zoenen. Ook mag u vrijen of gemeenschap hebben. Dit is niet schadelijk voor uw partner. Wel is het verstandig om tijdens de chemotherapie besmette periode een condoom te gebruiken. Het is namelijk niet bekend of en in welke mate chemotherapie wordt opgenomen in het sperma of het slijmvlies van de vagina.
Deze aandachtspunten gelden alleen voor de periode dat in de uitscheidingsproducten resten van chemotherapie aanwezig zijn.
Welke bijwerkingen kunnen optreden en wat kunt u er tegen doen?
Chemotherapie heeft invloed op kankercellen. Het heeft ook invloed op sommige gezonde cellen. Het tast vooral cellen die snel delen makkelijk aan. Een voorbeeld van sneldelende cellen is het slijmvlies. Het slijmvlies zit onder andere in de mond, keel, slokdarm, maag en darmen. Doordat deze cellen aangetast kunnen worden, kunnen er bijwerkingen optreden. Deze gezonde sneldelende cellen herstellen vaak snel, waarna de bijwerkingen verdwijnen.
De bijwerkingen waar u last van heeft en hoeveel last u daarvan heeft zeggen niets over het effect van de behandeling op de ziekte. De informatie over bijwerkingen geven wij, zodat als dat nodig is, u weet hoe u hier het beste mee om kunt gaan.
Mogelijke bijwerkingen
Concentratieverlies en geheugenproblemen
Concentratieverlies en geheugenproblemen kunnen (lange termijn) effecten zijn van chemotherapie. Klachten zijn bijvoorbeeld een trager werk- en denktempo, minder goed kunnen plannen en organiseren, moeite hebben om (onder tijdsdruk) verschillende dingen tegelijkertijd te doen en moeite hebben met het onthouden van nieuwe informatie. Deze problemen nemen na verloop van tijd meestal af of verdwijnen helemaal. Bij sommige mensen houden deze klachten lang aan of zijn deze klachten blijvend.
Adviezen:
- Stel haalbare doelen
- Wissel inspannende en ontspannende activiteiten af
- Neem regelmatig en voldoende rust
- Maak gebruik van hulpmiddelen, zoals een agenda of notitieboekje
- Stel uw omgeving en eventuele werkgever op de hoogte van uw klachten
Dun of uitvallend haar
Door de behandeling met chemotherapie kan de structuur van het haar veranderen. Hoofdhaar kan bijvoorbeeld dunner worden of gaan krullen. Daarnaast kan de lichaamsbeharing veranderen. Er kan bijvoorbeeld donshaar groeien in het gezicht. Ook kunnen wimpers of wenkbrauwen harder gaan groeien.
Door de behandeling kan het haar ook juist uitvallen. In bijna alle gevallen is haaruitval tijdelijk. Behalve het hoofdhaar kunnen ook wimpers, wenkbrauwen, okselhaar en schaamhaar uitvallen. Na het stoppen met de chemotherapie, en soms tijdens de behandeling, begint het haar weer te groeien. Meestal is na enkele maanden weer een goed herstel van de haargroei. De structuur en kleur van het haar kunnen anders zijn dan voor de chemotherapie.
Bij sommige soorten chemotherapie kunt u gebruikmaken van hoofdhuidkoeling. Dit voorkomt haaruitval . Overleg met uw arts of dit in uw situatie mogelijk is.
Adviezen:
- Verzorg het haar voorzichtig. Bij snel uitvallend haar kan de hoofdhuid gevoelig of pijnlijk zijn. Was het haar met lauw water. Gebruik een milde shampoo en eventueel crèmespoeling.
- Voorkom felle zon op de hoofdhuid.
- Verf of permanent het haar niet tijdens de behandeling. Na de behandeling kunt u het haar weer verven. De eerste maanden heeft u wel een verhoogde kans op hoofdhuidirritatie. Een alternatief is om de eerste maanden te kiezen voor een kleurspoeling.
- Als u voor een haarwerk kiest, kunt u het beste voor start van de behandeling een afspraak maken bij een haarwerkspecialist. Zo kan de haarwerkspecialist uw eigen haar zien. Neem ook contact op met uw zorgverzekeraar over de financiële vergoeding. De verpleegkundige kan een machtiging voor u maken.
Hart
Er kunnen tijdens de behandeling en nadat de behandeling is gestopt problemen met het hart voorkomen. Als u een verhoogd risico heeft op hartproblemen, zal uw behandelend arts voor de behandeling een echo van het hart laten maken en een consult bij de cardioloog afspreken. De cardioloog houdt de conditie van uw hart tijdens de behandelperiode in de gaten.
Het is belangrijk dat u direct contact opneemt als u een van de volgende klachten ervaart:
- Kortademigheid
- Hoesten
- Vasthouden van vocht in de benen of armen
- Hartkloppingen of onregelmatige hartslag
Huid
De conditie van de huid kan veranderen. De huid kan droog en schilferig worden en gevoeliger zijn. Daarnaast kan uw huid sneller verbranden in de zon, ook wanneer u daar eerder niet vatbaar voor was. Ook kan een plotselinge uitslag optreden.
Wij adviseren u het volgende tijdens en drie maanden na het afronden van de behandeling:
- Gebruik minimaal 1 keer per dag een niet-geparfumeerde bodylotion om een droge huid zoveel mogelijk tegen te gaan, bijvoorbeeld cetomacrogol crème.
- Vermijd de zon zoveel mogelijk. Gebruik een zonnebrandcrème met factor 50 als u naar buiten gaat.
- Draag beschermende kleding als u in de zon loopt, zoals lange mouwen en een hoed/pet.
Invloed op de werking van het beenmerg
In het bloed zitten verschillende bloedcellen, elk met hun eigen functie. De bloedcellen worden aangemaakt in het beenmerg. De verschillende bloedcellen zijn:
- Rode bloedcellen: zorgen voor het zuurstoftransport van de longen naar alle weefsels in het lichaam.
- Witte bloedcellen: zorgen voor de afweer tegen infecties.
- Bloedplaatjes: hebben een belangrijke rol bij de bloedstolling.
Door de chemotherapie wordt een periode minder bloedcellen aangemaakt. Dit is meestal een periode van 7 tot 15 dagen na de chemokuur. Na deze periode gaat het beenmerg weer meer bloedcellen aanmaken. U kunt hier zelf niets voor doen.
Voor een volgende kuur wordt gecontroleerd of de waarden voldoende zijn hersteld om een nieuwe kuur te krijgen.
Doordat minder bloedcellen worden aangemaakt kunnen klachten optreden. De volgende punten zijn goed om te weten:
- Heeft u een temperatuur van 38,5 ºC of hoger en/of koude rillingen, neem dan direct contact op met het ziekenhuis. Dus ook 's avonds, 's nachts of in het weekend. Koorts kan het enige signaal zijn van een ernstige infectie.
- Het advies is om in het najaar de griepprik te halen. Het geschikte moment hiervoor is twee tot vijf dagen voor de volgende kuur. Bespreek dit met uw arts, verpleegkundig specialist of verpleegkundige.
- Bij een verminderd aantal rode bloedcellen heeft u kans op bloedarmoede. Bloedarmoede kan vermoeidheid, zwakheid, kortademigheid, duizeligheid, bleek zien en hartkloppingen veroorzaken. Heeft u deze klachten, neem dan contact op.
- Het gebruik van ijzertabletten heeft geen invloed op het herstel van bloedarmoede, omdat in deze situatie bloedarmoede niet wordt veroorzaakt door een ijzergebrek.
- Bij een verminderd aantal witte bloedcellen bent u vatbaarder voor infecties. Dit geldt vooral voor zeven tot en met vijftien dagen na de chemokuur. Dit wordt ook wel de 'dipperiode' genoemd. Om een infectie te voorkomen is het verstandig om zieke mensen niet op te zoeken, afstand te houden bij verkoudheid en regelmatig uw handen te wassen. Zorg daarnaast voor een goede mondverzorging. Controleer eventuele wondjes op ontstekingsverschijnselen zoals roodheid, warmte, pijn of zwelling.
- Bij een verminderd aantal bloedplaatjes heeft u een hogere kans op een bloedneus, blauwe plekken, bloedend tandvlees of bloed in de urine. Krijgt u blauwe plekken zonder reden of een bloedneus die langer dan 30 minuten aanhoudt, neem dan contact op.
Om bloedingen zo veel als mogelijk te voorkomen is het verstandig om voor een regelmatig stoelgang te zorgen zodat u niet hard hoeft te persen. Daarnaast is het advies om een zachte tandenborstel te gebruiken en geen scherpe voorwerpen te gebruiken (elektrisch scheren is beter dan met het scheermes). Mocht u een wondje hebben, druk deze dan een tijdje stevig af.
Irritaties en/of ontsteking van het mondslijmvlies
Het is verstandig voor de eerste chemokuur uw gebit te laten controleren door uw tandarts. Informeer de tandarts dat u behandeld gaat worden met chemotherapie.
Mondslijmvlies vormt de binnenbekleding van de hele mond: wangen, tandvlees, tong, gehemelte, onder de tong, lippen en keel. Als u veranderingen ontdekt is het verstandig om contact op te nemen. Soms kan het dan nodig zijn om met een medicijn de mond te gaan spoelen.
Irritaties/veranderingen van het mondslijmvlies kunnen zijn:
- Roodheid, branderig gevoel
- Pijn bij het eten, drinken of tanden poetsen
- Pijn bij het indoen van de gebitsprothese
- Bloedend slijmvlies
- Beslagen tong of een branderige tong
- Zwelling van het mondslijmvlies
- Schimmelinfectie in de mond
- Witte plekjes op het slijmvlies
Het is belangrijk dat u uw mond goed verzorgt. Hierdoor kunt u bijwerkingen voorkomen of verminderen. Daarvoor geven wij u de volgende adviezen:
- Poets de tanden vier keer per dag, namelijk na iedere maaltijd en voordat u gaat slapen. Poets de tanden met een milde tandpasta, zoals van het merk Sensodyne, O7, GUM, Elmex Sensitive of Parodontax. Maak gebruik van een zachte, kleine borstel. Reinig de borstel na gebruik met water en droog de borstel door deze met de borstelkop omhoog te zetten in een glas.
- Spoel de mond met water (waar eventueel zout of baking soda aan is toegevoegd) of met mondwater.
- Smeer uw lippen vier keer per dag in met vaseline.
Als u een gebitsprothese heeft adviseren wij u het volgende:
- Poets de gebitsprothese vier keer per dag met water en/of tandpasta, namelijk na de maaltijden en voordat u gaat slapen.
- Spoel de mond vier keer per dag een minuut met water en eventeel zout of baking soda. Haal de gebitsprothese uit de mond voordat u gaat spoelen.
- Doe 's nachts de prothese uit en bewaar deze droog. Spoel de prothese af voordat u deze terugplaatst in de mond.
- Maak een keer per dag het gebittenbakje schoon.
Daarnaast is het advies om bij klachten scherpe kruiden, zuur fruit en hard voedsel te vermijden. Maak het eten goed fijn en drink erbij. Snijd de korsten van het brood of neem pap in plaats van brood.
Het advies is om bij een droge mond uw mond vaker te spoelen met water. Ook het zuigen op ijsblokjes of het kauwen op kauwgom kan helpen. Op deze manier worden de speekselklieren gestimuleerd. Biotène gel kan ook helpen. Dit kunt u bij een drogist halen.
Menstruatie- en overgangsklachten
Door de behandeling met chemotherapie kunnen vrouwen eerder in de overgang komen. Ook kan het menstruatiepatroon onregelmatiger worden. Het is mogelijk dat de menstruatie tijdelijk of volledig wegblijft. Het is afhankelijk van het soort chemotherapie en de leeftijd of het menstruatiepatroon zal herstellen. Het menstruatiepatroon kan tot een jaar na de laatste behandeling herstellen.
Als u vervroegd in de overgang komt kunt u last krijgen van opvliegers. Opvliegers kunnen op elk moment van de dag en nacht optreden. Hierdoor kan de nachtrust verstoord raken, waardoor u overdag vermoeid en prikkelbaar kunt zijn. Een opvlieger kan enkele seconden tot een aantal minuten aanhouden.
Adviezen:
- Zorg voor voldoende ontspanning; stress kan zorgen voor meer en hevige opvliegers.
- Draag luchtige kleding, bij voorkeur kleding van natuurlijke materialen, zoals katoen.
- Zorg voor een goed geventileerde, koele slaapkamer en niet te warm beddengoed. Bij voorkeur beddengoed van natuurlijke materialen, zoals katoen.
- Alcohol, roken, pittig en gekruid voedsel, cafeïne, chocolade, koolzuurhoudende dranken en suiker kunnen bijdragen aan het ontstaan van opvliegers. U kunt uitproberen of u daar gevoelig voor bent.
- Blijf in beweging.
Daarnaast kunt u last krijgen van nachtelijk zweten, gewichtstoename, gewrichtsklachten, droge vagina en stemmingswisselingen.
Nagels
De nagels van handen en voeten kunnen broos worden. In hoeverre u hier last van krijgt hangt af van het soort chemotherapie. De nagels kunnen ook verkleuren.
Adviezen:
- Maak gebruik van een nagelverharder.
- Knip de nagels kort en recht af om afbrokkelen en inscheuren te voorkomen. Gebruik hiervoor een nagelvijl of nageltang.
- Maak geen gebruik van kunstnagels.
Ogen
De slijmvliezen van de ogen kunnen geïrriteerd raken. U kunt hierdoor droge, prikkelende of tranende ogen krijgen. Als u contactlenzen draagt kunt u hier sneller last van krijgen. Ook kunt u last krijgen van pijnlijke ogen of het gevoel alsof er zand in uw ogen zit. Daarnaast kunnen de oogranden rood en ontstoken raken. De arts kan eventueel oogdruppels voorschrijven om deze klachten te verminderen. Ook kan het zicht minder zijn of kunt u minder scherp zien. Vaak herstelt dit in de eerste drie maanden na het afronden van de behandeling. Het advies is daarom om een eventueel bezoek aan de opticien of oogarts pas drie maanden na het afronden van de behandeling plaats te laten vinden.
Adviezen:
- Voorkom sterke wisseling van lichtsterkte. Kijk televisie in een voldoende verlichte kamer. Lees met voldoende achtergrondverlichting.
- Bescherm de ogen tegen scherp licht, bijvoorbeeld met een zonnebril.
- Week korstjes los met afgekoeld gekookt water.
- Gebruik eventueel een verzachtende lotion.
- Wees matig met make-up. Verwijder make-up voordat u gaat slapen.
- Draagt bij klachten geen contactlenzen maar een bril.
Het is belangrijk om contact op te nemen indien u de volgende klacht(en) ervaart:
- Gezichtsklachten zoals wazig zien, gekleurde vlekken of sterretjes
- Aanhoudende pijn in het oog
- Dubbel zien
- Pijnlijke, rode ogen of gezwollen, pijnlijke oogleden
Slijmvliezen vagina
Door de afname van het vrouwelijk hormoon oestrogeen worden de slijmvliezen droger en dunner. Hierdoor kan de vagina gevoeliger worden voor irritaties. Ook kunnen door de behandeling met chemotherapie de slijmvliezen geïrriteerd raken. Dit kan zich uiten in een droog, schraal of pijnlijk gevoel.
Adviezen:
- Een droge vagina kan hinderlijk zijn bij het vrijen. Gebruik zo nodig een glijmiddel. Een glijmiddel kunt u zonder recept bij de drogist of apotheek kopen. Let er wel op dat deze glijmiddelen geen hormonen bevatten! Voorbeelden zijn Replens, Sensilube of KY-gel.
- Was de vagina niet met zeep en draag geen knellend ondergoed.
- Neem contact op bij vaginaal bloedverlies.
- Wees alert bij jeuk en/of verandering in geur en kleur van de vaginale afscheiding. Dit kan wijzen op een schimmelinfectie.
Trombose
Door kanker kan de samenstelling van het bloed veranderen. Dit kan de bloedstolling beïnvloeden. Hierdoor heeft u een grotere kans op trombose. Door de behandeling wordt dit risico op trombose vergroot. Trombose is een bloedstolsel in een bloedvat. Het komt meestal voor in het been, de kuit, de armen of de longen.
Klachten bij trombose in het been:
- Strakgespannen huid: rood en glanzend, met zichtbare aderen
- Rode of juist blauwachtige verkleuring van het been
- Zwaar gevoel of pijn in het been
- Gezwollen been
- Lichte temperatuursverhoging
Klachten bij trombose in de arm:
- Gezwollen hand en arm
- Geen kracht meer in de arm
- Zwaar gevoel of pijn in de arm
- Rode tot blauwachtige verkleuring van de arm
- Lichte temperatuursverhoging
- Strakgespannen huid: rood en glanzend, met zichtbare aderen
Klachten bij longembolie:
- Plotseling opkomende en onverklaarbare kortademigheid
- Pijn bij het zuchten en hoesten
- Pijn op de borst, pijn bij ademhalen, pijn tussen de schouderbladen
- Snelle ademhaling
- Ophoesten van slijm met bloed
- Hartkloppingen
Neem bij deze klachten altijd contact op.
Verandering van het ontlastingspatroon
Ieder mens heeft een ander ontlastingspatroon. Door de behandeling kan het ontlastingspatroon veranderen. Het is belangrijk dat de ontlasting regelmatig komt en niet teveel afwijkt van het patroon dat u voor de behandeling had. Ook is het belangrijk dat de ontlasting soepel blijft.
Door de behandeling kunt u last krijgen van diarree- of verstoppingsklachten. Er is sprake van diarree als u meer dan vier keer per dag waterdunne ontlasting heeft. Er is sprake van verstopping als u langer dan twee dagen geen ontlasting heeft gehad.
Adviezen:
- Bij diarree: zorg dat u voldoende drinkt. Minimaal twee liter vocht per 24 uur, waaronder een aantal koppen bouillon en/ of tomaten- of groentesap. Gebruik regelmatig een kleine maaltijd.
- Bij verstopping: zorg dat u voldoende drinkt. Minimaal twee liter per dag. Maak gebruik van vezelrijke voeding, zoals bruin- of volkorenbrood, groente en fruit. Probeer daarnaast voldoende te bewegen.
- In beide situaties is het advies om te starten met gebroken lijnzaad. Daarbij is een eetlepel per dag voldoende. Dit kunt u bijvoorbeeld innemen met yoghurt. Gebroken lijnzaad kunt u kopen bij de drogist of in de supermarkt.
Verminderde eetlust, misselijkheid of braken
De mate van misselijkheid en braken is per kuur en per persoon verschillend. De arts kan u vertellen in welke mate misselijkheid op kan treden bij de kuur die u krijgt. Wanneer u chemotherapie krijgt waarvan bekend is dat het vaak misselijkheidsklachten geeft, dan krijgt u uit voorzorg medicijnen voorgeschreven om misselijkheid tegen te gaan. Het is dan belangrijk dat u zich aan de vaste tijden houdt om de medicatie in te nemen, ook als u niet misselijk bent. De verpleegkundige zal tijdens het voorlichtingsgesprek met u bespreken welke medicijnen u wanneer in moet nemen.
Naast misselijkheid kan smaakverandering, smaakvermindering, reukverandering en verminderde trek in eten optreden.
Adviezen:
- Verplicht uzelf niet om te eten als het eten u tegenstaat. Probeer de 'schade' op een ander moment in te halen.
- Neem verspreid over de dag kleine maaltijden. Dit is beter dan een enkele keer een grote maaltijd.
- Drink voldoende, namelijk 1,5 tot 2 liter per dag. Dit zijn 10 tot 15 kopjes. Wanneer u te weinig drinkt kan dit ervoor zorgen dat de misselijkheid erger wordt. Probeer water af te wisselen met bouillon, melkproducten of groentesap.
- Zorg ervoor dat het eten er lekker uitziet.
- Door smaakverandering kunnen dingen die u anders lekker vond nu niet meer smaken. Probeer daarom verschillende etenswaren uit. Laat producten waar u een afkeer van heeft gekregen weg. Vervang vlees door vis, kip of kalkoen. De verpleegkundige kan u ook verwijzen naar de smaakpoli.
- Een vieze smaak in de mond kan worden veroorzaakt door te weinig drinken. Drink daarom voldoende. Soms verdwijnt een vieze smaak door iets met een sterke smaak te eten, bijvoorbeeld een pepermuntje of kauwgom.
Vermoeidheid/verminderde energie
Een van de meest voorkomende bijwerkingen van chemotherapie is vermoeidheid. Veel mensen zijn geneigd om rust te nemen om de vermoeidheid zoveel mogelijk te voorkomen. Maar bewegen is goed voor lichaam en geest. Door voldoende te bewegen, of te gaan sporten, kunt u de moeheid verminderen. Uit onderzoek blijkt dat bewegen een positief effect heeft op vermoeidheid. Tijdens het voorlichtingsgesprek zal de verpleegkundige u aanvullende informatie meegeven over bewegen tijdens uw behandeling en een verwijzing voor de oncologisch fysiotherapie aan u meegeven.
Vruchtbaarheid
Een behandeling met chemotherapie kan onvruchtbaarheid veroorzaken. Of dit ook voor u geldt hangt af van het soort chemotherapie waarmee u wordt behandeld en van uw leeftijd. Ook als bij vrouwen de menstruatie uitblijft kunnen zij wel vruchtbaar zijn. Het is daarom belangrijk om tijdens de behandeling en na de behandeling gebruik te maken van anticonceptie. Medisch gezien is het advies om de eerste twee jaar niet zwanger te worden. Afhankelijk van het soort kanker kan dit langer zijn. Als u een kinderwens heeft, informeer dan bij uw arts wat in uw situatie van toepassing is.
Als u een kinderwens heeft en er een kans is dat u onvruchtbaar zult worden, dan kan de arts u verwijzen naar de fertiliteitspoli. De fertiliteitsarts kan met u de mogelijkheden bespreken met betrekking tot het invriezen van zaadcellen of eicellen.
Als gevolg van de behandeling kan het mogelijk zijn dat de behoefte aan seksueel contact afneemt. De behoefte aan intimiteit kan soms in deze periode juist toenemen. Factoren zoals vermoeidheid en zwakte kunnen hierbij een rol spelen. Operatieve ingrepen als onderdeel van uw behandeling kunnen een blijvende verandering van uw seksualiteitsbeleving tot gevolg hebben.
Problemen op seksueel gebied zijn soms moeilijk bespreekbaar. Er kunnen zich problemen voordoen op dit gebied die u zelf niet op kunt lossen. Schroom niet om deze vragen met uw arts of verpleegkundige te bespreken. Als het nodig is kan deze u doorverwijzen naar deskundigen op dit gebied.
Redenen om een arts te waarschuwen
Chemotherapie kent verschillende bijwerkingen. Bij sommige bijwerkingen is het belangrijk dat u direct het ziekenhuis belt.
Bij onderstaande klachten moet u direct bellen:
- Koorts (temperatuur vanaf 38,5ºC)
- Koude rillingen
- Acute benauwdheid
- Acute pijn
- Aanhoudende bloedneus of wondjes die langer dan 30 minuten bloeden.
Maar, bij twijfel ALTIJD bellen!
Onderstaande klachten zijn klachten die u niet gelijk hoeft door te geven, maar die u via het telefonisch spreekuur kunt bespreken met de verpleegkundige:
- Diarree: meer dan 4 keer per dag waterdunne ontlasting
- Verstopping: langer dan 2 dagen geen ontlasting. Heeft u een stoma? Neem dan eerder contact op.
- Aanhoudend braken en/of misselijkheid ondanks inname van de voorgeschreven medicatie.
- Huiduitslag, blaren, pijn, tintelingen of juist geen gevoel in handen en/of voeten
- Pijnlijke mond of rode/witte plekken in de mond
- Als het niet lukt om 1.5 liter per dag te drinken.
- Bloed bij de urine of ontlasting. Of pijnlijk/branderig gevoel bij het urineren. Of donkere urine of veel meer plassen dan u bent gewend.
- Bij (toenemende) kortademigheid
Belangrijke adressen en telefoonnummers
Er zijn veel verschillende manieren om aan informatie over uw ziekte en behandeling te komen. Wij vinden het belangrijk dat u betrouwbare informatie krijgt. Via patiëntenverenigingen wordt vaak goede en passende informatie versterkt. Via de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenverenigingen kunt u ook in contact komen met lotgenoten. U kunt hen bereiken via www.nfk.nl en via het telefoonnummer 088 00 29777.
Ook het KWF Kankerbestrijding heeft een groot aantal brochures over de behandeling en gevolgen van kanker. U kunt de brochures bestellen via de KWF Kanker Infolijn op 0800-226622. U kunt ze ook bestellen via de website www.kwfkankerbestrijding.nl.
Informatie voor kinderen
- www.kankerspoken.nl
- www.langsdezijlijn.nl
- www.kankerinjegezin.nl
- Boek 'Chemo Kasper' of 'Radio Robbie'
Vragen, aantekeningen en medicijnen
Uw vragen en opmerkingen
Medicijnen
Bij wijzigingen doorhalen; gegevens op nieuwe regel vermelden.
start/stop datum medicijn dosering naam/functie
start/stopdatum | medicijn | dosering | naam/functie |