Klik op de afbeelding om deze folder te bekijken met beeld en geluid (Indiveo).
Sedatiemogelijkheden bij een bronchoscopie
Sedatie (verdoving)
Tekst video:
Wilt u alleen keelverdoving of ook een slaapmiddel? U krijgt binnenkort een Bronchoscopie onderzoek. Om het onderzoek voor u zo prettig mogelijk te laten verlopen, kunt u naast de standaard keelverdoving kiezen voor lichte tot matige of diepe sedatie. In deze animatie leggen we de verschillende sedatievormen uit.
-
Uw keel wordt altijd verdoofd met een verdovingsspray.
De verdoving zorgt ervoor dat het inbrengen van de slang geen pijn doet. U maakt het onderzoek bewust mee, waardoor u gespannen kunt zijn. Het onderzoek duurt 15 minuten tot 30 minuten. Na het onderzoek mag u direct naar huis en mag u zelf autorijden.
-
Lichte tot matige sedatie
Als u het onderzoek minder bewust wilt meemaken, kunt u kiezen voor lichte tot matige sedatie. Dit wordt een roesje genoemd. Dit gebeurt meestal met het middel Midazolam, dat via een infuus wordt toegediend. U wordt direct slaperig. Na het onderzoek kunt u zich niet meer goed herinneren wat er precies is gebeurd. Tijdens het onderzoek zal uw ademhaling, bloeddruk en hartslag in de gaten worden gehouden. Het kan zijn dat u extra zuurstof krijgt. Na het onderzoek wordt u naar de uitslaapkamer gebracht om bij te komen. Het nadeel van een licht slaapmiddel is dat u tijd nodig heeft om wakker te worden en 24 uur geen auto mag rijden, machines mag bedienen of belangrijke beslissingen mag nemen. Het onderzoek met lichte sedatie duurt 2,5 tot 3,5 uur.
-
Diepe sedatie
Als u kiest voor diepe sedatie dan wordt meestal het slaapmiddel Propofol gebruikt. U krijgt dit middel via een infuus toegediend. Met dit slaapmiddel maakt u het onderzoek niet bewust mee. U reageert niet meer op vragen van anderen. Tijdens het onderzoek zal uw ademhaling, bloeddruk en hartslag in de gaten worden gehouden. Het kan zijn dat u extra zuurstof krijgt. Na het onderzoek wordt u naar de uitslaapkamer gebracht om bij te komen. Het nadeel van een diep slaapmiddel is dat u tijd nodig heeft om wakker te worden. U mag 24 uur geen autorijden, machines bedienen of belangrijke beslissingen nemen. Het onderzoek met diepe sedatie duurt 2,5 tot 3,5 uur.
Bespreek de voor- en nadelen van de verschillende vormen van sedatie met uw arts. Zo kiest u de vorm die het best bij uw situatie past. U weet dan waar u rekening mee kunt houden.
Wat is sedatie?
Bij sedatie maken we u rustiger. U wordt slaperig. Misschien weet u later niet meer precies wat er is gebeurd. Sedatie helpt ook tegen pijn. U voelt minder of geen pijn. Dit maakt een onderzoek makkelijker voor u.
Uw voorbereiding
Voorbereiden op sedatie
Het is belangrijk dat uw arts weet hoe het met uw gezondheid gaat. Zo kunt u zich goed voorbereiden. Schrijf de antwoorden op deze vragen op:
- Welke medicijnen gebruikt u?
- Heeft u allergieën?
- Heeft u suikerziekte (diabetes)?
- Heeft u eerder problemen gehad met een infuus?
- Moeten wij ergens anders rekening mee houden?
Geef deze informatie aan uw arts.
Gehoorapparaten
U mag uw gehoorapparaat dragen tijdens de sedatie.
Geen contactlenzen of bril dragen
Draag geen contactlenzen of bril tijdens de sedatie en het onderzoek.
Geen nagellak dragen
Doe geen nagellak op tijdens de sedatie en het onderzoek.
Eten en drinken
Eten en drinken voor het onderzoek
U blijft de avond vóór het onderzoek vanaf 22.00 uur helemaal nuchter (dit betekent niets meer eten en/of drinken). Tabletten die u van uw arts moet blijven gebruiken, kunt u met een slokje water tot uiterlijk twee uur vóór het onderzoek innemen of anders na het onderzoek. Eventuele pufjes voor de luchtwegen kunt u gewoon doorgebruiken.
Geen kauwgom
Gebruik 24 uur voor de sedatie geen kauwgom.
Niet roken
Rook niet minimaal 4 uur voor de sedatie.
Volg het advies van uw arts
Heeft uw arts andere afspraken gemaakt met u? Volg dan die regels. Heeft u vragen? Stel ze aan uw arts.
Medicijnen
Praat met uw zorgverlener over de medicijnen die u gebruikt.
Bloedverdunners
Door het afnemen van weefsel tijdens het onderzoek kan er iets makkelijker een bloeding optreden. Door bloedverdunners stolt uw bloed namelijk minder snel.
Soms moet u tijdelijk stoppen met het slikken van bloedverdunners. Dit gebeurt alleen in overleg met uw arts.
Hieronder volgt een globale richtlijn:
-
Niet stoppen: Trombocytenaggregatieremmer zoals: Acetylsalicylzuur, Carbasalaatcalcium (Ascal), Dipyridamol (Persantin), Clopidogrel (Plavix), Prasugrel (Efient) en Ticargrelor (Brilique)
-
Overleg Trombosedienst: Acenocoumarol (Sintrom) of Fenprocoumon (Marcoumar)
-
Overleg arts: DOAC zoals: Rivaroxaban (Xarelto), Dabigatran (Pradaxa), Apixaban (Eliquis), Edoxaban (Lixiana)
Soms ontvangt u na het onderzoek aanvullende informatie over wanneer u weer kunt starten met de bloedverdunners. Dit is afhankelijke van de uitkomsten van het onderzoek.
Heeft u suikerziekte (diabetes mellitus)?
Heeft u suikerziekte? Lees dan de aanwijzingen in de folder Diabetes mellitus en nuchter voor het onderzoek (uitgezonderd coloscopie), instructie bloedsuikerverlagende medicatie.
Kleding en sieraden
Geen sieraden, horloge of piercings
Draag geen sieraden, horloge of piercings tijdens het onderzoek of de behandeling. Laat ze thuis.
Wat neemt u mee?
-
Een geldig legitimatiebewijs. Bijvoorbeeld een rijbewijs, ID-kaart of paspoort.
-
Een overzicht met de medicijnen die u gebruikt.
-
Makkelijk zittende kleding en reservekleding.
-
Telefoonnummer van uw contactpersoon.
Na het onderzoek
Verminderd reactievermogen
Door de sedatie reageert u langzamer dan normaal. Daarom mag u na het onderzoek:
- De rest van de dag niet deelnemen aan het verkeer.
- Geen belangrijke beslissingen nemen of documenten ondertekenen.
- Geen machines bedienen.
Geen alcohol na het onderzoek
Na het onderzoek mag u 24 uur geen alcohol drinken.
Daling van zuurstof of bloeddruk
Sedatie is meestal veilig, maar er zijn soms risico’s. Uw zuurstofgehalte of bloeddruk kan dalen tijdens de sedatie. Wij houden u daarom goed in de gaten tijdens het onderzoek. Na het onderzoek controleren we u nog een uur.
Heeft u vragen?
Stel uw vragen vóór het onderzoek of de behandeling aan uw arts of zorgverlener.
Wilt u de informatie ook bekijken in een animatiefilmpje? Klik dan hier.