Recent bent u geopereerd in verband met een tumor in de blaas. Uit het weefselonderzoek is gebleken dat het om blaaskanker gaat. De uroloog heeft met u besproken dat u gaat starten met blaasspoelingen. In deze folder vindt u informatie over deze blaasspoelingen.
Waarom blaasspoelingen?
Als er eenmaal een tumor geconstateerd is in de blaas, is de kans groot dat dit opnieuw kan ontstaan. Dit gebeurt bij meer dan de helft van de patiënten. Vaak zijn deze nieuwe tumoren even oppervlakkig als de eerste tumor. Soms groeit zo’n nieuwe blaastumor wel verder door de blaaswand. Om de kans op het ontstaan van een nieuwe tumor te verkleinen kan de blaas gespoeld worden met medicijnen. De uroloog heeft met u besproken dat het verstandig is om binnenkort met deze spoelingen te starten.
Soorten blaasspoelingen en bijwerkingen
Er zijn verschillende medicijnen waarmee de blaas gespoeld kan worden. De meest voorkomende blaasspoelingen zijn Mitomycine C en BCG. Er wordt meestal gestart met een standaard spoelschema. Dit schema krijgt u van de oncologieverpleegkundige.
Mitomycine C
Mitomycine C is een soort chemotherapie. Deze chemotherapie werkt alleen lokaal in de blaas. U wordt hier niet kaal, misselijk of ziek van.
De meest voorkomende bijwerkingen zijn irritatie van de blaas en plasbuis en vaak aandrang om te plassen. Meestal verdwijnen deze klachten na één tot twee dagen. Daarnaast kan u bij Mitomycine C last krijgen van huidirritatie. Dit is meestal een dag na de spoeling. In dit geval kan u contact opnemen met de poli urologie. U krijgt dan een recept voor huidcrème of tabletten die de irritatie tegen gaan. Soms wordt er overgegaan op een ander soort spoeling (Epirubicine).
BCG
BCG staat voor Bacillus Calmette-Guérin en is een soort immuuntherapie. Het medicijn bestaat uit afgezwakte tuberculosebacteriën. Deze bacteriën activeren het afweermechanisme van de blaas. Hierdoor ontstaan er minder snel nieuwe kwaadaardige cellen in de blaas. Omdat door dit medicijn het afweersysteem wordt geactiveerd, kan de spoeling de eerste twee dagen wat griepachtige verschijnselen veroorzaken.
Daarnaast kunt u (vaak op langere termijn) te maken krijgen met bijwerkingen als irritatie/branderig gevoel van de blaas en plasbuis, aandrang bij het plassen, moeite met het ophouden van urine en bloed/weefseldeeltjes in de urine. Als de klachten langer dan een aantal dagen aanhouden, kunt u het beste contact opnemen met de poli urologie. Er kunnen dan medicijnen voorgeschreven worden die het aandranggevoel wat verminderen.
Voorbereiding
Het is belangrijk dat er voor een blaasspoeling geen sprake is van een urineweginfectie. Bij een urineweginfectie kan de spoeling niet doorgaan. De verpleegkundige die de spoeling toedient, zal u enkele vragen stellen voor het toedienen.
Als u klachten hebt van een urineweginfectie (koorts, vaak kleine beetjes plassen, pijn bij het plassen) of bloed plassen is het goed om vooraf te overleggen met de poli. Soms is het verstandig om de spoeling uit te stellen. Neem vroegtijdig contact op bij klachten in verband met de bereiding van de spoeling.
Het is belangrijk dat u ongeveer vier uur voor de spoeling niet te veel drinkt. Als u plastabletten gebruikt, mag u deze pas innemen na de spoeling. Hierdoor kunt u de spoeling makkelijker ophouden en kan de spoeling beter inwerken.
De behandeling
De blaasspoelingen worden gegeven op een speciaal hiervoor ingerichte kamer op de poli urologie. U wordt uit de wachtkamer geroepen door de verpleegkundige die u de spoeling zal geven.
Om de spoeling te kunnen geven wordt een katheter ingebracht. De verpleegkundige zal eerst de huid rond de plasbuis schoonmaken met steriele watten en water. Dit om blaasontstekingen te voorkomen. Daarna brengt ze de katheter in.
Het inbrengen van de katheter kan even gevoelig zijn. Daarna voelt u de katheter zitten, maar dit is niet pijnlijk. Als er na het plassen nog wat urine achter is gebleven wordt via de katheter eerst de blaas verder geleegd. Daarna wordt het medicijn via de katheter in de blaas gebracht. Dit kan een koud gevoel geven. Wanneer alle vloeistof (ongeveer 50 ml) in uw blaas zit, gaat de katheter eruit. Hierna kunt u zich aankleden en mag u naar huis.
Nazorg
Voor optimale werking van de blaasspoeling is het belangrijk dat de spoeling tussen de één en twee uur in de blaas blijft. Hierna kunt u de spoeling thuis uitplassen. Zowel Mitomycine C als BCG zijn stoffen die schadelijk zijn voor de huid en de omgeving. Daarom is het van belang om de eerste 48 uur na de spoeling de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen:
- Het advies is om zittend te plassen in verband met kans op spatten.
- Sluit na het plassen de deksel van het toilet en spoel het toilet door.
- Als er urine naast het toilet is gekomen moet dit goed worden schoongemaakt. Dit kan met allesreiniger of bleekwater.
- Gebruik tijdens het vrijen een condoom (bij BCG geldt deze maatregel tot zeven dagen na de spoeling).
- Uw kleren en ondergoed hoeven niet apart gewassen te worden.
- Als er vloeistof op de huid komt moet dit worden schoongemaakt. Bij de Mitomycine C-spoeling kunt u de huid schoon spoelen met veel water. Bij de BCG-spoeling maakt u de huid schoon met alleen water en zeep.
Als u in de eerste twee dagen na de spoeling koorts krijgt boven de 38,5 °C moet u het ziekenhuis bellen. Tijdens kantooruren kan dit via de poli urologie. In de avond/nacht en in het weekend via de spoedeisende hulp.
Telefoonnummers
Op werkdagen van 8.30 - 16.30 uur:
- Polikliniek urologie: 0341-46 35 58.
- Coördinerend oncologieverpleegkundige: 0341-46 39 66.
In de avond/nacht en in het weekend:
- Spoedeisende hulp: 0341-46 39 11.
Tot slot
Deze folder bevat algemene informatie. Het is bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw uroloog en coördinerend oncologieverpleegkundige. Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft kunt u contact opnemen met de oncologieverpleegkundige, tel. 0341-46 39 66.
Schema blaasspoelingen
BCG 1 jaar
Totaal 15 spoelingen:
-
Start: gedurende 6 weken 1 spoeling per week
-
Na 12 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 9 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
-
Na 21 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
BCG 2 jaar
Totaal 21 spoelingen:
- Start: gedurende 6 weken 1 spoeling per week
- Na 12 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 9 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 21 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 21 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 21 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
BCG 3 jaar
Totaal 27 spoelingen:
- Start: gedurende 6 weken 1 spoeling per week
- Na 12 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 9 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 21 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 21 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 21 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 21 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 21 weken: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
Mitomycine en Epirubicine
Totaal 8 spoelingen:
- Start: gedurende 3 weken 1 spoeling per week
- Na 3 weken: 1 spoeling
- Na 4 weken: 1 spoeling
- Na 4 weken: 1 spoeling
- Na 4 weken: 1 spoeling
- Na 4 weken: 1 spoeling