De anesthesioloog zorgt voor de pijnbestrijding. Hij krijgt hierbij hulp van een anesthesieassistent en meestal ook van een röntgenlaborant. De behandeling gebeurt meestal in de poliklinische operatiekamer. Bij de meeste pijnbehandelingen wordt röntgenstraling gebruikt. Als u zwanger bent of denkt dat u zwanger bent, moet u dit altijd laten weten voordat de behandeling begint.
Behandeling SI-gewricht
Het SI-gewricht verbindt het heiligbeen met het bekken. Bij een SI-behandeling wordt de pijn die via de zenuwen naar dit gewricht gaat verminderd met een van de volgende technieken:
Medicijnen
Na een eventuele verdoving van de huid wordt een naald ingebracht. Om de juiste plaats van de naald te controleren, wordt röntgendoorlichting gebruikt, soms samen met contrastvloeistof. Daarna wordt een verdovingsmiddel en een ontstekingsremmer ingespoten. Dit ontstekingsremmende middel is een corticosteroïd (een bijnierschorshormoon).
Denervatie met RF
Na een eventuele verdoving van de huid worden één of meerdere naalden ingebracht. Ook hier wordt de juiste positie gecontroleerd met röntgendoorlichting en soms met contrastvloeistof. Soms worden teststroompjes gebruikt om de positie extra te controleren. Na verdere verdoving wordt de punt van de naald verwarmd met radiofrequente stroom (RF) tot maximaal 80 graden, gedurende anderhalve minuut. Dit schakelt de pijngeleiding in de zenuw voor langere tijd uit.
Duur
De behandeling duurt ongeveer 10 tot 30 minuten. In totaal blijft u één tot anderhalf uur in het ziekenhuis.
Mogelijke gevolgen van de behandeling
Pijn: Na een SI-behandeling kunt u pijn hebben. Deze pijn kan een paar weken duren, maar gaat meestal vanzelf weg. U kunt een pijnstiller zoals paracetamol nemen (lees de bijsluiter voor de juiste dosering). Als dat niet genoeg is, kan de pijnarts of uw huisarts een andere pijnstiller voorschrijven.
Verminderd gevoel: U kunt minder gevoel hebben in de huid rond het behandelde gewricht. Dit verdwijnt meestal na een paar weken en het gevoel komt langzaam terug.
Allergische reactie: Sommige mensen zijn allergisch voor de röntgencontrastvloeistof. Dit kan tot twee dagen na de behandeling jeuk, huiduitslag, kortademigheid of een lage bloeddruk veroorzaken. Neem in dat geval contact op met uw huisarts, zodat hij/zij kan bepalen welke behandeling nodig is.
Koorts: Als u koorts krijgt, neem dan contact op met uw pijnarts of huisarts.
Opvliegers: Na de behandeling kunnen mannen en vrouwen opvliegers krijgen. Bij vrouwen kan de menstruatie tijdelijk verstoord zijn. Dit gebeurt alleen als er corticosteroïden zijn gebruikt.
Tot slot
Met deze folder krijgt u een goed idee van wat u kunt verwachten en worden de meeste vragen beantwoord. Heeft u toch nog vragen? Schrijf ze dan op en neem ze mee naar uw volgende afspraak. U kunt ook bellen met de polikliniek pijnbestrijding, van maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 12.30 uur en tussen 13.30 en 16.30 uur. Het telefoonnummer is (0341) 46 37 73.