Deze folder geeft informatie over ontstekingen aan de amandelen. U leest hoe deze bij volwassenen en kinderen vanaf tien jaar behandeld kunnen worden.
Wat zijn amandelen en wat doen ze?
Het lichaam heeft een systeem om infecties te bestrijden. Dit heet het lymfkliersysteem. In de overgang van mond en neus naar de keel zit veel lymfklierweefsel. Dit weefsel vangt ziekteverwekkers op en maakt ze onschadelijk.
Het lymfklierweefsel zit op drie plaatsen:
In de neus-keelholte (N)
Dit is de ruimte achter de neus, boven het zachte gehemelte. Hier
zit de neusamandel. Deze is vooral bij jonge kinderen aanwezig en wordt kleiner na het achtste jaar.
In de keel (K)
De keelamandelen zijn zichtbaar als knobbels achter in de keel, links en rechts van de huig.
Achter op de tong (T)
Hier zit de tongamandel, die overgaat in de keelamandelen. Deze geeft zelden klachten.
Het verwijderen van amandelen heeft geen groot effect op de afweer tegen infecties. Er blijft voldoende afweerweefsel over in de mond-keelholte.
Wat voor klachten kunnen amandelen geven?
Als u als volwassene nog een neusamandel heeft, kunt u last krijgen van een verstopte neus, door de neus praten, vaak verkouden zijn, open mondademhaling en snurken. Bij een acute ontsteking van de amandelen kunt u keelpijn, slikklachten, koorts en een algemeen ziek gevoel hebben. Na drie dagen wordt de koorts meestal minder en verdwijnen de andere klachten langzaam. Dit kan meerdere keren per jaar gebeuren. Amandelen kunnen ook chronisch ontstoken zijn. Dan kunt u last hebben van moeheid, lusteloosheid, snurken, slechte eetlust en slechte adem. Bij een ontsteking zwellen de amandelen op. Ook kunnen de lymfklieren in de hals opzwellen en pijnlijk zijn. In zeldzame gevallen kan de ontsteking zich uitbreiden naar het omliggende weefsel, waardoor zich pus ophoopt. Dit heet een peritonsillair abces. Hierbij kunt u nauwelijks slikken, veel slijm hebben, uw mond moeilijk openen en hoge koorts krijgen. De lymfklieren in de hals zijn dan ook gezwollen.
Wanneer is het nodig om de keelamandelen te verwijderen?
De beslissing hangt af van hoe ernstig en hoe vaak de klachten zijn.
Ontstekingen
Als medicijnen (zoals pijnstillers of antibiotica) niet genoeg helpen of te vaak nodig zijn, kan het beter zijn om de amandelen te verwijderen. Soms wordt dan ook de neusamandel weggehaald.
Peritonsillair abces
Bij een abces achter de keelamandel wordt het abces meestal eerst geopend. Daarna worden de keelamandelen verwijderd, direct of na een paar dagen. Soms gebeurt dit zes tot acht weken later, afhankelijk van verschillende factoren.
OSAS/snurken
Als grote keelamandelen snurken of slaapapneu (OSAS) veroorzaken, kan het verwijderen van de amandelen helpen.
Foetor
Bij steeds terugkerende ophopingen van ontstekingsmateriaal in de keelamandelen, die zorgen voor een slechte adem, kan operatieve verwijdering de enige oplossing zijn.
Hoe vindt de operatie plaats?
Bij volwassenen en kinderen vanaf tien jaar worden de amandelen stap voor stap losgemaakt. Dit wordt ook wel 'pellen' genoemd. De operatie gebeurt onder narcose. U merkt dan niets van de ingreep, omdat u slaapt.
Is er een kans op complicaties?
Nabloeding
Bij elke operatie is er een risico, ook bij het verwijderen van de amandelen. Het grootste risico is een nabloeding. Dit risico is het grootst in de eerste acht tot twaalf uur na de operatie. Een goede bloedstolling is belangrijk. Daarom mag u geen bloedverdunners gebruiken voor de ingreep. Dit geldt ook voor pijnstillers met acetylsalicylzuur, zoals Aspirine, Acetosal en Ascal. Als u antistollingsmiddelen gebruikt, moet u dit melden aan de KNO-arts. Meld ook of er bloedstollingsstoornissen in uw familie zijn.
Bij een nabloeding ontstaat er een bloeding onder het stolsel. Vaak is het voldoende om het stolsel te verwijderen onder plaatselijke verdoving, zodat er een nieuw stolsel kan ontstaan.
Smaakverandering
Na de operatie ervaren veel patiënten een veranderde, bittere of metaalachtige smaak. Bij 8% van de patiënten blijft deze smaakverandering langer dan zes maanden, maar zelden langer dan een jaar.
Wat kunt u verwachten na de operatie?
Na de operatie heeft u vaak veel klachten in de eerste twee weken. Na vijf tot zes dagen worden de klachten meestal minder.
Direct na de ingreep heeft u keelpijn en moeite met slikken. De pijn kan ook naar de oren uitstralen. U kunt de verpleging om een pijnstiller vragen. Veel koud water drinken is belangrijk en kan de pijn verlichten. Probeer het schrapen van de keel te vermijden.
Het is normaal dat er wat vers bloed uit de keel komt. U kunt ook donker bloed braken; dit is oud bloed dat tijdens de operatie in uw maag is gekomen. Soms kan er een beetje bloed uit de neus komen. Dit kan komen door het beademingsbuisje dat tijdens de narcose via de neus is ingebracht. Na het verwijderen van de neusamandel kan er ook wat bloed uit de neus komen.
Als alles goed gaat, mag u de volgende dag naar huis. U kunt zelf naar huis gaan, maar u mag niet zelf autorijden.
Weer thuis
Pijn kunt u goed bestrijden met paracetamol, bij voorkeur als oplostablet of zetpil. Neem viermaal daags 1000 mg paracetamol gedurende zeven dagen. Als het nodig is, kunt u ook driemaal daags 50 mg Tramal nemen gedurende vijf dagen.
Op de plaats waar de amandelen zaten, ontstaat een grijswitte korst. Deze laat na zeven tot acht dagen los en verdwijnt vanzelf. Hierdoor kan uw adem tijdelijk wat onaangenaam ruiken. U kunt ook een metaalachtige smaak hebben, maar dit gaat vanzelf over.
We raden aan om de eerste dagen zachte voeding te eten. Drink koud of lauw. Vermijd warme dranken. Vermijd melkproducten, omdat deze plakkerig kunnen zijn, en koolzuurhoudende dranken, omdat ze kunnen prikken.
Houdt u zich een week rustig. Na een week bent u meestal hersteld en kunt u weer aan het werk. Na vier tot zes weken heeft u een laatste controle bij de KNO-arts.
Als u een ernstige nabloeding krijgt, neem dan direct contact op met uw huisarts of het ziekenhuis.
Problemen
Neem bij problemen zoals nabloeden, hevige hoofdpijn, of andere klachten contact op met het ziekenhuis.
In de eerste week na de operatie:
-
Tijdens kantooruren: Bel de KNO-poli op (0341) 46 35 66.
-
’s Avonds, ’s nachts, en in het weekend: Bel de Spoedeisende Hulp (SEH) op (0341) 46 37 33.
Neem na de eerste week contact op met uw huisarts.
Tenslotte
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Dan kunt u op werkdagen telefonisch contact opnemen met de afdeling Keel-, Neus- en Oorheelkunde via telefoonnummer (0341) 46 35 66.