Pancreatitis is een ontsteking van de alvleesklier. De alvleesklier wordt in medische taal pancreas genoemd. Eén van de taken van de alvleesklier is het aanmaken van spijsverteringsenzymen. Deze enzymen zorgen ervoor dat het voedsel (eiwitten, vetten en koolhydraten) in kleine stukjes wordt verdeeld. Deze kleine stukjes voedsel kunnen dan beter worden opgenomen in de darm. Daarnaast is de alvleesklier ook belangrijk voor het aanmaken van allerlei hormonen (zoals insuline dat de bloedsuikerspiegel regelt).
In deze folder wordt ingegaan op zowel een acute als een chronische alvleesklierontsteking.
Acute alvleesklierontsteking
Een acute alvleesklierontsteking is een ernstige aandoening waarbij de alvleesklier kortdurend ontstoken is. De ziekte komt meestal binnen enkele weken weer tot rust. Een acute alvleesklierontsteking ontstaat meestal door een verstopping van de afvoergang van de alvleesklier naar de darmen. Dit komt door galstenen of overmatig alcoholgebruik. Ook kan een ontsteking ontstaan door complicaties na een medische ingreep. Daarnaast kunnen er nog andere oorzaken zijn zoals een stofwisselingsziekte, doorbloedingsstoornis, virusinfectie, bijwerking van bepaalde medicijnen of een tumor in (de buurt van) de alvleesklier.
De klachten die voorkomen bij een acute alvleesklierontsteking zijn onder andere:
- Plotselinge, erge buikpijn bovenin de buik
- Misselijkheid en braken. De klachten worden erger na een maaltijd
- Koorts, versnelde ademhaling
De behandeling is gericht op het voorkomen van complicaties en het verminderen van de klachten. Als een galsteen de oorzaak is, zal de arts deze verwijderen. Als te veel alcohol de oorzaak is, dan moet u stoppen met het drinken van alcohol.
Voedingsadviezen bij een acute alvleesklierontsteking
Voeding is belangrijk om te voorkomen dat u achteruitgaat in conditie en weerstand. Het kan zijn dat de alvleesklier in de eerste dagen nog niet volledig de enzymen kan aanmaken die voor de vetvertering zorgen. Hierdoor kan het zijn dat vetrijke voeding in het begin minder goed wordt verdragen. In eerste instantie wordt geprobeerd of u zelf kunt eten zonder dat u te veel pijn krijgt. U begint met slokjes helder vloeibare dranken en wanneer dit goed gaat kunt u uitbreiden met vloeibare voeding zoals vla, yoghurt, pap, soep etc. Als de klachten wegblijven, kunt u de voeding geleidelijk uitbreiden naar uw normale voedingspatroon. Begin bij voorkeur met magere producten en kleine porties verdeeld over de dag.
Uw diëtist zal u begeleiden bij het opbouwen van de voeding.
Voorbeeld van een uitbreidschema bij alvleesklierontsteking
Ontbijt:
- 1-2 sneetjes brood, knäckebröd, beschuit en/of pap
- Besmeerd met (dieet)halvarine
- Beleg: magere vleeswaren, 30+ kaas of eventueel zoet beleg, zoals jam, honing, appelstroop, vruchtenhagel (geen chocoladepasta, pindakaas)
- 1-2 glazen halfvolle melk, yoghurt, kwark, Skyr of karnemelk
- Naar wens een glas thee, koffie of vruchtensap
Lunch:
- 1-2 sneetjes brood, knäckebröd, beschuit en/of pap
- Besmeerd met (dieet)halvarine
- Beleg: magere vleeswaren, 30+ kaas of eventueel zoet beleg, zoals jam, honing, appelstroop, vruchtenhagel (geen chocoladepasta, pindakaas)
- 1-2 glazen halfvolle melk, yoghurt, kwark, Skyr of karnemelk
- Naar wens een glas thee, koffie of vruchtensap
Warme maaltijd:
- Een portie mager vlees, vis, kip of magere vleesvervanging (100 gram)
- Een portie groente (250 gram)
- Aardappelen, rijst of pasta (200-250 gram)
- Eventueel een schaaltje appelmoes
- Een schaaltje mager of halfvol nagerecht
Tussendoor:
- Drinken: thee, koffie, bouillon, vruchtensap, limonade, melk, karnemelk
- Eten: yoghurt, vla, fruit, ontbijtkoek, koekje, snoepgroente
Drinkvoeding
Mocht het u niet lukken om voldoende energie en eiwit via de normale voeding binnen te krijgen, dan kan het gebruik van drinkvoeding extra ondersteuning bieden. Dit zijn kleine flesjes met kant-en-klare vloeibare voeding. De drinkvoeding bevat extra energie, eiwitten, vitamines en mineralen die u helpen uw voedingstoestand en conditie op peil te houden. De drinkvoeding is in verschillende formaten, samenstellingen en smaken beschikbaar en is op indicatie via de diëtist of (huis)arts te verkrijgen.
Sondevoeding
Als na drie tot vijf dagen blijkt dat het eten niet lukt, is sondevoeding nodig. Dit is vloeibare voeding die wordt toegediend door een slangetje dat via uw neus in uw maag of darm ligt.
Voeding na herstel van een acute alvleesklierontsteking
Na uw herstel mag u meestal alles weer eten en drinken. Was de alvleesklierontsteking veroorzaakt door te veel alcohol? Dan wordt alcohol drinken sterk afgeraden.
Chronische alvleesklierontsteking
Bij een chronische alvleesklierontsteking is er sprake van een steeds terugkerende of langdurige ontsteking van de alvleesklier. In de meeste gevallen wordt dit veroorzaakt door herhaalde aanvallen van acute alvleesklierontsteking. Door de chronische ontsteking wordt de schade aan de alvleesklier steeds groter en gaat deze steeds minder goed werken.
Het verloop van de ziekte is afwisselend en verschilt per persoon. Meestal is pijn de voornaamste symptoom en ontstaan later spijsverteringsproblemen. Vaak worden perioden met veel klachten afgewisseld door perioden met weinig klachten. Andere voorkomende klachten zijn:
- Weinig eetlust
- Misselijkheid en braken
- Gewichtsverlies en vetdiarree
De behandeling is gericht op het voorkomen van complicaties en het verminderen van de klachten. Het is belangrijk om gezond en gevarieerd te eten en voldoende te drinken. Het is vaak niet nodig om vetten helemaal uit de voeding te schrappen, omdat medicijnen de alvleesklierenzymen aanvullen. Toch kan het eten van veel vet wel klachten als pijn en vettige diarree geven.
Voedingsadviezen bij een chronische alvleesklierontsteking
Mensen die al langere tijd een chronische alvleesklierontsteking hebben, kunnen onbedoeld gewicht verliezen. Dit kan komen door pijn en doordat de ontsteking het lichaam veel energie kost. Als u steeds pijn krijgt na het eten, kan dat ervoor zorgen dat u minder gaat eten of bepaald eten en drinken weglaat. Daardoor krijgt u mogelijk niet genoeg voedingsstoffen binnen en kan de lichamelijke conditie achteruitgaan. Toch is het belangrijk om het te blijven proberen en de voeding goed te verdelen over de dag.
Voldoende energie en eiwitten zijn belangrijk om uw spiermassa en gewicht te behouden. Probeer frequente kleine maaltijden te nemen, bij voorkeur 6 kleine maaltijden per dag.
Energie en eiwitten
Energie is de brandstof voor het lichaam. De hoeveelheid energie die iemand nodig heeft is onder andere afhankelijk van leeftijd, lengte, gewicht, activiteiten, stress en/of ziekte. De hoeveelheid energie in een voedingsmiddel wordt uitgedrukt in kilocalorieën (kcal).
Eiwitten zijn bouwstoffen voor het lichaam en zijn nodig voor de opbouw en het in stand houden van de spieren en het bloed. Bij wonden en ziekte zijn eiwitten de belangrijkste voedingsstoffen voor het herstel van het lichaam. Eiwitten komen voor in zowel plantaardige als dierlijke producten.
Plantaardige bronnen van eiwit:
- Brood
- Granen, zoals volkorenpasta en couscous
- Peulvruchten, zoals kikkererwten, bruine bonen, kidneybonen, sojabonen, linzen
- Tofu en tempé en noten
Dierlijke bronnen van eiwit :
- Vlees, vis, gevogelte en kip (ook vleeswaren, vlees- of vissalade)
- Melk en melkproducten
- Ei
- Kaas
Extra adviezen om voldoende voeding binnen te krijgen
Het is niet altijd makkelijk om zelf weer voldoende en gezond te gaan eten. Hieronder staan extra adviezen die kunnen helpen om voldoende voeding binnen te krijgen.
- Om uw voeding energierijker te maken is het verstandig om vaker iets kleins tussendoor te nemen. Veel kleine maaltijden verspreid over de dag leveren namelijk extra energie/calorieën. Ook voor de alvleesklier is het goed om veel kleine porties te eten, verdeeld over de dag.
- Als tussendoortje kunt u nemen: plak ontbijtkoek met (dieet)margarine, koekje, schaaltje yoghurt/kwark, (volkoren) beschuit met (dieet)margarine en beleg, blokje kaas, plakjes vleeswaren, nootjes of toastjes met salade of vis.
- Maak ruim gebruik van melkproducten en vruchtensappen
- Wissel koude, warme, zoete en hartige gerechten met elkaar af
- Neem rustig de tijd om te eten
Bij de broodmaaltijd:
- Kies voor dubbel beleg
- Gebruik ruim (dieet)margarine of roomboter in plaats van (dieet)halvarine
- Neem volle melkproducten in plaats van halfvolle/magere melkproducten
- Gebruik eventueel (ongeklopte) slagroom door pap, vla of yoghurt
Bij de warme maaltijd:
- Gebruik ruim vlees, vis, kip, ei of vleesvervangers
- Voeg indien mogelijk (vloeibare) margarine of boter toe aan groente, jus of aardappelpuree
- Voeg eventueel (ongeklopte) slagroom toe aan aardappelpuree of nagerecht
- Extra sausje over groente en/of vlees
Drinkvoeding
Ook in de chronische fase kan het voorkomen dat het niet lukt om voldoende energie en eiwit via de normale voeding binnen te krijgen. Ook dan kan het gebruik van drinkvoeding extra ondersteuning bieden. Voor meer informatie over drinkvoeding; zie het kopje ‘Drinkvoeding’ bij acute pancreatitis.
Voeding na herstel van een chronische alvleesklierontsteking
Zie ook ‘Voorbeeld van een uitbreidschema bij alvleesklierontsteking’. Na herstel van de alvleesklierontsteking is het belangrijk om te streven naar een volwaardig voedingspatroon. U kunt de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad aanhouden. Zie onderstaand tabel.
Productgroep |
19-50 jaar |
51-69 jaar |
70 jaar en ouder |
Groente |
250 gram 5 opscheplepels |
250 gram 5 opscheplepels |
250 gram 5 opscheplepels |
Fruit |
200 gram 2 stuks |
200 gram 2 stuks |
200 gram 2 stuks |
Brood |
140-280 gram 4-8 sneetjes |
105-245 gram 3-7 sneetjes |
105-210 gram 3-6 sneetjes |
Aardappelen, rijst, pasta, peulvruchten |
200-250 gram 4-5 aardappelen of opscheplepels |
150-200 gram 3-4 aardappelen of opscheplepels |
15-200 gram 3-4 aardappelen of opscheplepels |
Melk(producten) |
2 tot 3 porties 300-450 ml |
3-4 porties 450-600 ml |
4 porties 600 ml |
Kaas |
2 plakken (40 gram) |
2 pakken (40 gram) |
2 plakken (40 gram) |
Vlees(waren), vis, kip, ei, vleesvervangers |
100-125 gram |
100-125 gram |
100-125 gram |
Noten ongezouten |
25 gram |
25 gram |
15 gram |
Halvarine |
20-40 gram 5 gram per snee |
15-35 gram 5 gram per snee |
15-30 gram 5 gram per snee |
Bak-, braad-, en frituurproducten, olie |
15 gram (1 eetlepel) |
15 gram (1 eetlepel) |
15 gram (1 eetlepel) |
Dranken (incl. melk) |
1,5-2 liter |
1,5-2 liter |
1,5-2 liter |
Bron: Voedingscentrum
Pancreasenzymen
Wanneer de alvleesklier niet meer voldoende spijsverteringsenzymen kan uitscheiden, krijgt u deze als medicijn in de vorm van capsules. Het is erg belangrijk om deze enzymcapsules op de juiste manier in te nemen. Ze zorgen er namelijk voor dat het voedsel goed verteerd wordt. De meeste middelen werken na 30 minuten tot één uur omdat het dan in het juiste deel van de darmen is terechtgekomen. Het lichaam zal de voeding beter kunnen verteren en opnemen en hierdoor wordt de ontlasting minder vettig en blijft u beter op gewicht.
Vetten, eiwitten en koolhydraten bestaan uit lange ketens, die vaak te lang zijn om in het bloed te worden opgenomen en om te worden gebruikt als bouwstoffen en energie. Pancreasenzymen zijn een soort ‘schaartjes’ die de lange ketens in stukjes knippen. Lipase breekt het vet af, protease breekt het eiwit af, amylase en cellulase breken koolhydraten af.
De hoeveelheid enzymcapsules die u nodig heeft hangt af van de hoeveelheid vet in de maaltijd en van de hoeveelheid enzymen die de alvleesklier nog zelf maakt. De arts of diëtist helpt u met het bepalen van de juiste dosis.
Tekort aan vitamines
Als u minder goed vetten kunt verdragen of als u vaak last heeft van vettige diarree als gevolg van de alvleesklierontsteking, kan het zijn dat uw lichaam minder goed vitamines opneemt die in vet opgelost worden. U krijgt dan te weinig vitamine A, D, E en K binnen Hierdoor kan het nodig zijn om extra vitamines te gebruiken door middel van vitamines in pil- of capsulevorm.
Diabetes
Soms ontstaat er ten gevolge van de alvleesklierontsteking een gebrek aan het alvleesklierhormoon insuline. Insuline zorgt voor het op peil houden van de bloedglucosespiegel. Bij een tekort aan insuline raakt uw bloedglucosespiegel ontregeld. Wanneer dit gebeurt, spreekt men van diabetes (suikerziekte). Diabetes kan goed behandeld worden dor middel van een dieet en injecties met insuline. Een diëtist kan u begeleiden bij het dieet bij diabetes.
Alcohol
Bij een (chronische) alvleesklierontsteking wordt sterk geadviseerd om het alcoholgebruik te staken, ook wanneer alcohol niet de oorzaak is van de ontsteking. Alcohol kan de achteruitgang van de alvleesklier versnellen en veel pijn veroorzaken. Alcohol zorgt ervoor dat de alvleesklier extra spijsverteringsenzymen afscheidt. Dit kan schadelijk zijn voor de cellen van de alvleesklier.
Contact diëtetiek St Jansdal
Voor vragen kunt u telefonisch contact opnemen met de afdeling diëtetiek via nummer: 0341 - 46 37 20. Bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 tot 9.00 uur en van 13.15 tot 14.15 uur. Of via ons emailadres dietetiek@stjansdal.nl.
Bent u al bij ons onder behandeling? Stuur uw behandelaar een bericht via de MijnStJansdal app.