Wat is allergische rhinitis?
Allergische rhinitis is een hardnekkige ontsteking van het slijmvlies van de neus. Doordat het neusslijmvlies chronisch ontstoken is, is het gezwollen en maakt het meer slijm (snot) aan. De ontsteking irriteert het slijmvlies. Daardoor hebben mensen met allergische rhinitis last van een hardnekkig verstopte neus, een aanhoudende loopneus, niezen en jeuk aan de neus.
Het slijmvlies van de neus staat in verbinding met het slijmvlies van de ogen en de neusbijholten.
Hierdoor hebben mensen met allergische rhinitis ook vaak last van geïrriteerde, jeukende rode ogen en soms ook van een ontsteking van het slijmvlies van de neusbijholten.
Veel kinderen met allergische rhinitis zijn, doordat ze steeds verkouden zijn, niet fit, hangerig, moe en hoesten veel. Soms kan dat ook de schoolprestaties beïnvloeden.
- Het woord hooikoorts is feitelijk onjuist. Hooikoorts heeft niets met ‘hooi’ te maken en mensen met hooikoorts hebben geen koorts. Artsen geven om deze redenen er de voorkeur aan om te spreken van allergische rhinitis.
Hoe vaak komt allergische rhinitis voor?
In Nederland heeft ongeveer 25% van de volwassenen en kinderen in meer of mindere mate last van allergische rhinitis. Allergische rhinitis komt nog veel vaker voor bij kinderen met astma: 75% van alle kinderen met astma heeft ook allergische neusklachten.
Wat is de oorzaak van allergische rhinitis?
De oorzaak van allergische rhinitis is niet precies bekend. Verschillende factoren spelen een rol:
- erfelijke aanleg
- blootstelling aan allergenen
- omgevingsfactoren
Erfelijke aanleg
Erfelijke aanleg speelt een belangrijke rol: allergische rhinitis komt vooral voor bij kinderen met aanleg voor allergie en allergische ziekten (deze kinderen hebben ook een grotere kans op eczeem, astma en voedselallergie). Allergische rhinitis kan echter ook voorkomen bij kinderen die de erfelijke aanleg voor allergie niet hebben. Allergische rhinitis kan alleen voorkomen, of samen bestaan met andere allergische ziektes, zoals astma of eczeem.
Blootstelling aan allergenen
De grote meerderheid van kinderen met allergische rhinitis (tachtig procent) heeft een allergie voor één of meer inhalatieallergenen. Dit zijn stoffen die je in kunt ademen, en die bij mensen zonder allergie geen verschijnselen geven. Bij kinderen met een allergie voor één of meer inhalatieallergenen kunnen allerlei klachten ontstaan als ze het allergeen, waar ze allergisch voor zijn, inademen. Dit kunnen klachten zijn van de neus (allergische rhinitis), van de ogen of de neusbijholten of van de luchtwegen in de borstkas (zie onderaan deze pagina voor meer informatie).
In Nederland zijn de belangrijkste inhalatieallergenen:
- huisstofmijt
- graspollen
- boompollen
- kat
- hond
Allergie voor huisstofmijt
Over allergie voor huisstofmijt is een aparte patiëntenfolder beschikbaar.
Als kinderen eenmaal allergisch zijn voor een bepaald inhalatieallergeen en ze worden eraan blootgesteld, dan kunnen cellen in het slijmvlies van de neus ontstekingsstofjes gaan afscheiden. Histamine is daar de belangrijkste van. Histamine veroorzaakt een irritatie van het neusslijmvlies, waardoor het neusslijmvlies veel waterig slijm gaat maken, de neus gaat kriebelen, en de patiënt moet niezen. Ook zwelt het slijmvlies van de neus op, waardoor de neus verstopt kan raken.
Hoewel blootstelling aan allergenen dus een belangrijke oorzaak is van klachten is het niet de oorzaak van de ziekte zelf. Het vermijden van blootstelling aan allergenen helpt dan ook niet om het ontstaan van allergische rhinitis te voorkómen.
Allergie voor gras- en boompollen
Sommige kinderen met een allergie voor een inhalatieallergeen hebben alleen klachten als ze worden blootgesteld aan het allergeen. Dat is vooral het geval bij kinderen met de bekende, klassieke vorm van hooikoorts, die uitsluitend last hebben zolang er pollen in de lucht zijn waarvoor zij allergisch zijn. Kinderen met een boompollenallergie hebben vooral klachten in het vroege voorjaar (februari tot mei). Kinderen met een graspollenallergie vooral in het late voorjaar en zomer (april tot september, zie pollenkalender en www.pollennieuws.nl )
Afbeelding 1: pollenkalender
Overige oorzaken allergische rhinitis
Er zijn echter ook veel kinderen die neusklachten hebben terwijl ze niet worden blootgesteld aan het allergeen waar ze allergisch voor zijn. Dit kan komen doordat de allergische ontsteking van het neusslijmvlies chronisch geworden is. Dit betekent dat de ontsteking doorgaat, ook als er geen allergenen meer in de buurt zijn. Een andere mogelijke oorzaak is dat de ontsteking aan de gang gehouden wordt door omgevingsfactoren.
Omgevingsfactoren
Kinderen met allergische rhinitis hebben vaak last van hun neus bij allerlei omgevingsinvloeden, zoals:
- sigarettenrook
- virusinfecties (verkoudheid)
- prikkelende luchtjes en geuren
Voeding heeft geen invloed op allergische rhinitis bij kinderen. Een voedselallergie is dus nooit een oorzaak voor allergische neusklachten bij kinderen. Weersomstandigheden kunnen wel invloed hebben, met name bij kinderen met een allergie voor boom- of graspollen. Bij warm, droog en winderig weer is de pollenconcentratie vaak het hoogst; bij koud nat weer het laagst.
Allergische rhinitis is een chronische ziekte
Allergische rhinitis is een chronische ziekte. Dat wil zeggen dat de ziekte langdurig blijft bestaan, en dat er geen medische behandeling bestaat waardoor de ziekte blijvend kan genezen. Dat is natuurlijk vervelend. Toch kan de ziekte wel goed behandeld worden. Met medicijnen kunnen de verschijnselen van de ziekte sterk verminderd worden of zelfs helemaal verdwijnen. Daardoor is het ook voor kinderen met allergische rhinitis mogelijk om een normaal leven te leiden en gewoon aan sport en spel mee te kunnen doen.
Wat merkt mijn kind van allergische rhinitis?
- Je neus kan jeuken, waardoor je veel moet niezen. De neus kan ook verstopt zijn of je kan een ‘loopneus’ hebben. Er komt waterig snot uit je neus, dit kan later soms dik of gekleurd zijn. Je kunt het gevoel hebben dat je steeds verkouden bent.
- Je ogen kunnen jeuken, tranen of branderig aanvoelen. De oogleden zijn opgezet, het oogwit ziet rood. Soms is zonlicht heel vervelend, waardoor je steeds een zonnebril wilt dragen.
- Je keel kan droog zijn en rauw aanvoelen. Sommige kinderen met een allergische neus moeten daardoor veel hoesten. Het kan een vol gevoel in je hoofd geven. Sommige kinderen voelen zich ook koortsig, ziek of moe.
Onderzoek bij allergische rhinitis
Als de kinderarts denkt dat uw kind een allergische rhinitis kan hebben, zal er vaak allergieonderzoek worden verricht. Met allergieonderzoek wordt gekeken of uw kind allergisch is voor bepaalde stoffen die je kunt inademen (inhalatieallergenen). Omdat voedselallergie geen rol speelt bij allergische rhinitis zal geen onderzoek naar voedselallergie worden verricht.
Soms kan het bij allergische rhinitis wenselijk zijn om te onderzoeken of de neusklachten voor een deel wellicht ook veroorzaakt worden door andere problemen in en om de neus, zoals een vergrote of ontstoken neusamandel, een scheef neustussenschot of een ontsteking van de neusbijholten. In die gevallen zal vaak de KNO-arts gevraagd worden uw kind te onderzoeken.
Behandeling van allergische rhinitis
De behandeling van allergische rhinitis bestaat uit de volgende onderdelen:
- uitleg over de ziekte
- behandeling zonder medicijnen
- behandeling met medicijnen
- Immunotherapie
Behandeling zonder medicijnen
Behandeling zonder medicijnen is erop gericht om schadelijke omgevingsfactoren en blootstelling aan de belangrijkste allergenen zoveel mogelijk te beperken. De belangrijkste schadelijke omgevingsfactor is sigarettenrook. U kunt de blootstelling aan sigarettenrook bij kinderen het beste vermijden door er voor te zorgen dat er in huis helemaal niet gerookt wordt. Als u zelf rookt, of als u bezoek krijgt dat rookt, zorg er dan voor dat het roken buiten gebeurt (ook als het kind al slaapt). Stoppen met roken is echter nog veel beter!!
Als uw kind vooral allergisch is voor pollen, dan kunnen de volgende tips behulpzaam zijn tijdens het pollenseizoen:
- Laat uw kind een zonnebril dragen als hij naar buiten gaat, het liefst een die goed om de ogen sluit. Dit beschermt de ogen tegen stuifmeel.
- Is er jeuk aan de ogen, wrijf dan niet. Wrijven kan ontstekingen en irritaties tot gevolg hebben. De irritatie kan verminderen door een vochtig washandje op de ogen te leggen of te spoelen met lauw water. Ook het druppelen van de ogen brengt vaak verlichting.
- Houd de ramen van de auto zoveel mogelijk dicht. Pas ook op met het ventilatiesysteem. Hierdoor kan het stuifmeel naar binnen komen. Gebruik op warme dagen dus liever de airco (indien beschikbaar) in de auto.
- Wandelen en fietsen kan het beste in de vroege ochtend en in de avond. Na een flinke regenbui kan uw kind wel naar buitengaan. De meeste pollen zijn dan uit de lucht gespoeld.
- Droog de kleding niet buiten aan de waslijn. De pollen kunnen zich namelijk ook in kleding nestelen.
- Breng wat crème of vaseline rond de ogen, neus en mond aan als uw kind naar buiten gaat. Dit beschermt de huid tegen direct binnendringen van de pollen.
- Als u uw huis wilt luchten, doe dit dan ’s morgens vroeg, ’s avonds of na een regenbui. Dan is er minder stuifmeel in de lucht. Houd de ramen van de slaapkamer gesloten. Als uw kind toch het liefst met open raam slaapt, open dan de ramen waar geen wind op staat en zet er zeer fijnmazige horren in.
- Douchen na een dag werken of school, spoelt alles van het lichaam. Trek andere kleding aan. Was het haar wat vaker en borstel het haar vóór het slapen gaan. De pollen komen dan niet op het hoofdkussen terecht.
- Houd er rekening mee dat er op het platteland drie tot vijf keer zoveel stuifmeel in de lucht zit dan in de stad. Ook rond drukke autowegen zweeft er meer stuifmeel in de lucht. Aan zee hebben de meeste mensen weinig klachten! Als uw kind allergisch is voor huisstofmijt, dan kunnen er maatregelen genomen worden om de blootstelling aan huisstofmijt te beperken.
Als uw kind allergisch is voor honden of katten, en u heeft een hond of kat, dan kan de arts u adviseren om het huisdier weg te doen. We beseffen dat dit een ingrijpend besluit is. Hoewel het moeilijk kan zijn om afscheid te nemen van uw huisdier kan het voor de gezondheid van uw kind soms wel het beste zijn. De arts zal dit altijd uitvoerig met u bespreken. Uiteindelijk maakt u zelf hier een keuze in, nadat u de voor- en nadelen van het besluit heeft afgewogen.
Behandeling met medicijnen
Allergische rhinitis is met medicijnen meestal goed te behandelen. De kinderarts adviseert u graag over de verschillende mogelijke manieren van behandeling. Hieronder zetten we de verschillende medicijnen voor u op een rij.
Ontstekingsremmers voor de neus
Dit zijn medicijnen die bedoeld zijn om te voorkomen dat kinderen last van hun allergische rhinitis krijgen. De werking van deze medicijnen is dat ze de chronische ontsteking van het neusslijmvlies dempen. Daarom worden deze medicijnen ook wel ontstekingsremmers genoemd.
Ontstekingsremmers werken alléén als ze elke dag genomen worden. Het zijn dus echte onderhoudsmedicijnen. Ook als er géén klachten zijn, dienen deze medicijnen dagelijks ingenomen te worden. Na het starten van de behandeling wordt het effect van deze medicijnen pas na enkele dagen tot weken merkbaar. De meest gebruikte ontstekingsremmers zijn de intranasale corticosteroïden (INCS). Deze werken goed bij de meeste kinderen met allergische rhinitis.
(intra) Nasale corticosteroïden (INCS)
De INCS zijn krachtige ontstekingsremmers die, door hun uitstekende werking en geringe bijwerkingen, inmiddels een centrale rol in de behandeling van allergische rhinitis bij kinderen vervullen.
Nadat we hebben bekeken welke neusspray het beste is voor een kind, stemmen we de medicijnen daarop af. INCS werken alleen als ze elke dag gebruikt worden. De startdosis wordt bijna altijd 1x daags gegeven (’s morgens of ’s avonds) en is meestal 1 pufje in elk neusgat.
Afhankelijk van hoe goed de allergische rhinitis opknapt onder deze behandeling, kan de dosis van de INCS eventueel worden aangepast.
Meestal betekent dit het verlagen (‘afbouwen’) van de dosis omdat de INCS bij de meeste kinderen goed helpen. Veel kinderen worden tijdens behandeling met INCS geheel of bijna geheel klachtenvrij. Het is belangrijk om dan wél met de behandeling door te gaan; staken van de behandeling leidt meestal tot een terugkeer van de klachten.
Bij sommige kinderen is de startdosis van de INCS onvoldoende om de klachten goed onder controle te krijgen. De arts zal dan met u zorgvuldig nagaan of de medicijnen wel goed gebruikt worden. Ook zal hij bekijken of er geen andere problemen spelen dan allergische rhinitis, of dat er misschien nog steeds blootstelling aan schadelijke prikkels is.
Weerstand tegen neusspray
Sommige kinderen vinden toediening van de neusspray vervelend omdat het kriebelt in de neus. Dit kan zo naar zijn dat ze weigeren om de neusspray nog te gebruiken. De behandeling kan dan geen effect hebben. Bespreek dit met uw arts; deze kan dan een andere voorschrijven of een ander type medicijn.
Antihistaminica
Antihistaminica zijn geneesmiddelen die tegen (anti) de stof histamine werken. Histamine is het belangrijkste schadelijke stofje dat vrijkomt wanneer iemand met een allergie wordt blootgesteld aan een inhalatieallergeen. De schadelijke effecten van histamine kunnen worden bestreden met een antihistaminicum.
De antihistaminica in tablet- of drankvorm zijn geschikt voor de behandeling van allergische rhinitis bij kinderen. Deze middelen werken in tablet- of drankvorm twaalf tot vierentwintig uur en worden dus meestal eenmaal daags voorgeschreven. De medicijnen kunnen zo nodig worden gebruikt (als er klachten zijn) of preventief (om te voorkomen dat klachten optreden, door ze dagelijks te gebruiken).
Antihistaminica in tablet- of drankvorm verminderen de klachten van allergische rhinitis, maar werken minder krachtig dan de INCS. De antihistaminica worden dan gebruikt als extra medicijn als er toch nog klachten van allergische rhinitis ontstaan, of als tweede medicijn naast de INCS.
Oogdruppels
Als kinderen naast allergische neus ook oogklachten hebben, komt het soms voor dat deze oogklachten hinderlijk blijven zelfs als het kind al INCS en antihistaminica gebruikt. In die gevallen kunnen oogdruppels met een antihistaminicum aanvullende waarde hebben.
Antihistaminica oogdruppels worden alleen gebruikt als er klachten zijn, dus nooit preventief.
Contact
Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen of wilt u meer weten, neem dan gerust contact op met de kinderlongverpleegkundige. Zij is bereikbaar op woensdag van 08.30 - 17.00 uur via de polikliniek Kindergeneeskunde, telefoon 0341-463890. Het kan handig zijn om uw vragen van tevoren op papier te zetten.
Ken jij onze kinderwebsite al?
Kijk op www.stjansdalkids.nl voor filmpjes, foto’s en tips. Zo ga je nog beter voorbereid naar je afspraak.