Wat is aderontsteking?
Aderontsteking, of flebitis, is een ontsteking van een ader vlak onder de huid. Soms komt er een stolsel bij. Dit heet tromboflebitis. De ontsteking verdwijnt meestal vanzelf. Aderontsteking komt regelmatig voor, vooral bij mensen met een infuus. Ongeveer 20 tot 40 van de 100 mensen met een infuus krijgen dit. Sommige mensen hebben een grotere kans, zoals vrouwen, mensen die eerder flebitis hadden of mensen die bepaalde medicijnen via een infuus krijgen. De kans is ook groter als het infuus in een spoedsituatie wordt geplaatst of bij een gewricht zit.
Symptomen
-
De huid is rood, gezwollen en gevoelig.
- Er is een warme plek op de huid.
- Het kan branderig aanvoelen.
- Soms komt er pus uit de plek waar het infuus zat.
- U kunt koorts krijgen.
- De arm of het been kan pijnlijk zijn of moeilijk te gebruiken.
- Onder de huid kan een harde streng of bobbel ontstaan.
- Er kunnen kleine bloedstolsels ontstaan (tromboflebitis).
Heeft u één of meer van deze klachten? Zeg het dan tegen de verpleegkundige.
Mogelijke oorzaken
Beweging van de infuusnaald
- De naald kan bewegen en de ader irriteren.
- Soms is de naald te groot.
- Het infuus kan op een plek zitten die veel beweegt, zoals de hand of elleboog.
Medicijnen in het infuus
- Sommige medicijnen in het infuus kunnen de ader irriteren, zoals antibiotica of medicijnen tegen kanker.
Bacteriën bij het infuus
- Soms komen er bacteriën bij het infuus. Dit kan gebeuren als het infuus niet op een schone manier wordt ingebracht of verzorgd.
Behandeling
-
De verpleegkundige verwijdert de infuusnaald.
- U mag uw arm omhoog leggen, maar blijf de arm wel bewegen. Dit helpt tegen trombose.
- Soms krijgt u natte verbanden op de plek, bijvoorbeeld met speciale gelpacks.
- U kunt paracetamol nemen tegen de pijn. Soms krijgt u ook andere pijnstillers, zoals ibuprofen.
- De verpleegkundige kan een zalf (Hirudoïd) op de ontsteking doen. Dit kan helpen, maar niet altijd.
- Bij tromboflebitis kan een operatie nodig zijn om het stolsel weg te halen.
-
Soms schrijft de arts antibiotica of bloedverdunners voor.
Tot slot
Deze folder vervangt niet het gesprek met de arts of verpleegkundige, maar geeft extra informatie. Zo kunt u alles nog eens rustig nalezen. Heeft u nog vragen? Schrijf ze op of vraag het aan de verpleegkundige.