Wat is een aneurysma?
Een aneurysma is het uitrekken of zwakker worden van een slagader, waardoor deze zich als een soort ballonnetje opblaast. De wand van de slagader wordt dunner doordat hij zijn elasticiteit verliest . Door het oprekken van de wand bestaat de kans dat de slagader scheurt (ruptuur). De slagader waarbij dit het meeste voorkomt is de aorta. Dit is de belangrijkste slagader in de buikholte (abdomen).
Elk jaar wordt bij duizenden mensen deze diagnose vastgesteld. Het merendeel van deze patiënten is mannen in de leeftijdscategorie ouder dan 60 jaar. Roken en een hoge bloeddruk zijn factoren die het risico verhogen.
Figuur 1 Normale anatomie
Diagnose Abdominaal Aneurysma Aorta
Bij sommige patiënten wordt het aneurysma bij toeval vastgesteld, wanneer ze onderzocht worden voor een ander probleem of een echo krijgen met een andere reden (bijvoorbeeld nierproblemen of galstenen). Soms kan een patiënt het gevoel hebben van ‘hartkloppingen’ in de buikholte.
Wanneer het aneurysma verder uitrekt en groter wordt, kan dit ook pijnklachten in rug en/of buikholte geven. Bij vermoeden van een aneurysma zal er een echo gemaakt worden.
Een echo van de buikholte is een pijnloos onderzoek met behulp van geluidsgolven, dat een aantal minuten duurt. Het wordt gebruikt om een aneurysma vast te stellen en de diameter ervan op te meten.
Aanvullend onderzoek
Om uw aneurysma goed te kunnen behandelen, moet de vaatchirurg precies weten hoe u er van binnen uitziet. Dit kan door middel van een onderzoek met een CT-scan. Een computer legt dan dwarsdoorsneden van uw lichaam vast. Het maken van een röntgenfoto van uw slagaders met contrast (een ‘angiografie’) kan tevens nodig zijn. Aan de hand van deze onderzoeken wordt een maatbepaling gedaan. Ook onderzoeken aan uw hart, longen en bloed zijn nodig om te bepalen of u fit genoeg bent voor een operatie.
Wie lopen risico?
De volgende personen lopen risico op een abdominaal aneurysma:
mannen ouder dan 60 jaar
jongere mannen, bij wie het ontstaan van aneurysmata in de familie voorkomt
mannen die al lijden aan andere ziekten van de slagaders, zoals angina, kalkzetting of hoge bloeddruk.
Is een operatie nodig?
Niet alle aneurysmata vereisen direct een operatie. Het risico van een scheuring en de daarbij behorende behandeling om dit te voorkomen, hangt af van de grootte van het aneurysma. Wanneer het aneurysma in de buikholte groter dan 5,5 cm in diameter is, is het waarschijnlijk veiliger om deze te behandelen met een operatie. De operatie schakelt het aneurysma uit en zorgt er dus voor dat de aorta niet meer kan scheuren.
Aneurysmata kleiner dan 5,5 cm in diameter worden vaak geobserveerd met intervallen van 6 of 12 maanden, voor het geval ze toch gaan groeien en gevaarlijk kunnen worden.
De gemiddelde groei van een aneurysma bedraagt 0,5 cm per jaar. Een operatie kan daardoor in een later stadium wel nodig zijn. Uw vaatchirurg zal u een duidelijke uitleg geven van de mogelijkheden voor uw situatie.
Waarom een operatie?
Een operatie is nodig, omdat de belangrijkste slagader in uw buikholte (aorta) uitgerekt en verzwakt is (aneurysma). Tijdens de operatie wordt het uitgereikte gedeelte vervangen door een prothese, zodat de aorta niet meer kan scheuren.
U zou zich namelijk in een levensbedreigende situatie bevinden als de aorta zou scheuren en dan zou directe medische behandeling noodzakelijk zijn.
Is een operatie succesvol?
Als een aneurysma behandeld wordt voordat er scheuring optreedt, is de kans groot dat de procedure goed verloopt en dat de levensverwachting daarna normaal is. De risico’s van een operatie in uw situatie zullen altijd door de vaatchirurg met u besproken worden.
Behandelmethoden
Er zijn twee methoden om een aneurysma te behandelen: de open en de endovascualaire methode
De open procedure
De open procedure is een chirurgische behandeling die inhoudt dat er in principe een incisie in de lengte of soms in dwarse richting over de buik wordt gemaakt, om zo de aorta met het aneurysma vrij te leggen.
Voornamelijk het uigerekte deel van de aorta, zal vervangen worden door een prothese van polyester; een buis- of broekprothese.
Deze operatie vindt plaats onder algehele narcose en zal qua tijd ongeveer 3 uren in beslag nemen. Na de operatie wordt u overgebracht naar de verpleegafdeling voor intensieve zorg (IZ) om uw gezondheid en herstel goed in de gaten te kunnen houden. Onder normale omstandigheden blijft u 1 tot 2 dagen op de afdeling IZ. De totale opnameduur in het ziekenhuis zal minimaal 7 dagen zijn.
De endovasculaire procedure
Deze chirurgische behandeling houdt in dat er zowel in de rechter als in de linker lies een kleine incisie wordt gemaakt. ‘Endo’ betekent in en ‘vasculair’ staat voor bloedvat. Bij de incisie worden de beenslagaders vrij gelegd, waardoor de nog opgevouwen prothese naar binnen kan worden gebracht. In het bloedvat zal de prothese onder röntgendoorlichting op de juiste hoogte worden ontplooid. Deze prothese bevat naast het polyester ook metalen stentringen (Nitinol) die de prothese zijn juiste vorm en omvang geven.
Deze operatie kan plaatsvinden onder plaatselijke verdoving, bijvoorbeeld door een ruggenprik, en zal ongeveer 2 uren in beslag nemen. Na de operatie is het in principe niet noodzakelijk dat u op de Intensieve Zorg verblijft en vaak mag u na 2 tot 4 dagen het ziekenhuis al weer verlaten.
Aan beide soorten behandelingen zitten voordelen en risico’s. Uw vaatchirurg is degene die bepaalt wat in uw situatie de beste methode is.
Ziekenhuisopname voor endovasculair
De opname
Waarschijnlijk wordt u een dag voor de operatie al opgenomen. U meldt zich bij de desbetreffende afdeling en de verpleging zal met u een opnamegesprek voeren, waarbij uw persoonlijke gegevens in de ziekenhuisstatus komen te staan. Voordat u geopereerd wordt, zullen er nog wat onderzoeken gedaan worden, als dit niet al eerder is gebeurd. U moet hierbij denken aan bloedonderzoek, een Elektro Cardiogram (ECG ofwel hartfilmpje) en meten van de bloeddruk. De vaatchirurg die uw operatie gaat uitvoeren, zal u waarschijnlijk nog bezoeken, om eventuele vragen te beantwoorden.
De operatie
In eerste instantie wordt u naar de receptie van de operatiekamer gebracht, voordat u daadwerkelijk de operatiekamer binnen gaat. U krijgt een infuus en plakkers voor de hartbewaking en de bloeddruk wordt gemeten. Deze operatie kan onder algehele narcose plaatsvinden, maar plaatselijke verdoving (bijvoorbeeld een ruggenprik) verdient de voorkeur. Als u verdoofd bent, zal er een blaaskatheter geplaatst worden, die tijdens en na de operatie zal zorgen voor de afvoer van urine. De vaatchirurg zal beginnen met de incisies in de beide liezen om zo de beenslagaders vrij te leggen. Onder röntgendoorlichting zal het ontplooiingssysteem, met daarin de nog opgevouwen prothese, tot de juiste hoogte in de aorta worden opgevoerd. Zie figuur 5.
De maat van de prothese is vooraf bepaald en de prothese zal onder de nierslagaders geplaatst worden. Na deze plaatsing wordt het ontplooiingssysteem weer verwijderd en blijft de prothese in de aorta achter. Gezien het feit dat de prothese uit drie delen bestaat, zal dit nog twee maal herhaald worden.
De prothese wordt gefixeerd aan de boven- en onderkant van het bloedvat. Hiermee wordt bewerkstelligd dat de bloedstroom niet langer langs het verzwakte en uitgereikte deel zal gaan. Het bloed is nu genoodzaakt om door de prothese te gaan, waardoor het aneurysma is uitgeschakeld. Om te controleren of er aan het einde van de procedure geen lekkage van bloed langs de prothese plaats vindt (endoleak), wordt er weer een röntgenfoto met contrast gemaakt (angiografie).
Figuur 6 Geplaatste endodprothese
Wanneer de procedure is afgerond, worden de wondjes in de lies weer netjes gehecht en wordt u naar de recovery ruimte gebracht. Daar worden uw lichaamsfuncties nog enige tijd goed in de gaten gehouden. Daarna mag u naar een gewone verpleegafdeling totdat u fit genoeg bent om het ziekenhuis te verlaten.
Na de operatie
Na een endovasculaire procedure vragen we u meestal om enige tijd plat te blijven liggen. Pijnscheutjes en een oncomfortabel gevoel van de wond zijn normaal gedurende de eerste dagen na de operatie. Soms kan een wond ook infecteren, maar dit kan met antibiotica vaak succesvol worden behandeld. Bij een wond in de lies kan er lymfevloeistof door de hechtingen lekken, maar dit verdwijnt tijdens herstel. Ook kan er na de procedure een lichte temperatuursverhoging van het lichaam optreden, maar dit verdwijnt vanzelf na 1 of 2 dagen.
Verdere bijwerkingen komen niet veel voor, maar zouden kunnen bestaan uit: misselijkheid, braken, obstipatie, zwellingen in de lies, extreme pijn of juist gevoelloosheid in de benen.
Mochten deze bijwerkingen op u van toepassing zijn, zorg er dan voor dat uw vaatchirurg hiervan op de hoogte wordt gebracht.
Ook wordt u verzocht na de operatie ten minste enkele maanden medicatie in de vorm van bloedverdunners te slikken. Tevens zijn periodieke controles nodig om te zien of er zich bij u inwendig geen complicaties hebben voorgedaan.
Vragen
Heeft u na uw bezoek aan het ziekenhuis vragen?
-
De eerste vijf dagen na het bezoek kunt u contact met ons opnemen via het algemene nummer van het ziekenhuis: 0341-463911. De receptioniste zal u doorverbinden met de afdeling waar u uw vraag kunt stellen.
-
Is het langer dan vijf dagen geleden? Neem dan contact op met uw eigen huisarts of buiten kantoortijden met de huisartsenpost. Zie voor contactgegevens de website van Ziekenhuis St Jansdal.
Deze folder is mede mogelijk gemaakt door Vaskutek.