KITS-poli (KinderIncontinentie Team Stjansdal)
Kinderen met incontinentie vinden het moeilijk om hun plas of poep op te houden. Klachten, zoals regelmatig een natte of vieze broek, ontstaan doordat hun blaas niet goed werkt of omdat ze niet op de goede manier plassen of poepen. Soms ontstaan door verkeerd poep- en/of plasgedrag ook blaasontstekingen. Verder zijn er ook kinderen die het moeilijk vinden om ’s nachts droog te blijven.
De KITS poli (Kinder Incontinentie Team St Jansdal) is in principe voor kinderen van 4 tot 18 jaar. Het behandelteam bestaat uit twee kinderartsen: Rolanda Baars voor de poepproblemen en Yvette Konijnenberg voor de plasproblemen. Drie urotherapeuten (van links naar rechts Mirjam Steller, Ineke Mohan en Mirjam van den Broek) en, waar nodig, een psycholoog begeleiden samen de kinderen met plas- en ontlastingsproblemen.
Werkwijze
Uw kind heeft een verwijzing nodig van uw huisarts. U vult vooraf enkele vragenlijsten in. Deze vragenlijsten zijn van groot belang om een goed beeld te krijgen van de problemen. Op één ochtend heeft uw kind verschillende gesprekken en onderzoeken. Bij plasproblemen zal uw kind ook minimaal drie keer moeten plassen op een zogenaamde computer-wc (flowmetrie). Aan het eind van de ochtend ontvangt u een behandelvoorstel. Hoe de behandeling en begeleiding / training eruit ziet, is sterk afhankelijk van de situatie.
Nooit expres
Ineke Mohan is één van de drie urotherapeuten: “Kinderen en ouders hebben het meeste contact met de urotherapeut. We geven uitleg over wat er aan de hand is en hoe we de problemen samen gaan overwinnen. We merken dat de sociale druk rondom deze problematiek soms hoog ligt. Maar geen kind poept of plast expres in zijn broek. We hebben mooie trainingsmaterialen beschikbaar, waarmee we positieve stappen kunnen maken met ouders en kind. Maar allereerst sluiten we een medische oorzaak uit.”
Behandelteam
In het behandelteam zit een kinderarts, die de zorg heeft voor het lichaam van uw kind. Hij/zij beoordeelt de bloed- of urine-uitslagen en bekijkt de echo’s of foto’s die eventueel gemaakt worden. Ook wordt eventuele medicatie door de kinderarts voorgeschreven.
De urotherapeut geeft u en uw kind uitleg over wat er aan de hand is en helpt om de problemen te overwinnen. Zij is de spil binnen het team. U en uw kind zullen over het algemeen het meeste contact met de urotherapeut hebben. Zij probeert uw kind te motiveren wanneer er een training gestart gaat worden.
De psychologe spreekt u en uw kind bij het eerste bezoek en beoordeelt dan of haar hulp bij de verdere behandeling van belang is. Aan het einde van het spreekuur bespreken de kinderarts, psychologe en urotherapeut uw kind en wordt er een behandelplan opgesteld. Dit wordt diezelfde ochtend met u besproken (plasklas) of u wordt hierover teruggebeld door de urotherapeut (ontlastingspoli).