l

Direct contact

Telefoonnummers

St Jansdal receptie (alle locaties)

0341 - 463911

Afsprakenbureau 

0341 - 463890

Poli-Apotheek St Jansdal

0341 - 435858

Helpdesk MijnStJansdal (8:30 - 16:30 uur)

0341 - 463700

Vragen over?


Heeft u een klachtKlik dan hier.

Of compliment? Klik dan hier.


Bent u van de PERS en heeft u een vraag? Klik dan hier.

Medische hulp buiten kantoortijden

Spoedpost Harderwijk  

 

085 - 773 73 71

 

 

www.spoedpostharderwijk.nl

Huisartsenpost Lelystad  

 

0900 - 333 6 333

 

 

www.medrie.nl

Bij levensbedreigende spoed:

 

112

Beademing op de Intensive Care (IC)

Op de IC kan beademing noodzakelijk zijn wanneer iemand moeite heeft met ademhalen of wanneer de ademhaling volledig overgenomen moet worden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij ernstige long- of ademhalingsproblemen door ziekte, een ongeval of na een operatie. Beademing helpt het lichaam om voldoende zuurstof te krijgen en de ademhaling weer te herstellen. Er zijn verschillende vormen van beademing die worden ingezet afhankelijk van de situatie en de ernst van de ademhalingsproblemen:

  • Zuurstoftoediening via High Flow: Bij high-flow zuurstoftoediening wordt zuurstof met hoge snelheid en in grotere hoeveelheden via een neusbril of masker toegediend. Dit kan helpen om het zuurstofgehalte in het bloed snel te verhogen, en is vaak comfortabeler dan traditionele zuurstofbehandeling. In sommige gevallen is een behandeling High Flow voldoende om te voorkomen dat iemand beademd moet gaan worden.
  • Non-invasieve beademing: Dit is een beademingsmethode, waarbij een masker gebruikt wordt om zuurstof toe te dienen en de ademhaling te ondersteunen. Dit kan helpen bij ademhalingsproblemen, zoals bij opvlammingen van COPD of bij nachtelijke slaapapneu.
  • Invasieve beademing: Bij invasieve beademing wordt een buis via de mond of neus in de luchtpijp geplaatst, die verbonden is met een beademingsapparaat. Deze beademing wordt toegepast wanneer de ademhaling ernstig verstoord is, bijvoorbeeld bij een ernstig zuurstoftekort of bij patiënten die niet in staat zijn om zelfstandig te ademen.

 

Medicijnen

Patiënten die invasief beademd worden, krijgen medicijnen toegediend. Dit kan onder meer het gebruik van slaapmiddelen en pijnstillers omvatten.

  • Slaapmiddelen: In de eerste fase van het beademen is een patiënt in slaap. De patiënt moet in die fase ontspannen genoeg zijn om goed beademd te kunnen worden. Zodra het onderliggende probleem verbeterd wordt de hoeveelheid slaapmiddel afgebouwd. De patiënt kan dan ook wakker zijn tijdens het beademen. Het is wel belangrijk dat de patiënt zich rustig en comfortabel blijft voelen.
  • Pijnstillers: Het gebruik van pijnstillers is belangrijk om ervoor te zorgen dat de patiënt geen ongemak of pijn ervaart, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van de beademingsbuis of het gebruik van andere medische apparatuur. Pijnbestrijding helpt de patiënt ook om beter te rusten en het herstel te bevorderen.

 

 

 

Verzorging

Een patiënt die beademd wordt, heeft intensieve zorg nodig. Enkele specifieke aandachtspunten zijn:

  • Mondverzorging: Het is belangrijk om de mond van de patiënt regelmatig schoon te maken, omdat de beademingsbuis het risico op droogheid en infecties verhoogt.
  • Huidverzorging: Patiënten die langdurig aan de beademing liggen, kunnen drukplekken ontwikkelen. Regelmatige positionering en huidinspectie zijn essentieel om dergelijke complicaties te voorkomen.
  • Luchtwegverzorging: Het zorgteam zal regelmatig de luchtwegen van de patiënt controleren en reinigen, omdat slijm zich kan ophopen door de beademing. Dit kan door middel van een zuigtechniek die helpt om de luchtwegen vrij te houden. Dit geeft bij de patiënt vaak een sterke hoestreflex.

 

Eten en drinken

Patiënten die invasief beademd worden, kunnen niet normaal eten of drinken. Er zijn verschillende benaderingen voor de voeding:

  • Via een sonde: Een voeding- of maagsonde kan worden geplaatst om voedsel, vocht en medicijnen direct in de maag te brengen.
  • Via een infuus: Als een patiënt geen sondevoeding kan verdragen, kunnen de benodigde voedingsstoffen via een infuus worden toegediend. De voedingsstoffen komen dan niet in de maag en darmen, maar direct in de bloedbaan.

 

Communicatie

Patiënten die beademd worden, kunnen vaak niet zelf praten doordat ze een beademingsbuis of masker dragen. Dit kan communicatie bemoeilijken, maar er zijn verschillende manieren om te zorgen voor een goede interactie:

  • Oogcontact: Veel patiënten kunnen hun ogen gebruiken om te communiceren. Het zorgteam kan bijvoorbeeld vragen stellen die de patiënt met knikken of het sluiten van de ogen kan beantwoorden.
  • Gebaren en signalen: Soms kan de patiënt gebruik maken van handgebaren om bepaalde behoeften of gevoelens aan te geven, zoals pijn of ongemak.
  • Letterkaart: Een handige manier voor communicatie is het gebruik van een letterkaart. Dit is een kaart met het alfabet, waarop de patiënt letters kan aanwijzen. Op deze manier kan de patiënt woorden spellen om zijn of haar boodschap over te brengen.
  • Schrijven of tekenen: Wanneer de patiënt in staat is, kan een pen en papier worden aangeboden om te schrijven of tekenen. In veel gevallen blijkt dit wel lastig te zijn en het kan de patiënt veel energie kosten.

Soms is het toch moeilijk elkaar goed te begrijpen. Het kan veel geduld vragen om te begrijpen wat de patiënt bedoeld. In sommige gevallen lukt het ook niet om er samen uit te komen. Dit kan best moeilijk en frustrerend zijn. Het is goed om hier woorden aan te geven en het dan te accepteren.

 

Ontwennen

Soms kan de beademing vrij afgebouwd en gestopt worden. Maar soms vraagt dit ook wat meer geduld. Het ontwennen van beademing is dan een geleidelijk proces waarbij het beademingsapparaat stap voor stap minder ondersteuning biedt, zodat de patiënt zijn of haar ademhaling weer zelf kan overnemen.

  • Stap voor stap: Het zorgteam zal de hoeveelheid beademingsondersteuning langzaam afbouwen. Soms wordt de patiënt ook voor korte tijd ‘afgekoppeld’ om daarna weer verder beademd te worden.
  • Controle van ademhaling: De artsen en verpleegkundigen monitoren voortdurend de ademhaling en het zuurstofgehalte van de patiënt tijdens het ontwenningsproces. Als de patiënt in staat is om voldoende zuurstof op te nemen en zijn of haar ademhaling te reguleren zonder beademing, kan de beademing uiteindelijk helemaal worden stopgezet.
  • Plaatsen van een tracheostoma: In sommige gevallen kan het moeilijk zijn om een patiënt van de beademing af te krijgen, vooral als de ademhaling niet voldoende verbetert of als de patiënt langdurig beademd moet blijven.
    In zulke gevallen kan een tracheostoma nodig zijn. Een beademingsbuisje wordt via de hals rechtstreeks in de luchtpijp geplaatst. Dit is vaak een tijdelijke oplossing, maar kan in sommige gevallen nodig zijn voor langdurige beademing. Het biedt ook meer comfort en vergemakkelijkt het wegnemen van slijm uit de luchtwegen.

 

Langdurige beademing

Langdurige beademing kan een aanzienlijke invloed hebben op de gezondheid en het herstel van een patiënt. Wanneer de beademing een langere tijd nodig is, kunnen er verschillende fysieke en mentale gevolgen optreden.

  • Spierzwakte: Langdurige beademing kan leiden tot verzwakking van de ademhalingsspieren en de spieren in de rest van het lichaam.
  • Luchtweginfecties: Patiënten die langdurig beademd worden, lopen een verhoogd risico op luchtweginfecties, zoals longontsteking.
  • Psychologische gevolgen: Het langdurig afhankelijk zijn van beademing kan een grote emotionele impact hebben op de patiënt. Angst, depressie en verwarring kunnen voorkomen, vooral als de patiënt zich bewust is van de situatie maar niet in staat is om te communiceren of zelf te handelen.

 

Revalidatie

Na een periode van beademing kan revalidatie essentieel zijn om het herstel te bevorderen. Dit kan onder meer bestaan uit:

  • Fysiotherapie: Fysiotherapeuten helpen de patiënt met ademhalingsoefeningen en het herstellen van spierkracht. Dit kan onder andere door het trainen van de ademhalingsspieren, maar ook door het stimuleren van algemene mobiliteit en kracht.
  • Psychologische ondersteuning: Voor sommige patiënten is psychologische ondersteuning van belang om met de emotionele en mentale effecten van de beademing om te gaan. Dit kan onder meer begeleiding door een psycholoog of maatschappelijk werker omvatten.