Iedereen vergeet weleens wat. Bij het ouder worden is het normaal dat het geheugen beperkt achteruit gaat. Bij sommige mensen neemt het ernstige vormen aan, ze gaan minder goed functioneren; een signaal dat er meer aan de hand is. Dan is het goed om uit te zoeken wat het probleem is.
Vaak is een diagnose niet makkelijk te stellen bij geheugenproblemen. Zeker niet bij beginnende geheugen problemen. Oorzaken kunnen liggen op vele terreinen. Bijvoorbeeld de stemming of overbelasting, ook geneesmiddelen of het overmatig gebruiken van alcohol kunnen een negatief effect hebben op het geheugen, of uiteraard een beginnende dementie. Soms ligt het probleem niet zozeer bij het geheugen maar bij verandering van gedrag; ligt het dan aan zijn persoonlijkheid of ontwikkelt hij een fronto-temporale dementie? Voor dit soort meer ingewikkelde beelden is de geheugenpoli in het leven geroepen.
Kritisch kijken
“Wij proberen antwoord te geven op de vraag: wat speelt hier nu eigenlijk?” zegt geriater Arnout van der Molen. “Binnen de geheugenpoli kijken we altijd met z’n tweeën: de neuroloog en de geriater. We doen ook afzonderlijk onderzoek. Dat is een groot voordeel en het helpt om heel kritisch te kijken. Zowel naar de patiënt als naar elkaar. Daarnaast bespreken we iedere patiënt binnen een gespecialiseerd team waarin naast de neuroloog en de geriater bijvoorbeeld een psycholoog en een psychiatrisch verpleegkundige zitten.”
Diagnostiek
Het team probeert uit te zoeken wat er speelt: ‘Wat is de meest waarschijnlijke diagnose, zijn er aanvullende onderzoeken nodig en zo ja welke? Is er een begeleidingsvraag en wie kan dat het beste oppakken is dat de case manager dementie, de POH van de huisarts of is begeleiding en of diagnostiek vanuit de GGZ noodzakelijk?
Triage
Bijzonder aan de geheugenpoli van St Jansdal is dat zowel de neuroloog als de geriater een beoordeling doen. “Dat gebeurt vrijwel niet in andere ziekenhuizen”, legt Arnout uit. “De neuroloog en geriater doen ook los van elkaar diagnostiek bij geheugenproblemen. Niet iedereen hoeft bij problemen naar de geheugenpoli. Het is bijvoorbeeld belastend voor hoogbejaarde patiënten, omdat ze dan vaker terug moeten komen en bij een vijfenveertigjarige met een verhaal meer verdacht voor stemmingsproblemen, is beoordeling door de neuroloog aangewezen. Daarom doen we aan triage. De geheugenpoli is een intensief en kostbaar traject, die we zinnig en zuinig moeten inzetten.
Extra zorg
Belangrijk bij geheugenproblemen is weten dat het speelt. Arnout knikt: “Zo kunnen we op tijd extra zorg inzetten, zodat mantelzorgers niet bezwijken onder de last van hun dementerende partner of ouder en patiënten niet in de problemen komen. Rondom ondersteuning is er veel mogelijk. Een casemanager bijvoorbeeld is vaak een steun en toeverlaat. Deze regelt zorg, biedt emotionele begeleiding en helpt ook bij het vinden van de weg in de ingewikkelde wereld van zorg en welzijn.”
Op het gebied van behandelen is er weinig nieuws onder de zon. “Helaas”, bevestigt Arnout. “De middelen die er zijn, zijn er al jaren. Aandacht en concentratie verbeteren vaak wel door medicijnen. Bij stemmings- en gedragsstoornissen of ontremmingen zijn ook pillen mogelijk. Dat biedt voor een tijdje soelaas. Maar uiteindelijk gaan de ziektes gestaag achteruit.”